Gent Jazz, dag 6: tussen Havana en New Orleans

Gonzalo Rubalcaba Trio op Gent Jazz. © Gent Jazz
Bart Cornand
Bart Cornand Redacteur Knack

Trippy electronics, Cubaanse ritmes, een volle bigband: Gent Jazz had het allemaal. En gebabbel. Véél gebabbel.

Pentadox: in rode letters in de annalen

Drie jonge snuiters met branie wonnen vorig jaar het concours Jong Jazztalent Gent. De deal: een geldprijs en twaalf maanden de tijd om hiermee iets zinnigs uit te werken. Plannen hadden saxofonist Sylvain Debaisieux, pianist Bram De Looze en drummer Samuel Ber genoeg. In BOZAR stelden ze begin dit jaar zelfs een eerste cd voor met notoire gasten als saxofonisten Guillaume Orti en Bo Van Der Werf. Het voorspel tot wat we in Gent hoorden.

Deze keer nodigden ze cellist Lester St Louis, contrabassist Nick Dunston en trombonist Weston Olencki uit. Van een radicale koerswijziging tegenover het debuut was geen sprake. Improvisatie en diverse wisselwerkingen stonden nog altijd centraal. Totaal ontregelde combinaties, losse muzieknoten als ‘objets trouvés’ en wat hippe bleeps annex electrogeruis werden verwerkt in een uur lange flow zonder de pauzeknop in te drukken. Het klonk waarschijnlijk als anarchie en chaos bij niet-ingewijden, maar voor aficionado’s werkte het als een magneet. Erudiet gefreewheel dat in rode letters in de annalen van Gent Jazz genoteerd zal blijven.

.
.© Gent Jazz

(Georges Tonla Briquet)

Gonzalo Rubalcaba Trio: Cubaanse ritmes in wit pak

Lekker weer (toen nog), een cocktailbar in de nabijheid en een gezellige tuinfeestsfeer: velen zullen gehoopt hebben op een loungy afterparty in Cubaanse stijl na de cerebrale wervelwind van Pentadox. Dat was buiten Gonzalo Rubalcaba gerekend. Hij heeft wel degelijk nummers in die sferen opgenomen, maar de pianist maakte vooral furore met meer complexe, opzwepende ritmes. En dat was precies wat hij in Gent liet horen.

In strak wit pak gaf Rubalcaba een energieke rondleiding door de rijke Cubaanse erfenis.

In strak wit pak gaf de pianist van bij de eerste noten een energieke rondleiding door de rijke Cubaanse erfenis. De bijwijlen virulente mix van polyritmiek, jazzrock en fusion miste de uitwerking op het publiek niet. Vooral de solo’s trokken iedereen over de lijn – met een bassist die duidelijk goed geluisterd heeft naar Jaco Pastorius valt dat te begrijpen. Naar het einde toe leek het alsof de band zich zou vastrijden in een herhalingsoefening, maar de slotballade rondde dan toch alles smetteloos af. Het moet zowat de vierde keer geweest zijn dat Rubalcaba hier te gast was. Na dit concert komt er ongetwijfeld een vervolg.

(Georges Tonla Briquet)

.
.© Gent Jazz

Stéphane Galland: Het jazzspectrum van een polyvalent drummer

Zonder Stéphane Galland geen Aka Moon: de drummer bepaalt in even grote mate als Fabrizio Cassol en Michel Hatzigeorgiou de sound van het trio. Na al die jaren maakt hij steeds meer tijd voor eigen nevenprojecten. Drie daarvan kwam hij voorstellen in Gent, met telkens een tijdslimiet van een half uur. ‘Een schizofreen gegeven’, aldus de man, maar hij ging er helemaal voor.

(The Mystery of) KEM

Galland omringt zich met drie jonge muzikanten: contrabassist Federico Stocchi, pianist Bram De Looze en saxofonist Sylvain Debaisieux. Deze laatste twee gaven net voordien nog het beste van zichzelf met Pentadox in de grote tent. Het viertal gooide gretig begrippen als improvisatie, vrijheid en melodie te grabbel in een mix van hoekige en stuiterende ritmes. ‘The job of the artist is always to deepen the mystery’ staat op de hoes van hun plaat gedrukt (een citaat van Francis Bacon). En jazeker: bij veel luisteraars stonden de vraagtekens in de ogen. Een gouden raad: koop de vinyl, en ga er nog eens goed voor zitten.

.
.© Gent Jazz

Stéphane Galland & Malcolm Braff

Voor de tweede showcase stond pianist Malcolm Braff mee op het podium. Een emblematische figuur die zich even goed thuis voelt in Brazilië als in Afrika of Indië. Check op YouTube eens de clip onder de titel Efe, van hem en Galland. De grooves daarvan sluiten naadloos aan bij Haina van Art Blakey (terug te vinden op diens Africaine). Het is precies díé vibe die de twee verder uitwerkten op de Graden Stage. Galland als tribal drummer en Braff als percussieve toetsentovenaar, zowel op akoestische piano als op Rhodes.

Galland heeft een heel eigen stijl, ongeacht in welke constellatie hij terechtkomt. Het kenmerk van een groot artiest.

Voor het derde luik met Adriaan Van de Velde aka Pomrad gaven we verstek. Het weer vond het welletjes geweest, en schuilen onder het minitentje voor de Garden Stage bleek geen optie. De weinige stoelen die er stonden, waren even snel in beslag genomen als tickets voor Sting en Rammstein. Maar goed, conclusie na twee sets van Galland: de man heeft een heel eigen stijl, ongeacht in welke constellatie hij terechtkomt. Het kenmerk van een groot artiest.

(Georges Tonla Briquet)

Terence Blanchard ft. The E-Collective: tussen ‘mwa’ en masterclass

Als de man ons niet in 1990 ontvallen was, zou drummer Art Blakey op 11 oktober van dit jaar 100 zijn geworden. Meer dan drie decennia lang maakte de koning van de hardbop er zijn missie van om jong talent op te leiden: ‘I’m gonna stay with the youngsters. When these get too old I’ll get some younger ones. Keeps the mind active’, was zijn geloofsregel. Het lijstje met youngsters dat door hem werd gekneed is indrukwekkend: Wayne Shorter, Clifford Brown, Lee Morgan, de broers Marsalis en… Terence Blanchard.

.
.© Gent Jazz

De trompettist uit New Orleans werd in 1982 opgevist, en zou acht jaar aan boord blijven. Sindsdien heeft hij Blakeys mentorrol overgenomen, schreef hij twee opera’s en werd hij een grote naam in het filmcircuit. Blanchard componeerde meer dan veertig soundtracks, met name voor Spike Lee (waaronder diens recentste film, Blackkklansman).

Een eeuwfeestje ter ere van Blakey kon niet uitblijven maar, zo bezwoer Blanchard op Gent Jazz, ‘dit wordt geen typische tribute. Ik zoek ook uit waar de muziek naartoe had kunnen gaan’. Dat de muziek al eens een flinke omweg zou kunnen nemen, werd al duidelijk in opener Ugetsu, die afklokte op 22 minuten. De compositie uit ’63, toen met Freddie Hubbard op trompet en ook al goed voor 11 minuten, werd een rollercoaster van ritmes en solo’s.

Tip voor Gent Jazz: geef pianist Gerald Clayton volgend jaar zijn eigen podium.

Een mens kwam bij momenten ogen te kort. Tenorist Jean Toussaint, ook al een veteraan van Blakey, was één brok zelfvertrouwen, drummer Jeff ‘Tain’ Watts was een plezier om naar te kijken – aan zijn blik te zien moet hij de gelukkigste mens te wereld zijn. One by One werd een masterclass in strak ensemblespel, Choices kreeg de beste groove mee die we sinds de dood van Prince hebben gehoord.

Dé uitschieter op het podium was ongetwijfeld de jonge pianist Gerald Clayton, die aan de vleugel én op Fender Rhodes alle ruimte kreeg. Tip voor Gent Jazz: geef deze kerel volgend jaar zijn eigen podium.

En Blanchard? Hoe combattief zijn legerbroek ook leek, hoe groots zijn trompetspel ook kan zijn, vaak was hij ons kwijt. Nummers als Oh By the Way, Dat There en Kaos klonken wel erg vrijblijvend, en de synth-klank op zijn trompet brak de magie. Zelfs een klassieke uitvoering van Blakeys standard Moaning kon de meubelen niet redden.

(Bart Cornand)

Fred Hersch: de kracht van stilte

Ambitieus was het project zeker, toen pianist Fred Hersch en arrangeur Vince Mendoza de handen in elkaar sloegen om Hersch’ oeuvre te bewerken voor bigband. Het nieuwe album, Begin Again, is een wandeling door zijn carrière, uitgevoerd door de Duitse WDR Big Band. De plaat is als een cadeautje van het leven: de heldere melodieën van Hersch, de secure golven van een orkest van 15 man, de narratieve spanningsbogen in de composities. Alles klopt.

.
.© Gent Jazz

Of dat live even goed zou lukken – het concert op Gent Jazz was pas de derde uitvoering – viel te bezien. Het begon alvast goed met het recente titelnummer: een uptempo, vreugdevolle klaroenstoot om een nieuwe dag, dan wel een nieuw leven te beginnen. Maar Heartsong zou exemplarisch blijken voor wat er tijdens dit concert schortte: Mendoza had de blazerspartijen wel erg dik aangezet, en de harde geluidsmix in de tent hielp ook al niet. Maar het was vooral een deel van het publiek dat de boel voor de anderen verbrodde. Door de regen vonden sommigen het een goed idee om met receptietafel en al achter in de tent hun verjaardags- of netwerkfeestje verder te zetten. Hersch’ tragische verhaal bij Out Someplace, een compositie over een gay jongen die werd doodgeslagen, werd gelardeerd met lachsalvo’s uit de zaal. We zeggen het elk jaar opnieuw: bij klassieke jazzconcerten hou je je gedeisd, of je gaat weg.

Néé, de concerttent van Gent Jazz is niet de goeie plek om uw netwerkreceptie te houden. Zwijg of ga weg.

Hersch liet het niet aan zijn hart komen en klonk steeds sterker. Het introïtus bij The Orb sneed je de adem af. The Big Easy en het wiegende Havana masseerden het orkest eindelijk los met uitstekend werk van de solisten, en toen trok Hersch het laken helemaal naar zich toe. Pastorale, geïnspireerd door Robert Schumann, deed het publiek (bijna) verstommen. Bij wijze van doodsteek deed de pianist er in z’n eentje nog eens Round Midnight van Thelonious Monk bovenop.

Komt u maar snel terug, meneer Hersch. Misschien toch maar in trio, en in een stille zaal.

(Bart Cornand)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content