Ooit was Eartheater een paardenmeisje uit Pennsylvania

© National
Milena Maenhaut
Milena Maenhaut Journalist bij Knack Focus

Alles wat u moet weten over Eartheater, het boegbeeld van de weirdopop.

Ze heeft een lak aan regels

Alexandra ‘Alex’ Drewchin groeide op in een oosters-orthodoxe familie op het platteland van Pennsylvania. Haar ouders – Britse moeder, Russische vader – hadden een paardenboerderij en gaven hun kinderen thuis les. Het gezin had tv noch computer en Drewchin bracht haar kindertijd door met het verzorgen van de kippen en haar pony, al zingend door de velden rennen en bijklussen in een stal. ‘Ik vlocht de manen en staarten van paarden en dacht dat dat was wat ik mijn hele leven zou doen. Tot ik muziek en wiet ontdekte’, zei ze aan The Quietus. Drewchin bleek ook een rebels kind, dat in de problemen kwam omdat ze erotische Lord of the Rings-fanfictie schreef, het vasten verbrak, drugdealers datete en niet kon aarden toen ze zich op haar zestiende voor het eerst moest aanpassen aan de rigide structuur van een middelbare school.

Tijdens een optreden in Polen zogen haar muzikanten naar verluidt elkaars haar op met een stofzuiger.

Ze was amper zeventien toen ze besloot de sprong te wagen en de vrijheid op te zoeken in New York. Ze verdiende er geld door op straat te spelen en werd tijdens dat busken ontdekt door Roberta Flack, de zangeres die wereldberoemd werd met Killing Me Softly with His Song. Flack werd een mentor voor de jonge Drewchin. ‘Ze drukte me op het hart wat ik diep van binnen al wist: dat niemand je kan leren hoe je een nummer moet schrijven. Dat was heel goed advies’, vertelde Drewchin aan Crack.

Zoals Patti Smith gelijkgezinden vond in het Chelsea Hotel, verbleef Drewchin een poosje in een krakkemikkige kamer in het Market Hotel, een concertzaal annex ontmoetingsplek in de Bushwick-wijk waar ook Yves Tumor rondhing, en zo tuimelde ze de experimentele scene van New York in. In 2015 debuteerde ze met Metalepsis, haar eerste album als Eartheater. Dat werd goed onthaald, maar het was pas drie jaar later, met haar derde album Irisiri (2018), dat ze echt doorbrak. De plaat – gereleaset op Pan, het gerenommeerde Berlijnse label voor gelijkgestemde regelbrekers – werd uitgeroepen tot een van de beste experimentele albums van het jaar.

Ze geeft bijzondere liveshows

In 2018 presenteerde Drewchin Irisiri in de Brusselse Beursschouwburg met een clubby show vol beats en strobo’s waarin ze als slotact over de grond kronkelde. Een jaar later gooide ze het in de Ancienne Belgique over een heel andere boeg en speelde ze een grotendeels akoestische set. De club kids dropen ietwat teleurgesteld af. In 2021 was ze opnieuw in ons land, voor een show in de Botanique. Ze vergat haar tekst, gaf toe dat ze had gedronken en haar setlist niet meer zo goed kon lezen, schoot meermaals in de lach, deed het publiek ongemakkelijk heen en weer schuifelen, maar etaleerde een vocal range die de meesten onder ons nuchter niet halen. En tijdens een optreden in Polen zogen haar muzikanten naar verluidt elkaars haar op met een stofzuiger.

Om maar te zeggen: je weet nooit wat je van een show van Eartheater kunt verwachten, en Drewchin is niet van plan zich iets aan te trekken van wat mensen denken. ‘Het leven beloont me als ik mijn eigen ding doe’, zei ze aan het blad Metal. ‘En eerlijk gezegd: doorheen de jaren heb ik gemerkt dat mensen die me bekritiseren jaloers zijn, zich bedreigd voelen of stiekem geobsedeerd zijn. Als het je niet bevalt, bemoei je dan met je eigen zaken.’

Het resultaat is niet altijd even goed, maar saai wordt het nooit.

Ze vindt zichzelf steeds opnieuw uit

Eartheaters eerste platen Metalepsis en RIP Chrysalis (2015) schipperen tussen psychedelische folk en experiment. Irisiri (2018) en Trinity (2019) zijn op electronica en beats gestoelde albums waarop ze onderzoekt hoe ver ze met haar stem kan gaan. Phoenix: Flames Are Dew upon My Skin (2020) is dan weer akoestischer, vol delicaat gitaarspel, harp en viool. Ze is model voor Mugler, componeert muziek voor kamerorkesten en modeshows en heeft een eigen label Chemical X, waarop ze de muziek van onder meer Lolahol, de oudste dochter van Madonna, uitbrengt. In haar videoclips heeft ze nu eens vleugels (How to Fight), dan weer loopt ze verkleed als non door de straten van Kiev (Faith Consuming Hope) of rijdt ze als bimbo in een cabrio (Joyride).

Eartheater is voortdurend in flux, op zoek naar nieuwe manieren om zichzelf en haar muziek te uiten. In interviews beschrijft ze haar werk met metaforen die een metamorfose uitdrukken: een rups die tot een vlinder ontpopt, een ei dat uitgebroed moet worden of een feniks die in vlammen opgaat en opnieuw geboren wordt, zoals op het artwork van Phoenix: Flames Are Dew upon My Skin. Deze week komt haar nieuwe plaat uit, haar zesde intussen en het eerste deel van een tweeluik dat inspiratie zou putten uit zowel dance en triphop als folk en pop. In Crack beschreef ze Powders als een ‘volledig nieuw geluid’. In haar geval betekent dat dat het alle kanten op kan. Zoals ze Bijna een decennium geleden al zei: ‘Stilstaan is mijn grootste nachtmerrie.’

Powders

Nu uit op Chemical X. Tweede deel Aftermath volgt begin 2024.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content