Monkton House, in West Dean, is officieel het enige ‘surrealistische’ landgoed van Engeland. In de jaren 1930 huurde Edward James onder andere Salvador Dalí in om het jachthuis in cottagestijl, dat hij van zijn vader had geërfd, om te bouwen tot een surrealistisch droomgebouw. Het is hier dat de zesdelige reeks This Is Not a Murder Mystery zich afspeelt. Scenaristen Christophe Dirickx en Paul Baeten laten het kruim van de surrealistische scene er in 1936 samenkomen om een eerste gezamenlijke expositie voor te bereiden. Een van de genodigden is René Magritte, gespeeld door Pierre Gervais.
Hij is eerder gesloten dan uitbundig, eerder observerend dan actief deelnemend, en wordt door de andere gasten – Dalí en zijn vrouw Gala, Max Ernst, Man Ray en Lee Miller – wat meewarig en minachtend bekeken. Enkel de performancekunstenaar Sheila Legge (Lauren Versnick) heeft oog voor Magritte. De eerste avond, die rijk overgoten is met cocaïne, drank en gewaagde schietspelletjes, gaan ze voor de ogen van iedereen samen naar boven. ’s Ochtends wordt Magritte wakker met een doek over zijn hoofd, met naast hem Legge, ook met een doek rond haar hoofd. Zij is dood.
De scène van de twee omzwachtelde hoofden neus aan neus is een levende kopie van Les amants, het schilderij dat Magritte mee naar Engeland bracht voor de expositie. Alleen: behalve hijzelf heeft niemand dat schilderij al gezien. Hoe kan de moordenaar zich laten inspireren door wat nog niet werd waargenomen? Wat ziet de moordenaar dat anderen niet zien? Of beter: wat weet hij (of zij)?
Magritte, opgejaagd door droombeelden van zijn moeder, die zelfmoord pleegde door met een doek over haar hoofd in de Samber te springen, bijt zich samen met de inspecteurs van Scotland Yard vast in de ontmaskering van deze artistiek aangelegde moordenaar. Of is het – om het met de woorden van Ernst te zeggen – een kunstenaar met een moordenaarsinstinct?
Hoe zorg je ervoor dat de acteurs niet vervallen in het karikaturale beeld dat van al die kunstenaars gekend is?
Het was een gewaagd, bijna surrealistisch idee van scenarist Dirickx en bedenker Matthias Lebeer om kunstenaars die iedereen kent samen te brengen in een mengeling van losse historische feiten en evenveel verzinsels. In 1936 vond in Londen de International Surrealist Exhibition plaats. Om de tentoonstelling te promoten, poseerde Legge in wit gewaad, het hoofd in een bol met rozen, op Trafalgar Square. Dat Magritte en Legge ooit minnaars waren, is een historisch gerucht dat nooit bevestigd noch ontkend werd.
Maar hoe maak je het fictieve onderonsje tussen Dalí, Ernst, Miller, Ray, Legge en Magritte geloofwaardig? Hoe zorg je ervoor dat de acteurs niet vervallen in het karikaturale beeld dat van al die kunstenaars gekend is? Dat je als kijker al snel vergeet dat je naar replica’s van kunstenaars zit te kijken, is te danken aan het ijzersterke acteerwerk, maar evengoed aan de strakke regie van Hans Herbots en aan de onwaarschijnlijk mooie fotografie, die overvloedig verwijst naar klassieke, surrealistische thema’s. Trappen, spiegels, labyrinten.
Tegelijkertijd vallen er natuurlijk wel doden en moet er een dader gevonden worden. Dirickx en Baeten deinzen er niet voor terug de hele whodunit heerlijk klassiek op te bouwen, met weinig bedekte knipogen naar Agatha Christie. Er is natuurlijk het speurdersduo – Thistlethwaite en Quant – maar er is vooral de ene locatie, het luxueuze landgoed, waar mogelijke slachtoffers en moordenaar samen gevangen zitten. Na de tweede moord gaat het domein in lockdown. Terwijl fictie en realiteit steeds meer in elkaar overvloeien en de spanning broeierig wordt, blijken zowel de kunstenaars als de mysterieuze Lord James allerlei geheimen achter de hand te houden. This Is Not a Murder Mystery is inderdaad niet zomaar een moordmysterie, het is een ode aan het hele surrealisme, met prachtige, hallucinerende beelden, waarin ieder detail klopt.