Over I Love Techno, Fuse en Will Tura: wat de Belgen voor Daft Punk betekend hebben
‘Als die mannen niet groot worden, stop ik ermee.’ I Love Techno- en Fuse-bezieler Peter Decuypere en ‘keizer van het Vlaamse lied’ Will Tura over hun persoonlijke link met Daft Punk. Het Franse duo kondigde vandaag hun afscheid aan.
Dit stuk verscheen eerder in 2017 op Knack Focus en delen we opnieuw naar aanleiding van hun aangekondigde afscheid.
Peter Decuypere, oprichter van Fuse en I Love Techno: ‘Dankzij Daft Punk wordt techno nu ook op Studio Brussel gespeeld’
Begin de jaren negentig kwam er een nieuw geluid onze kant uit, dat zijn oorsprong vond in mysterieuze slaapkamers en obscure platenwinkels in Chicago en Detroit. Techno werd het later genoemd, een verzameling elektronische geluiden dat uitmondde in notoire feesten en de eerste technoclubs. ‘Technofans vormden een hechte community waar de rockfans op neerkeken’, vertelt Peter Decuypere, oprichter van de Brusselse nachtclub Fuse en het inmiddels in Franse handen geduwde festival I Love Techno. ‘Techno stond voor blops en bleeps voor druggebruikers. Natuurlijk was er heel wat drugs te bespeuren op technofeesten, maar zeggen dat drugs de essentie uitmaken van techno is wel héél kort door de bocht. Het is precies dat hokjesdenken waar Daft Punk komaf mee maakte: dankzij hen is de techno volwassen geworden.’
November 1995. Daft Punk, de toen nog compleet onbekende band van de Fransozen Thomas Bangalter en Guy-Manuel de Homem-Christo, stond op de affiche van de allereerste I Love Techno-editie. ‘Ik had hen daarvoor al eens live gezien in mijn club Fuse, op een avond waarop we het Franse magazine Coda hadden uitgenodigd’, vertelt Decuypere. ‘Zij hadden toen allerlei artiesten meegebracht. Eén ervan was Daft Punk. Die combinatie van techno en disco met een punkattitude: dat was een mix van stijlen die nog niemand hen had voorgedaan. ‘Als die niet groot worden, stop ik ermee’, zei ik toen.’
Diezelfde avond nog boekte Decuypere hen voor I Love Techno, waar het duo naast klinkende namen als Jeff Mills en Ritchie Hawtin mocht aantreden. ‘Dat waren goden op dat moment, maar toch heb ik de naam Daft Punk even groot op de affiche gezet. Niemand wist wie ze waren, maar ik dacht: het zal wel duidelijk worden.
Het was één van de eerste buitenlandse concerten die Daft Punk ooit gaf: toen nog zonder robothelmen of fluoriscerende piramides, en met slechts enkele singles op hun palmares. Ze waren blij als een kind, maar toch vooral bloednerveus. Ook I Love Techno stond nog in haar kinderschoenen: op die eerste editie in de Gentse Vooruit was nog geen 700 man. Maar tijdens het concert van Daft Punk ging het dak eraf. ‘Ze stonden gewoon met twee op het podium, maar gaven zoveel energie en warmte’, blikt Decuypere terug. ‘Het was nog rauw en echt live, niet zomaar een gepolijste set.’
Toch scholen er toen al echte performers in die zweterige lichamen: ‘Hun imago liet hen niet onverschillig. Anders dan de meeste technoartiesten, kropen zij niet zomaar achter hun instrumenten. Er zat een beetje variété in hun show, ze wisten heel goed waar ze mee bezig waren.’
In 1996, nog geen jaar later, verscheen Homework, het debuutalbum van Daft Punk. De meeste tracks werden in de slaapkamer van Thomas Bangalter opgenomen, wat meteen ook de titel verklaart. De eerste track, Daftendirekt was een opname van hun optreden op I Love Techno, waarbij de credit ‘Recorded live at a Fuse Party in Gent’ op de hoes prijkte. ‘Ik krijg kippenvel als ik terugdenk aan die eerste plaat’, zegt Decuypere. ‘Toen ik die voor het eerst oplegde, dacht ik: dit is de plaat die de brug gaat maken tussen techno en rock. Er was een zeer prominente gitaar aanwezig, maar live werd die in een samplebak gegooid. Underworld had dat al wel geprobeerd, maar van deze nummers wist ik dat ze ook op Studio Brussel gedraaid zouden worden, en misschien zelfs op Radio 1.’
Reden genoeg om het duo in 1997 nogmaals naar I Love Techno te halen, dat vanwege het gigantische succes van de Vooruit naar Flanders Expo verhuisd was. ‘We hadden 3000 kaarten verkocht op twee dagen. Toch wist ik dat het een risico was om van die knusse, intieme ‘wij’-zaal naar de kille, immense hallen van Flanders Expo gaan. Maar de ontvangst van het publiek voor Daft Punk was fantastisch. Er heerste echt het gevoel van: wij zij samen groot geworden. Daft Punk en I Love Techno, dat was een win-wincombinatie.’
