Ongeremde speelsheid, gekoppeld aan verfijnd primitivisme: dat is de corebusiness van Tune-Yards, een kleurrijk duo uit Oakland, Californië dat met Better Dreaming enkele maanden geleden zijn zesde langspeler uitbracht. Ook zijn jongste passage in het Gentse Wintercircus zorgde weer voor de nodige opwinding.
Vijftien jaar geleden begon Tune-Yards als een soloproject van Merrill Garbus, maar sinds haar tweede lp W h o k i l l uit 2011 wordt ze, zowel in de studio als op het podium, bijgestaan door haar echtgenoot Nate Brenner. Geen van beiden is op zijn mondje gevallen: de werktitel van Better Dreaming was, niet toevallig, Fight Fascism With Trash Music. Tune-Yards verzet zich tegen een wereld waarin de democratie almaar vaker wordt uitgehold en een alarmerend aantal autocratische figuren het voor het zeggen krijgt.

Garbus en Brenner leggen de vinger op allerlei vormen van sociaal onrecht en binden de strijd aan met een regime dat migranten op klaarlichte dag van de straat plukt om ze naar uitheemse gevangenissen te deporteren, de armsten hun ziekteverzekering afneemt en catastrofale handelsoorlogen ontketent.
Woede en verontwaardiging zijn de motor van de songs, maar tegelijk legt het stel zich de morele plicht op hoopvol te blijven. Wie een driejarige dochter heeft, kan het zich nu eenmaal niet veroorloven toe te geven aan de ‘no future’-gedachte. Donkere maatschappelijke thema’s worden bij Tune-Yards dan ook verpakt in eclectische nummers die bruisen van energie en levensvreugde.
Onstuimig
De muzikale aanpak van Garbus en Brenner is uitgesproken minimalistisch: hun werk steunt vooral op ritme en dynamiek. De onstuimige tribale beats van de zangeres worden met behulp van een loop station net zo lang op elkaar gestapeld tot er een meeslepende vorm van polyritmiek ontstaat. De andere muzikale bouwstenen van Tune-Yards zijn strakke baslijnen, af en toe aangevuld met een flard elektronica of een vervormde ukulele.
Dat leidt tot rauwe, ongekunstelde maar met zorg geconstrueerde songs die door sommigen weleens met de schilderijen van Henri Matisse worden vergeleken. De extraverte Garbus bestudeerde Afrikaanse muziek in Kenia, deed inspiratie op in Haïti, liet haar zangstijl bevruchten door die van de Pygmeeën en roeit vrolijk tegen de stroom in. Sommige kwatongen beschuldigen haar weliswaar van ‘cultuurkaping’, maar dat is flauwekul. Hebben Led Zeppelin of The Rolling Stones zich ooit moeten verantwoorden voor de bronnen waar ze zich als muzikanten aan hebben gelaafd?

Zelf wordt Merrill Garbus alvast niet gehinderd door angsten of complexen. Op het podium houdt ze het midden tussen een anarchistische brulboei en een prettig gestoorde kleuterjuf. Haar exuberante maar onbevangen lichaamstaal contrasteerde in Gent hevig met die van haar onverstoorbare wederhelft. Wél klonk de opgewekte muziek, met uitlopers naar funk, R&B no wave disco en grungefolk, altijd uiterst fysiek en dansbaar, waardoor de inhoudelijke boodschap al eens op het tweede plan terecht dreigde te komen. Maar Tune-Yards schamen er zich niet voor te feesten op de ruïnes van de beschaving: het is niet alleen een teken van vitaliteit, het werkt ook bevrijdend.
Strijdbaar
De set in het wintercircus stond vooral in het teken van Better Dreaming. Tune-Yards grepen echter net zo goed regelmatig terug op het oudere W h o k i l l en plukten occasioneel uit platen als Nikki-Knack (2014) en I Can Feel You Creep Into My Private Life (’18). Het resultaat was strijdbare maar verre van ontoegankelijke indiepop, waarin je nu eens echo’s hoorde uit het experimentele oeuvre van Laurie Anderson (Heartbreak), dan weer van soulqueen Aretha Franklin (How Big is the Rainbow) of funkmeester George Clinton (Suspended, Water Fountain).

In Sand Into Stone, uit de in september verschenen EP Tell the Future With Your Body, duwde de zangeres een ‘psycho-killing fascist machine’ de zaal in. In het kolkende, op een logge hiphopbeat geplante Gangsta, deed ze met haar stem doodleuk een politiesirene na. Limelight, met een opvallende synthsolo van Brenner, droeg ze dan weer op aan de geteisterde volkeren van Soedan, Gaza en Jamaica.
Dat Garbus als gewezen poppenspeelster ook een beslagen entertainer is, bewees ze tijdens de enige toegift, Sanctuary, waarin ze met succes de vocale assistentie van het publiek inriep. ‘You are not the weight you carry / Clip the strings and float away / Live inside a sanctuary /Lose yourself to find your way’, was de opbeurende raad waarmee ze de aanwezigen de nacht in stuurde.

Zo kwam er een einde van een visceraal, uitdagend en weerbarstig concert, waarbij kracht en kwetsbaarheid elkaar voortdurend in evenwicht hielden. ‘Get up, stand up, get on with it’ klonk het in ‘Bizness’. Anders gezegd: wie over een stem beschikt, is het aan zichzelf verlicht ze te gebruiken. En zoals we al wisten sinds hun vorige passages: stoorzenders als Tune-Yards kunnen er nooit genoeg zijn.
DE SETLIST: Heartbreak / Swarm / Look at Your Hands / Never Look Back / Suspended /How Big Is the Rainbow / Gangsta / Water Foutain / Powa / Sand Into Stone / Bizness / Limelight // Sanctuary.