Programma - Bompa Bockie
Wanneer en waar uitgezonden - Maandag 15.04, Play 4, 21u15
Er is meer nodig dan een tweedehandsauto met handmatige versnellingsbak en een huurhuis in Turnhout om een alleenstaande moeder met financiële problemen te spelen. Zo ook volstaan een grijze baard en neprimpels rond de ogen niet om in de huid van een ouderling te kruipen. Of het niet wat belachelijk is, wil Jonas Van Boxstael alias Bockie De Repper dan ook graag weten wanneer hij voor de ogen van lief en moeder zijn nieuwe look showt. Want hoeveel tricot cardigans, beige plooibroeken, geruite hemden en gevlochten, lederen schoenen Bockie ook in zijn tas propt, om te weten wat oud zijn echt betekent, kan een mens enkel wachten tot het zo ver is. Er zit geen vooruitspoelknop aan het leven. En daar hapert het voor Bockie. Met een vader die op 48-jarige leeftijd overleed aan een hartaanval vreest de nu 38-jarige zoon dat hij bedeeld is met slechte genen. Hoewel zijn moeder in al haar levendigheid bij hem in de sofa het tegendeel zit te bewijzen, is Bockie bang dat ouderdom niet voor hem weggelegd is. En dus kiest hij vrijwillig voor een tijdelijk verblijf in een rusthuis. Om nu al te ervaren wat hij misschien nooit zal meemaken.
‘Goed luisteren’, geeft zijn moeder nog als laatste advies mee. ‘Dat zal uw problemen oplossen.’ Ze kijkt hem hoofdschuddend na. Hij is veel te bang voor de dood. Maar ook weer niet zo bang dat hij bereid is de wijze raad van de 92-jarige Roger in de praktijk te brengen. Zuinig en rustig leven, luidt diens advies, een klassieker onder de levenswijsheden, wat Bockie prompt vertaalt als ‘saai’. En als er één ding is dat Bockie nog liever wil dan lang leven, dan is het een spannend leven. Vandaar dat hij dertig dagen rondsloft in een rusthuis, een plek die bekendstaat om opwinding, uitbundigheid en levenslust. Om kwart voor vijf wordt er gegeten, om half zeven televisie gekeken en om negen uur gaat het licht uit.
Aan tafel heeft men vaste plaatsen. De stoel waarop Bockie aanschuift, werd nog niet zo lang geleden bezet door Bert. Maar Bert ging dood, vertellen zijn tafelgenoten. Zo gaat dat in een rusthuis. Je kunt je maar best niet te veel aan elkaar hechten, want het afscheid dreigt altijd. Amai, amai, ratelt Bockie nog even door, maar Ronny roept hem tot de orde. ‘Het eten moet rustig gebeuren.’
Blijven ademen, Bockie. Gewoon blijven ademen.
Sympathiek en onderhoudend is het zeker, deze poging van Bockie om zijn oude dag nu al te beleven. Hij draaft veel te druk door de gangen, deelt kraslotjes uit aan de aanwezigen op zijn housewarmingparty of zit op de achterbank bij het kibbelende koppel Louis en Eliza. Als Louis toegeeft dat hij zich ’s ochtends wel eens afvraagt wat hij nog doet op deze wereld, deelt Eliza met scherpe stem mee dat zij zo niet denken. Eliza spreekt voor twee.
In tijden waarin gedebatteerd wordt over voltooide levens is het zinvol om eens een kijkje te nemen achter de ramen van rusthuizen. Daarvoor is, naast alle leutigheid die Bockie kwistig rondstrooit, ook de moed van de ernst nodig. Hoe ga je een gesprek over de zinvolheid van een leven aan? Hoe vraag je naar wat een mens nog op deze wereld houdt? Is het uit overtuiging of eerder uit gewoonte? Wat bieden dagen waarin veel hetzelfde is? Roger maakt in ieder geval duidelijk dat hij liever Netflix kijkt dan mee te doen aan wat hij ‘zo van die kinderachtige spelletjes’ noemt.
Het zijn openingen tot overpeinzingen, maar de knaldrang van Bockie is te groot om er rustig op in te gaan. En dan zie je het verschil tussen neppe en echte ouderdom. De rusthuisbewoners leven zonder nog veel te moeten, terwijl Bockie alleen maar van alles lijkt te moeten. Een entertainend programma maken, bijvoorbeeld, op een plek waar de gangen ’s morgens ruiken naar een mengeling van kervelsoep en pampers. Blijven ademen, Bockie, denk je dan. Gewoon blijven ademen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier