‘Was het vroeger niet allemaal gemakkelijker?’ (Adriaan Van den Hoof)

Acteren in Aspe, plaatjes draaien met Discobar Galaxie, … Adriaan Van den Hoof zit duidelijk niet stil. Daarbij komt een nog nieuwe zaalshow, ‘Hoogspanning’. Een gesprek.

Druk druk druk! Hoe gaat het met jou, Adriaan? Adriaan Van den Hoof: “Ik ben weer een voorstelling aan het maken. Het is altijd een lijdensweg, maar ik doe het mezelf toch weer aan. Ik ben wel heel blij dat ik terug op tournee kan. Dat is wat ik het liefste doe. Ik wil niet per se comedy brengen, ik kom eerder verhalen vertellen. Deze keer zal het voornamelijk gaan over hoe complex de wereld in elkaar zit, over hoe iedereen altijd gelukkig wil zijn. De dingen die ik vertel zijn misschien wel om te lachen, maar dat is niet mijn drijfveer.”

Wat houdt humor dan precies in voor jou? Adriaan: “Er zijn ontelbaar veel dingen die ik grappig vind. Iets wat mijn zonen zeggen, een grappige figuur die passeert, een bepaalde situatie. Onlangs zag ik iemand heel ongemakkelijk op een zitzak zitten. Ontzettend grappig vind ik dat! Het gaat meer om de herkenning die een situatie grappig maakt. Enkele dagen geleden moest ik bijvoorbeeld heel hard lachen met de film Intouchables, maar tegelijk was ik ook erg ontroerd. Het is zo’n simpel gegeven: een man in een rolstoel en een andere (zwarte) man die voor hem zorgt.”

Goesting

Voel je jezelf nooit onzeker op een podium? Adriaan: “Natuurlijk wel. Nu, enkele weken voor de première voel ik mij heel onzeker. Ik ben er nooit vanuit gegaan iets te kunnen. Ik doe vanalles, maar echt zeker dat ik het kan, ben ik nooit. Die onzekerheid is misschien tegelijkertijd ook wel mijn grootste drijfveer. Het maakt me extra gedreven en geeft me nog meer goesting om te gaan spelen.”

Wanneer weet je als comedian: nu is mijn show af? Adriaan: “Zoiets weet je nooit. Een show kan altijd nog evolueren. Het kan zijn dat je begint met een voorstelling van anderhalf uur, maar naarmate de tournee vordert zit je met een show van twee uur. Er komen altijd elementen bij of je kan plots een inzicht krijgen in iets. Een heel leuk en leerrijk proces, ook voor mezelf.”

So You Think You Can Dance

Kan je al een stukje verklappen uit Hoogspanning? Adriaan: “Ik ga de mensen proberen mee te nemen in de wereld van de “Mindfullness”. Eigenlijk is dat de grootste flauwekul die er bestaat, maar ik ga toch mijn best doen. Wat ik nog kan zeggen is dat ik er hoe langer hoe meer zin in heb om ooit deel te nemen aan So You Think You Can Dance. Je doet mee omdat je ervan overtuigd bent dat je keigoed kan dansen en die drijfveer inspireert me wel.”

Mis je al je andere bezigheden dan niet nu je vooral bezig bent met de show? Adriaan: “Nee, eigenlijk niet. De laatste tijd vind ik het veel leuker om alles naast elkaar te zetten. Vroeger deed ik alles op een hoop en ik heb gemerkt dat het niets oplevert. Je maakt jezelf alleen maar moe en ongelukkig, omdat je beseft dat je niets ten volle kunt doen. De opnames van Aspe zijn net achter de rug, dus nu ben ik volop bezig met iets totaal anders, namelijk Hoogspanning. Het feit dat ik me nu helemaal kan toeleggen op de show, zorgt voor een aangename rust in mijn hoofd.”

Hoogspanning is het derde deel van een trilogie. Is het geen zware last om jezelf een trilogie op te leggen? Na twee delen schep je dan natuurlijk wel wat verwachtingen. Adriaan: “Ik heb het zelf een trilogie genoemd, omdat ik dacht dat het na deel drie het geschikte moment zou zijn om het hoofdstuk one-man-shows even af te sluiten. Het woord trilogie klinkt ook gewoon heel stoer, episch bijna. Die man heeft een trilogie geschreven, wauw!”

Leuven Welke rol speelt de stad Leuven in jouw leven? Adriaan: “Elke keer komt er wel iets over Leuven in de voorstelling, of toch wel iemand die Leuvens spreekt. Nu komt er bijvoorbeeld iets in over een Leuvense man die constant babbelt en eigenlijk niets zegt. Dat vind ik heel typisch voor Leuvenaars. Ook ieder Leuvens meisje zegt “gewoon”, zoals in “dat is gewoon keicool”. Dat zijn zo’n typische trekjes van Leuvenaars die ik graag benut. Leuven als stad speelt op zich niet echt een rol in mijn leven. Ik heb er alleen mijn jeugd doorgebracht. Toen dacht ik nog dat ik in een getto woonde, maar ik woonde eigenlijk in Terbank, wat allesbehalve een getto is. Ik breakdancete en woonde tussen de witloofboeren. Een aparte combinatie, dat wel. Hoe dan ook, Leuven is een heel fascinerende stad.”

Waar haal je de meeste inspiratie uit? Adriaan: “Alles kan me inspireren, zolang er humor in zit. Nieuws over ontslagen die vallen, of mannen die kinderen mishandelen, dat maakt mij alleen maar neerslachtig. Daar zou ik nooit iets over willen vertellen, want ik vind dat compleet niet kunnen. Ik begin ervan te huilen bij wijze van spreken. Daar haal ik dus geen inspiratie uit. Het kan wel dat ik het aanhaal, maar dan eerder om te zeggen: “Waar zijn we in godsnaam mee bezig?” Ik dacht dat ik het nooit zou zeggen, maar toch: was het leven vroeger niet simpeler? Vroeger lachte ik met mensen die zulke pedante uitspraken deden, maar nu besef ik dat het wel heel complex aan het worden is allemaal.” (CJP/Serena Ciavarella)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content