‘Wandelen is het meest natuurlijke ritme van de mens’, zo mijmerde Arnout Hauben halverwege de eerste aflevering van Dwars door België. ‘Het is’, zo voegde hij er met een voor hem ongewone ernst aan toe, ‘je overgeven aan de traagheid’.
Veel mensen wandelen graag, dat heeft corona ons alvast getoond, maar weinigen doen het zo verbeten, zo vastberaden en zo koppig als Hauben. In de nasleep van de lockdown spoorde hij naar Brugge om van daaruit de GR129 af te stappen, de wandelroute die dwars door België naar Aarlen voert, over berg en dal, zoals dat klinkt in liedjes die men in bepaalde milieus nog steeds uit volle borst zingt.
Hauben zou Hauben niet zijn als hij zijn rugzak niet alleen vollaadde met noodzakelijke overlevingsonderdelen voor de wandelaar als tent, pleisters tegen bleinen, wollen sokken, warm ondergoed, maar ook met verhalen voor onderweg. Want naast wandelaar is Hauben toch ook vooral een sprokkelaar van bijzondere weetjes en wist-je-datjes. Zo stuurde hij midden in de Assebroekse meersen, net buiten Brugge, de drone de lucht in om de bijzondere cirkels in het landschap te tonen. Afdrukken van eeuwenoude muren die ooit gesloopt werden om de macht van de graaf van Vlaanderen te vergroten.
Een man beukte aan de kant van de weg met zijn bijl op een boomstam. Hauben feliciteerde hem zoals steeds opgewekt met de schoonheid van het landschap om hem heen. ‘Prachtig, hier!’ De man haalde de schouders op en mompelde dat hij in het verkeerde land geboren is. Boven zijn huis wapperde de Zwitserse vlag. In het vlakke land dat hem omringt en dat hem naar zijn gevoel beklemt probeert hij een beetje Zwitserland te maken. ‘We missen de bergen’, vertelde hij. ‘We leven maar in twee dimensies.’
Corona waart door het land, maar niet op de plekken waar Hauben pintjes bestelt. Daar weegt vroeger zwaarder dan nu.
Daar had Hauben even niet van terug. En het moet gezegd: het waren de mooiste en meest ontroerende passages op zijn wandeltocht. De verhalen die hem toewaaiden zonder dat hij er zelf voor in weetjesboeken of krantenarchieven hoefde te duiken. De man met de bijl in zijn hand die hem toevertrouwde dat hij een ingenieur met een wankele ziel was, dat het verleden een blok beton aan zijn been is dat altijd zwaarder wordt. Of de vrouw die hen uitzwaaide vanaf haar terras aan het kanaal met de woorden dat ze ooit ook een wandelaar was, maar dat ze nu even niets mocht doen, behalve voorzichtig zwaaien, omdat ze op het punt stond een hersenbloeding te krijgen.
Maar hoe graag wandelaar Hauben zich ook overgeeft aan de traagheid, de angst van de televisiemaker voor de leegte is altijd groter. En dus rijgt hij een rist gebeurtenissen uit verschillende tijdperken aan elkaar waarvan de sporen terug te vinden zijn langs de kronkelende wegen die hij bewandelt. De mysterieuze moord op de bedrogen baron in Beernem, de vliegtuigramp van Aarsele waarbij de plaatselijke brandweerman de stukken van mensen letterlijk uit de aarde schraapte en er besloten werd dat ‘dertig kilo vlees telt voor een volledige mens’.
Het verleden is een stuk beton aan je been dat altijd zwaarder wordt. De woorden van de man gevangen in het vlakke land bleven nazinderen. Misschien omdat Hauben zo halsstarrig dat verleden opzoekt, omdat de cafés waarvan hij de deuren opengooit terwijl hij ‘goed volk’ roept recht uit een museum van ambacht en nijverheid lijken geplukt. Het land dat Hauben doorkruist lijkt gestold in de tijd. Corona waart door het land, de droogte maakt de klimaatverandering tastbaar, maar niet op de plekken waar Hauben pintjes bestelt. Daar weegt vroeger zwaarder dan nu.
Het is heerlijk geruststellend, zo’n land dat onbewogen blijft bij verandering. Een ex-burgemeester met een buik als een regenton wankelde uit de auto en vertelde trots dat hij de kasseien in deze koersstreek had laten beschermen. Voor het nageslacht. Voor de fiets. Nee, niet voor hemzelf. Hij gaat al heel zijn leven met de auto op café.
Dwars door België
Maandag 31/8, 20.40, Eén
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier