
Programma - Wildlife
Wanneer en waar uitgezonden - Maandag 10.03, 20u45, VRT 1
Erik, zo noemt de negentienjarige Julia de stem in haar hoofd die haar als een driftige Elon Musk verwijt dat ze niet mooi genoeg is, niet slank genoeg. ‘Doe rustig, Erik’, heeft Julia ondertussen geleerd te zeggen. Erik is een roeper, maar Julia probeert hem te negeren. Wat, zo vertelt ze, heel vermoeiend is. ‘Mijn hoofd is luid en neemt me veel momenten af.’
Julia is een van de acht mentaal kwetsbare jongeren die samen met Dieter Coppens in Wildlife naar Thailand reizen om er in het reservaat van de Wildlife Friends Foundation voor dieren te zorgen. Die hebben, zo ontdekken ze bij het opruimen van de drollen van de olifanten, ook trauma’s. Een van de olifanten heeft geen wimpers of staartharen meer. ‘Uitgetrokken door de mensen die hem gevangen namen’, legt de opzichter uit. De groep huivert bij het verhaal. Dieter mompelt iets semifilosofisch over hoe de mens altijd graag iets unieks wil en daarvoor ver durft te gaan.
Alleen al het zorgen voor die olifant doet iets met Julia. ‘Dan voel ik me nuttig en sowieso al beter’, vertelt ze. Het roept het beeld op van dolende jongeren in een wereld van overvloed, een wereld waarin steeds weer de lokroep weerklinkt dat je kan zijn wie je wil, dat je kan worden wie je wil. Maar wat als je verdwaalt in een labyrint van onduidelijke verlangens? Wat als je niet weet wat je wil, wie je bent, wie je wil zijn? Wat als er altijd zo’n Erik in je hoofd roept dat je nooit goed genoeg zal zijn?
‘Ik kon heel lang mezelf niet zijn’, zo stelt de twintigjarige Bram zichzelf voor. Terwijl hij thuis rond de keukentafel aardappelen schilt met zijn moeder en met Dieter, legt hij uit hoe dat komt. Hij is niet altijd Bram geweest, hij is Bram geworden toen hij zestien werd en niet langer als meisje door het leven wenste te gaan. Bram heeft jaren van diepe eenzaamheid gekend. Hij droomde er al zijn hele leven van ‘bij de jongens’ te horen. Nu hij een man is, is hij nog altijd bang dat ze zullen ontdekken wie hij ‘echt’ is en dat ze toch weer het etiket ‘anders’ op zijn voorhoofd zullen kleven.
Ook in Thailand draagt hij die angst mee. Het was een van de meest bijzondere en kwetsbare momenten in deze eerste aflevering. Niet het voeden van de gibbons, niet het medeleven met de olifant, maar de ontmoeting tussen Bram en zijn kamergenoot Oli, elk met een plastic bekertje cola in de hand, aan een wankel tafeltje in een desolate dorpsstraat. Oli die denkt dat ze daar zijn om luchtig wat eerste indrukken uit te wisselen, Bram die op zijn onderlip bijt omdat hij de woorden zoekt om te vertellen wat hij wil en moet vertellen. Want, zo had hij op voorhand gezegd, hij heeft niet zo lang aan zichzelf gewerkt om dit nu niet te doen. ‘Ik ben niet als Bram geboren’, vertelt hij aan Oli, die plots begrijpt dat er een ernstig gesprek aankomt. ‘Ik ben als meisje geboren.’
Oli, die zichzelf omschreef als iemand die moeilijk zijn emoties kan reguleren, slaagt er prompt in al die emoties in de hand te houden. Hij zegt heel eenvoudig dat dat helemaal oké is, dat hij blij is dat Bram het hem vertelt, dat hij het moedig vindt, waarop hij rechtstaat en hem knuffelt.
Is het de helende kracht van de natuur die ze ontdekken, of vinden ze vooral herkenning en steun bij elkaar?
Het zijn prachtige, kwetsbare jongeren die Dieter vergezellen naar Thailand om, zoals hij het omschrijft, ‘de helende kracht van de natuur te ontdekken’. En toch, en toch, denk ik dan, is het de helende kracht van de natuur die ze ontdekken, of vinden ze vooral herkenning en steun bij elkaar? En is het daarvoor nodig om de halve wereldbol rond te reizen? Of kan je dat ook gewoon vinden bij het dierenasiel om de hoek? Misschien is het tijd om alvast die illusie overboord te gooien. Dat je ver moet reizen om jezelf te vinden. Het spaart alvast wat vliegtuigkilometers uit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier