Kae Tempest na de breakdown: ‘Ik was op een vreselijk donkere plek’

Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Kae Tempest heeft eindelijk een echt albumalbum gemaakt. En persoonlijker dan op The Line Is a Curve hoorde u de Britse rapper nog nooit.

Zangeres Lianne La Havas. Frontman Grian Chatten van Fontaines D.C. Drummer Kwake Bass van jazzcombo Speakers Corner Quartet. Producer en toetsenman Dan Carey. Het is het Focus Music Festival all over again in de liner notes van The Line Is a Curve. Twee jaar nadat ze een onderonsje hebben gespeeld op het digitale festival dat Tempest voor Knack Focus cureerde om de pandemische pijn te verzachten, tekenen alle bovengenoemde namen present op het vierde studioalbum van Kae Tempest.

‘Mag ik zeggen dat ik niet verrast ben?’

‘Tja, they’re my people‘, lacht Kae Tempest.

Wanneer we hun (Tempest is non-binair, de bijbehorende voornaamwoorden zijn die/hun) spreken in de Londense kantoren van platenfirma Virgin Music is de single No Prizes net gelost. Dat duet met Lianne La Havas is misschien wel het meest ambitieuze nummer dat Kae Tempest tot dusver heeft uitgebracht. Maar van zenuwen lijkt geen spoor.

Ik was op een vreselijk donkere plek en dit album was als een lange ladder die me naar het licht leidde. Niet evident, want depressie staat haaks op creativiteit.

‘Hoe de eerste reacties zijn? Ik weet het eerlijk gezegd niet’, schokschoudert Tempest. ‘Het is allemaal een beetje abstract, want ik zit hier interviews te geven. Maar ik kreeg zojuist een bericht van een vriend dat hij me op de radio heeft gehoord, dus all good.’

De kans dat Kae Tempest de komende tijd nog vaker op de radio zal passeren, is niet gering. Met The Line Is a Curve heeft het Zuid-Londense woordwonder dat erom bekendstaat epische gedichten op muziek te zetten – zie het door sterproducer Rick Rubin ingeblikte The Book of Traps and Lessons (2019) – voor het eerst een echt albumalbum gemaakt. Met echte songsongs. Met opnieuw pulserende beats. En met dus ook enkele gerenommeerde gasten.

Fontaines D.C.-zanger Grian Chatten liet zich onlangs ontvallen dat hij de opnames van het nummer I Saw Light ‘zenuwslopend’ vond.

Kae Tempest: Het was duidelijk dat het een speciaal moment voor hem was. We hadden op voorhand afgesproken in de pub en toen ik aankwam, zat hij al aan zijn derde pint. ‘Oeh, er is er eentje nerveus’, dacht ik. (lacht) Geen idee waarom hij het nodig vond om zichzelf moed in te drinken, want Grian is niet alleen een echte rockster, hij is ook een geweldige poëet. Zijn verse in I Saw Light is zó goed.

Allicht niet meteen een van ‘your people’, maar met Kevin Abstract van Brockhampton heb je wel een van de Amerikaanse rapfenomenen van de jongste jaren gestrikt. Hoe heb je dat geflikt?

Tempest: Ik voelde dat er nog iets mankeerde aan de song More Pressure en dat ik het verder moest zoeken dan mijn vaste kliek. Ik weet niet waarom, maar ik hoorde een Amerikaanse stem in dat nummer. Het is Rick Rubin die de naam van Kevin Abstract liet vallen. Rick heeft mijn vorige plaat destijds aan de mannen van Brockhampton laten horen, en die waren zo onder de indruk dat ze me een bericht hebben gestuurd. Er was dus een connectie, ook al had ik Kevin nog nooit ontmoet. Nog steeds niet, trouwens, want door covid konden we niet reizen en hebben we het nummer vanop afstand gemaakt.

Al die gastartiesten moeten bijdragen aan het gemeenschapsgevoel dat je met The Line Is a Curve wilt opwekken.

Tempest: (knikt) Muziek is voor mij altijd iets heel sociaals geweest. Rondhangen en muziek spelen is al wat wij deden toen we jong waren. We gingen naar feestjes en voorzagen er zelf de muziek. We were the party. Ik die de microfoon inpalmde, Kwake die achter de decks kroop: dat is wat uitgaan voor ons was. Maar tegen de tijd dat ik een platendeal kreeg, had ik mijn focus al wat verlegd. Omdat het met onze bandjes maar niet wilde lukken, ben ik in de poëziewereld gerold, waar zich vreemd genoeg plots wél allerlei deuren voor mij openden. Mijn eerste platen waren bijgevolg heel zorgvuldig geconstrueerde, narratieve albums vol personages en ingewikkelde verhaallijnen. Die speelden zich heel erg in mijn eigen hoofd af, dus moest ik ze wel alleen maken. Met dit album wilde ik dat loslaten. The line is a curve, weet je wel. Ik wilde terugkeren naar hoe het allemaal begonnen is. Naar mijn roots. Naar mijn community.

'Grian Chatten van Fontaines D.C. zat al aan zijn derde pint toen ik hem in de pub zag voor I Saw Light.
‘Grian Chatten van Fontaines D.C. zat al aan zijn derde pint toen ik hem in de pub zag voor I Saw Light. “Oeh, er is er eentje nerveus”, dacht ik. Maar zijn verse is zó goed.’

Je hebt op één dag drie verschillende takes van de plaat opgenomen voor drie verschillende generaties toeschouwers: een man van 78, een generatiegenote van 29 en een stel tieners van 12, 15 en 16. Vanwaar kwam dat idee?

Tempest: Ten tijde van de vorige plaat heb ik ontdekt dat mijn lyrics tot leven komen als er mensen meeluisteren. Op een dag kwamen Rick, een vriend van Rick en hun twee kinderen de studio binnen en heb ik The Book of Traps and Lessons in één ruk aan hen voorgedragen – ook aan die negen of tien jaar oude kids, ja. Dat moet voor hen echt fucking crazy geweest zijn – ik bedoel: die plaat is een epos in muziekvorm! – maar ook voor mij. Ik merkte dat hun aanwezigheid iets met mijn stem deed. Dat is me zo bijgebleven dat ik me bij de start van de opnames van The Line is a Curve bedacht: wat zou er gebeuren als ik de plaat voor drie totaal verschillende generaties zou spelen?

En, wat gebeurde er?

Tempest: De woorden kregen elke keer een andere betekenis, een ander tempo, een ander gevoel. Echt zot.

Take twee, met generatiegenote, dichteres en goeie vriendin Bridget Minamore als eenmanspubliek, heeft de plaat gehaald. Nochtans zijn zowat alle muzikanten die ik ken het erover eens dat er niks moeilijker is dan voor vrienden op te treden. En de Belgische ster Stromae zei hier onlangs dat er zelfs niemand in de buurt mag zijn als hij zijn zanglijnen opneemt.

Tempest: Echt? Eminem is ook zo. Die kan naar verluidt zelfs geen studio-ingenieur in zijn nabijheid verdragen. Ik heb het juist nodig om iemand met mijn teksten te kunnen aanspreken – letterlijk. Maar dat van dat spelen voor vrienden klopt ergens wel. Mijn producer Dan Carey zei dat ik Bridget niet alleen de plaat aan het voorzingen was, maar me al doende ook half aan het excuseren was voor het feit dat ik haar helemaal naar de studio had laten komen en haar ook nog eens die ganse plaat heb doen uitzitten. (lacht) Maar dat ongemak heeft de plaat wel haar definitieve geluid gegeven.

***

Ondanks het gemeenschapsgevoel en de vele gasten is The Line Is a Curve Kae Tempests persoonlijkste plaat tot nu toe. Tempest beaamt dat: ‘Om het met mijn grote held James Joyce te zeggen: “In the particular is contained the universal.”‘ Het is dus geen toeval dat er voor de eerste keer ooit een beeltenis van de rapper zélf op de albumhoes staat. Ook in de teksten verstopt Kae Tempest zich niet langer achter fictieve personages als Harry, Becky en Pete, zoals op debuutalbum Everybody Down (2014) en opvolger Let Them Eat Chaos (2016). Een op muziek gezette dramatische monoloog à la The Book of Traps and Lessons is dit album evenmin. The Line Is a Curve is gewoon het bloedeerlijke relaas van een artiest op zoek naar balans in het leven.

Het is echt crazy dat er overal ter wereld zo gretig naar muziek uit Zuid-Londen geluisterd wordt. And it’s still home.

Het viel me op dat je het zowel in je boek On Connection (2020) als in These Are the Days uit je nieuwe plaat over ‘regaining balance’ hebt. Welk evenwicht diende zo nodig hersteld te worden?

Tempest: Dat is een heel goeie vraag. (denkt na) Eerlijk: ik heb een zware breakdown gehad, een psychologische inzinking. Ik worstel al van kindsbeen af met mijn mentale gezondheid, maar een tijdje geleden heeft dat zijn hoogtepunt bereikt. Er waren dingen gaande in mijn privéleven, zoals een relatiebreuk. Er waren dingen gaande in mijn professionele leven. En op tour is het allemaal samengekomen, wat dus tot die collapse heeft geleid. Ik heb mezelf echt weer bij elkaar moeten rapen. Een heel, heel lastige tijd.

Heb je het dan over de tour van 2019 en begin 2020?

Tempest: Ja. Die hele tour lang ben ik aan het flippen geweest. I was totally fucked up. Daarna brak de pandemie uit. In plaats van medicijnen te nemen en gewoon door te zetten heb ik toen de tijd genomen om – welja – opnieuw een balans te vinden.

En om samen met ons een digitaal festival op poten te zetten. ‘Zonder dit kleine momentje was vandaag een donkerder dag voor mij geweest’, zei je aan het einde van het Focus Music Festival. Het was dus ook toen, in de zomer van 2020, nog aan de gang?

Tempest: Ja. Ik was toen helemaal down. Low-down. Ik kampte met depressie.

Heeft de plaat soelaas kunnen bieden?

Tempest: Ja. Ik was op een vreselijk donkere plek en dat album was als een lange ladder die me naar het licht leidde. Het is zoals ik het op de plaat zing: ‘It went dark, I saw light.’ Ik moest natuurlijk wel nog op die ladder zien te klauteren. Niet evident, want depressie staat haaks op creativiteit. Het is de afwezigheid van alles. Het grote niets. Het was echt huge voor mij dat ik mezelf op een bepaald moment terug naar de studio heb kunnen slepen. Daar heb ik het allemaal van me af geschreven, zoals ik altijd doe. Water in the Rain en Move gaan over die periode en hoe ik als het ware bijna terug tot leven ben moeten komen. ‘I’ll fight you till I win’, zing ik in dat laatste nummer. Dat wordt een goeie song om live te spelen. Ik hoop dat ik er mensen die bipolair zijn of aan PTSS, depressie, angststoornis, paranoia, schizofrenie of iets anders lijden kracht uit kan doen putten.

Wat je níét altijd doet, is met je kop op de albumhoes gaan staan.

Tempest: Dit is de eerste keer, ja. (lacht)

En al meteen voor echt: de hoesfoto is een portret van de wereldberoemde Duitse kunstfotograaf Wolfgang Tillmans.

empest: I love him. Een paar jaar geleden stelde hij hier in Tate Modern tentoon en heb ik tranen met tuiten gehuild. Ik identificeerde me heel hard met zijn werk. Ik had hem nog nooit ontmoet, maar het voelde alsof hij mij kende. In mijn wildste dromen was Wolfgang de man die mij voor deze plaat zou portretteren. Dus hebben we hem gevraagd, en vervolgens heeft hij drie maanden niks van zich laten horen. (lacht) En nét toen mijn visuele rechterhand zei dat we op zoek moesten naar een andere fotograaf, belde hij terug en zegde hij toe.

Kae Tempest na de breakdown: 'Ik was op een vreselijk donkere plek'

Hoe komt het dat je jezelf plots bloot durft te geven voor de camera, terwijl je voorheen nooit op een albumhoes of boekcover te bespeuren bent geweest?

Tempest: Ik voelde me er gewoon klaar voor. Misschien komt het door wat ik tijdens de lockdown heb doorstaan. Of door mijn coming-out.

Je kwam in 2020 naar buiten als trans/non-binair. Was dat zwaar of luchtte het net op?

Tempest: Een beetje van beide. Ik kon het gewoon niet meer achterhouden, ik kon het niet meer onderdrukken. Ik moest hiermee naar buiten komen. (blaast) Het is frappant, want het is zoiets groots en tegelijk is het hyperpersoonlijk. Toch wil ik dit verhaal luidop vertellen. Het is te belangrijk. Op deze plaat gaat het er nog niet al te expliciet over, maar in het nieuwe boek dat ik aan het schrijven ben, ga ik er wél dieper op in.

***

‘Ik weet ook niet wat hier in de grond zit,’ zegt Kae Tempest, ‘maar het is echt crazy dat er overal ter wereld zo gretig naar muziek uit Zuid-Londen geluisterd wordt.’ Black Country, New Road, Squid, Black Midi, Joy Crookes, Greentea Peng: het aantal nieuwe artiesten dat tegenwoordig – zoals Tempest tien jaar geleden – vanuit Zuid-Londen hoge ogen gooit, is inderdaad nauwelijks nog op één hand te tellen. ‘Het is gewoon een ongelooflijke plek. And it’s still home.’

Heb je nooit overwogen om naar ergens anders te verhuizen?

Tempest: Ik heb het gedaan. Ik heb anderhalf jaar in de Pyreneeën gewoond. Tussen Frankrijk en Spanje.

Echt?

Tempest: In de uitlopers van de Pyreneeën zelfs. Niet eens in een dorp. Gewoon alleen tussen de geitjes. (lacht)

Nog eens: echt?

Tempest: Ja. Tussen 2012 en 2018 heb ik letterlijk geen dag vrijaf gehad. Dat was zo intens dat mijn toenmalige vriendin na het laatste concert van de Let Them Eat Chaos-tour zei: ‘We’re getting the fuck out of here.’ We hebben nog één stevige afterparty gehouden en zijn dan in de auto gestapt en ervandoor gegaan. Voor nog geen derde van de prijs van een eenslaapkamerappartement in Lewisham bewoonden we daar een gigantische schuur. We kwamen in een andere cultuur terecht, leefden er op een ander ritme. Je kon er de seizoenen in elkaar zien overgaan. Geweldig. Maar dan zat ik daar ’s zondags met een pint in de hand anoniem te wezen op de dorpskermis en vroeg ik me af: waar is mijn léven naartoe? Ik miste thuis, ik miste Zuid-Londen. Dus ben ik in 2019 teruggekeerd. En nee, ik denk niet dat ik ooit nog wegga. Want laten we wel wezen: hoe geweldig het ook is om in de natuur te vertoeven, de natuur geeft geen moer om jou. The city wants you alive, but nature doesn’t give a fuck about you. (lacht)

The Line Is a Curve

Uit op 8/4 bij Republic Records/Virgin Music. Kae Tempest speelt op 15/7 op Gent Jazz. Alle info: gentjazz.com.

Kae Tempest

Geboren en getogen in Zuid-Londen.

Is rapper, spoken-wordartiest, dichter, romancier en schrijver van theaterstukken.

Discografie Everybody Down (2014), Let Them Eat Chaos (2016), The Book of Traps and Lessons, The Line Is a Curve (2022).

BibliografieThe Bricks That Built the Houses (2016), On Connection (2020) e.a.

Curator van Knack Focus’ digitale Focus Music Festival in 2020, met ook Lianne La Havas, Fontaines D.C., Charlotte Adigéry & Bolis Pupul, Georgia en Speakers Corner Quartet op de affiche.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content