In hun latere werk week Daft Punk steeds verder af van zijn originele technoroots, om op zijn nieuwste plaat Random Access Memories zelfs radicaal voor het popgenre te kiezen met nummers als Get Lucky. Toch blijft volgens Decuypere de muziek inherent goed: ‘Het is niet meer de muziek die ik in mijn auto zou opzetten, maar die nummers met Nile Rodgers zijn knap gemaakt. Ze hebben ook het risico niet geschuwd. Samenwerken met Disney, je moet het maar doen.’
Niet te mainstream, dat Starboy samen met The Weeknd? ‘De muzikale waarde vind ik minder groot, maar ik wil niet zo iemand zijn die zegt dat techno underground moet blijven, of dat het genre uitgemolken wordt. Ik vind het net fantastisch dat we nu die kruisbestuivingen op de radio horen, in plaats van altijd die gitaren. Zonder Daft Punk had een groep als The xx nooit bestaan.’
Wat Daft Punk in de toekomst nog zal brengen, blijft – naar aloude traditie – een mysterie. Begin oktober 2016 werd een geheimzinnige website gelanceerd, die volgens de fans zou suggereren dat de groep binnenkort nog eens de baan op gaat. ‘Ze moeten maar in hun vingers knippen of de hele muziekwereld staat in vuur en vlam. Een beetje zoals Radiohead, maar dan nóg exclusiever’, lacht Decuypere. ‘Maar ik denk dat ze ons binnenkort nog wel eens zullen verrassen. Ik hoop het alvast.’
Will Tura: ‘Mijn concert in Vorst Nationaal was het eerste dat Thomas Bangalter ooit meemaakte’
Een tweede, eerder onverwachte link die Daft Punk met de Belgische muziekscene heeft: die met Will Tura, keizer van het Vlaamse lied. Hij was jarenlang goed bevriend met Daniel Bangalter, vader van Daft Punks Thomas Bangalter. ‘Ik ging destijds regelmatig naar Parijs, waar ik samenwerkte met producer Jean Kluger, een goede vriend van Daniel. In Parijs waren die twee onafscheidelijk, zo heb ik hem toevallig eens ontmoet’, vertelt Tura.
Daniel Bangalter staat in Frankrijk vooral bekend onder zijn artiestennaam Daniel Vangarde, zelf een getalenteerd componist en producer. Hij schreef songs voor The Gibson Brothers (‘Que Sera’), Ottawan en na verloop van tijd ook voor Will Tura himself. ‘Hij heeft jaren geleden het liedje Mooi, het leven is mooi voor mij gecomponeerd; initieel een Engelstalig nummer: Help, give me some help. Daniel was een lieve en joviale man, en een ongelooflijk goeie muzikant. Net zoals zijn zoon, een enorm sympathieke jongen.’
In 1970 trokken Will Tura en Daniel Bangalter nog samen naar Amerika, en in 1992 woonde Daniel Bangalter het concert van Will Tura in Vorst Nationaal bij. Kwam met hem mee: de 18-jarige Thomas Bangalter. Het was het eerste symfonische concert dat hij ooit meemaakte. ‘Ze vonden het goed, en dat betekende veel voor mij’ zegt Tura. ‘Want vader Bangalter was kritisch: als hij het niet voelde, zou hij mij dat ook wel gezegd hebben.’
Vijf jaar later dropte zoon Bangalter met Daft Punk een eerste plaat: Homework. Hij en zijn kompaan Guy-Manuel de Homem-Christo kwamen dat jaar voor een intiem concert naar de AB. Will Tura mocht de soundcheck bijwonen. ‘Dat was toen zeer exclusief’. Daniel had geregeld dat ik erbij kon zijn. Ze hadden toen nog geen robothelmen op, maar hun muziek was wél al geweldig. Ik was er meteen weg van.’ Dat Tura er zelf een geheel andere stijl op nahoudt, maakt zijn bewondering er niet minder op: ‘Of het nu pop, rock of klassiek is: als de muziek op zich sterk is, hou ik ervan. Ook nu nog spits ik mijn oren als ik iets van Daft Punk op de radio hoor.’
Vooral aan Around The World heeft Tura een speciale herinnering: ‘Daniel vertelde me dat hij zijn zoon een LinnDrum had uitgeleend, een soort drumcomputer avant la lettre die ik ook voor mijn muziek gebruikte. Telkens als ik Around The World hoor, herken ik die LinnDrum weer. Dat doet me wel iets.’
Intussen is het contact tussen Will Tura en de familie Bangalter verwaterd. ‘Het is ongeveer acht jaar geleden dat ik Daniel voor het laatst aan de lijn had’, zegt Tura. ‘Ik geloof dat hij ondertussen in Brazilië woont. Hij is een beetje van levensstijl veranderd.’ Ook van Thomas heeft hij na die beginjaren niet veel meer gehoord. Maar de muziek van Daft Punk volgt hij wel nog steeds op de voet: ‘Ik denk dat er nog iets zit aan te komen. Dan ga ik het zeker aanschaffen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier