Paradise City, dag 2: Modder in de bilspleet
Dag twee van elektronicafestival Paradise City bracht ons nog meer modder in onze bilspleet, broeierige beats en Duivelse vreugde.
Bekijk hier de concert- en sfeerbeelden van de slotdag
Herlees ook het verslag van de eerste festivaldag: Walsen in Wonderland
Het domein van het kasteel de Ribaucourt in Perk had, ondanks de hevige regenval daags voordien, weinig van zijn idylle verloren. Hooi verdoezelde de modder, de beats kwamen vers van de bakker en in de verte loerde de zon om de hoek. Met Compuphonic, Mano Le Tough, Stephan Bodzin en de Rode Duivels sierden grote namen de line-up, maar het is toch vooral De Sfeer die de tweede festivaldag kleurde.
Het prut zat ons nog in de ogen of we liepen met Coma al tegen een verrassing aan. Dit duo uit Keulen schrijft popmuziek met een identiteitscrisis – half techno, half funk – en weet hoe een ochtendhumeur uit te wissen. Maxime Firket, de man achter Compuphonic, is ook al zo’n specialist in het injecteren van frisse, goedlachse elektronica. ‘It’s about that time / time for me to unwind / You can break it down on the dance floor’, klonk het in zijn bescheiden hit ‘Sunset’. En we waren vertrokken.
Een lui gat kweken: there’s an app for that
Paradise City staat synoniem voor vernieuwing. Daar is tsjing, een app om drank te bestellen, een mooi voorbeeld van. Het concept is simpel: verspreid over het terrein zijn er een honderdtal bestelpunten, waar u – mits het scannen van een barcode – via een digitale menukaart een bestelling plaatst. Enkele minuten later brengen ze uw Almdudler en andere kekke drankjes ter plaatse. Het is niet alleen een efficiënte en goede service, maar vooral een uitstekende uitvinding om een lui gat te kweken.
Er zijn overigens wel meer zaken waarmee Paradise City zich onderscheidt van andere festivals: rokers krijgen er een draagbare, ecologische assenbak, groene energie is er heilig, de organisatie trakteerde kampeerders op een gratis kartonnen tent en chef-kok Sofie Dumon opende een pop-up restaurant naast het kasteel de Ribaucourt. Paradise City heeft zo veel te bieden dat het soms moeilijk was om door de beats het bos te zien, maar het is – ontegensprekelijk – een van de festivals van de toekomst.
The Jacksons en de zon
Intussen regende het voor de verandering in Perk. Is het overigens toeval dat er een stortbui uitbrak, halverwege de show van Christian Löffler? Insiders beweren dat de weergoden zich ergerden aan zijn saaie, monotone technoset, en dat de Duitser dus aan de basis lag van de storm. Het is echter wél een feit dat de zon nog eens tien minuten later kwam piepen aan de Love Stage toen Aeroplane, het pseudoniem van Vito de Luca, ‘Can You Feel It’ van The Jacksons speelde.
Kent u Antoine Verbrugge uit Charleroi eigenlijk al? Onder de naam DkA ontpopte hij zich tot de revelatie van de tweede festivaldag. Heel even dachten we dat we ons van tent hadden vergist: het leek alsof we in een naar pis stinkende garage van vijf op vijf stonden te dansen, maar het voelde geweldig. Niemand anders mixte minimal techno en funky house beter tot een broeierig geheel dan DkA. Droeg hij een hoed, dan gaven we hem een pluim cadeau.
Aagje Vanwalleghem
En dan was er voetbal. Kevin De Bruyne schilderde een perfecte voorzet op het hoofd van Toby Alderweireld. Eden Hazard danste elegant als vanouds en Michy Batshuayi waande zich heel even Aagje Vanwalleghem met zijn sierlijke salto. De Duivels zorgden er wel voor dat Schwarzmann, Mathew Jonson en &Me voor halflege tenten stonden te spelen, maar veel maakte dat niet uit, want op het einde zegevierde de euforie.
Paradise City heeft ons, ondanks het slechte weer, overtuigd. Het zat ‘m in de totaalervaring. Van het eten over de muziek tot het ecologische verhaal dat het festival vertelt: Paradise City is er één om te koesteren.
Elmo Lê van
Bekijk hier de concert- en sfeerbeelden van de slotdag
Herlees ook het verslag van de eerste festivaldag: Walsen in Wonderland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier