Robert Hughes (1938-2012): Ook een kunstcriticus gaat dood
Robert (Bob) Hughes, de erudiete Australische kunstcriticus werd wereldberoemd, niet zozeer om zijn vinnige stukken, maar vooral om zijn onvolprezen achtdelige reeks televisieprogramma’s voor de BBC “The Shock of the new”.
Robert (Bob) Hughes, de erudiete Australische kunstcriticus werd wereldberoemd, niet zozeer om zijn vinnige stukken in de Daily Telegraph, de Spectator; The Times en later in Time Magazine maar vooral om zijn onvolprezen achtdelige reeks televisieprogramma’s voor de BBC “The Shock of the new”.
Het boek dat daarvan de neerslag was werd in het Nederlands uitgebracht als “De schok van het nieuwe, kunst in het tijdperk van verandering” (1981, Veen Uitgevers/Davidsfonds) en de NOS zond de reeks uit in vertaling. De televisieserie, die ons, Vlaamse televisiemakers, toen enorm boeide en misschien wel inspireerde was bedoeld als een persoonlijke kijk op de kunst van de vorige eeuw naar analogie van wat Kenneth Clark een decennium vroeger op de BBC had gedaan met zijn reeks “Civilization”. Daarin werd de oude kunst aan de kijkers voorgesteld.
Hughes vertrok niet van een traditionele kunsthistorische indeling maar zocht naar thema’s waarin een aantal aspecten van de moderne en toen hedendaagse kunst in onder te brengen waren.
Dat leidde tot verrassende en soms controversiële standpunten die hem niet altijd in dank werden afgenomen. Maar het was juist dàt wat hij zocht : du choc des idées jaillit la lumière. Hij was zich ook goed bewust van de beperkingen van de televisie en alhoewel ze in staat was dingen te laten zien en uit te leggen was het ook een gegeven dat het onnauwkeurig beeld dat op het scherm verschijnt de vergelijking met het origineel niet kan doorstaan. Met dat probleem kreeg iedere televisieproducer of realisator te maken.
Nieuwsgierigheid aanwakkeren
Maar dat mocht geen.bezwaar zijn om op de buis over kunst te praten, vond hij. Want het ging vooral om interesse te wekken en nieuwsgierigheid aan te wakkeren met de stille hoop dat de kijkers misschien later wel eens een museum zouden bezoeken om op jacht te gaan naar de originelen. Het was een mening die ook bij de Vlaamse Televisie van toen gedeeld werd.
Onder boeiende en intrigerende titels (Het mechanisch paradijs, Onrust in Utopia, Op de rand van de afgrond) bracht hij kunstenaars en kunstrichtingen samen die de nationale grenzen overstegen maar verbonden waren door eenzelfde drang om te vernieuwen. Het waren ongemeen boeiende en leerrijke programma’s en een leerschool voor hen die op hetzelfde terrein ploegden.
Uitzicht van een sportcoach
Hughes, die het uitzicht had van een sportcoach, bleef nog lange tijd actief als kunstcriticus maar “ik ben geen filosoof, maar journalist, aan wie het grote geluk is beschoren om de onderwerpen die hij behandelt noot saai te vinden”.
Voor de actuele beeldende kunst kon hij buitengewoon scherp zijn. Heilige huizen, die in het kunstcircuit werden opgebouwd, ging hij vaak met een bulldozer te lijf. Hij had bepaalde opvattingen over wat goede kunst moest zijn en de normen die hij daarbij stelde stoelden op eerlijkheid, vakkennis en respect voor de toeschouwer.
‘Jeff Koons is een charlatan’
In deze optiek verraste het dus niet dat hij o.m. Jeff Koons een charlatan vond en Damien Hirst een piraat die louter met bluf een positie in de kunstwereld had verworven. Bovendien walgde hij van de exorbitante prijzen die op de kunstmarkt betaald werden voor kunst die het meer moest hebben van een idee dan van een picturale creatie.
Met Robert Hughes is nu een exponent van een generatie verdwenen die kunst nog kon liefhebben en waarde hechtte aan geïnspireerde werken. Bij hem geen blablabla om de kleren van de keizer te verheerlijken maar duidelijke taal die trachtte om de emoties die een kunstwerk bij hem opriep over te dragen op een welwillend publiek.
Ludo Bekkers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier