Na de dood van Pharoah Sanders: (her)ontdek het oeuvre van de veteraan van de kosmische jazz

Pharoah Sanders in 2017 © Paul Charbit/Getty
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Jazzlegende Pharoah Sanders is overleden. Wij gaan in vijf stappen door zijn discografie.

Dit is een artikel uit het archief, dat geschreven werd naar aanleiding van Promises, een album van producer Floating Points samen met de tachtigjarige tenorsaxofonist en jazzveteraan Pharaoh Sanders en het London Symphonic Orchestra. Het werd de eerste vijfsterrenplaat van het jaar in Knack Focus, en we waren niet de enigen die enthousiast met lof zwaaiden: ‘Elke noot, zucht, bleep, en kentering zit vol betekenis’, schrijft The Quietus.A refreshing, one-of-a-kind conversation between jazz, classical, and electronic‘. Pitchfork gaf het album 9/10, en noemde het ‘een hemels event’. ‘Adembenemend’, noteerde The Observer.

‘Laat in de herfst van z’n leven,’ schreef Jonas Boel in 2021, ‘beleeft Pharoah Sanders – die op handen gedragen wordt door hedendaagse saxofoonhelden als Kamasi Washington en Shabaka Hutchings – dus nog eens een artistiek hoogtepunt. We vissen voor de gelegenheid nog vijf andere, essentiële langspelers op uit zijn uitgebreide discografie als bandleider én als handlanger.’

De instapplaat: Thembi (1971)
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Als componist en uitvoerder kent Pharoah Sanders verschillende gedaantes, maar zijn naam is voor eeuwig en altijd verbonden aan de freejazz, beïnvloed als hij was door avant-gardisten als Albert Taylor, Cecil Taylor, en John Coltrane. Lang uitgesponnen meditaties en mantra’s, gespierd uit de band springende improvisatie, Afrikaanse en Caribische invloeden, dissonante solo’s, en Indiase ornamenten behoren allemaal tot zijn arsenaal. En op Thembi vindt u van alles wat.

Het is het zesde van elf albums die Sanders tussen 1966 en 1973 opnam voor het gerenommeerde Impulse!-label, en start met een pastoraal klinkende compositie geschreven door toetsenist Lonnie ‘Liston’ Smith: het lijflied Astral Travelling. Eén van de ijkpunten van de spirituele, kosmisch georiënteerde jazz, maar ook één van de meer toegankelijke, vlot in het gehoor liggende momenten in zijn hele discografie. Samen met de titeltrack en Morning Prayer een ideale kennismaking op maat van de ongeoefende luisteraar.

Avonturiers kunnen dan weer hun hart ophalen bij Red, Black, & Green (de kleuren van de pan-Afrikaanse vlag), met z’n furieuze tenoruithalen over gecontroleerde kakofonie, en bij het ritualistische, uitgelaten percussiefestijn Bailophone Dance. Meer van dat vindt u trouwens op het ook in 1971 uitgebrachte, uit één lange jam bestaande Black Unity, de favoriete Pharoah Sanders-plaat van Shabaka Hutchings.

De leerling-tovenaarjaren: Kulu Sé Mama (1965)
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een jaar nadat John Coltrane de blauwdruk voor de spirituele jazz schetste met zijn bestseller A Love Supreme (1964) nodigt hij de jonge, beloftevolle Pharaoh Sanders uit om in z’n groep te spelen. Die was hem opgevallen als pupil van afrofuturist Sun Ra (die Pharoah, die eigenlijk Farrell heet, z’n artiestennaam gaf). Coltrane vond de experimentele, vrije speelstijl van Sanders inspirerend, en Sanders werd op zijn beurt aangetrokken door de mystieke, transcendente aspiraties van Coltrane. De twee tenoren tilden elkaar naar een hoger niveau, dan wel bewustzijn.

Sanders zou uiteindelijk twee jaar lang aan de zijde vertoeven van Coltrane, goed voor in totaal elf langspelers, en Kulu Sé Mama was het laatste album dat verscheen terwijl hij nog in leven was. Het duel dat ze uitvechten in de titeltrack speelt zich achttien minuten af op het scherp van de snee, en is één van de weinige tracks in Coltranes oeuvre waarop zang te horen is. 54 jaar na datum nog even fris en bezwerend.

De ervaren Coltrane-adept zal voor meest knetterende symbioses van de tandem Coltrane-Sanders (die elkaar constant afwisselen in de rol van leerling en tovenaar, student en mentor) verwijzen naar Ascension (1965), Om (1965), en het postuum in 1967 verschenen Expression. Het zijn allen monumenten van de freejazz, zonder twijfel, maar wie zijn eerste duik neemt springt niet meteen in het diepe, toch?

Het spirituele hoogtepunt: Journey in Satchidananda (1970)
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Na het overlijden van John Coltrane in de zomer van 1967 nam Sanders diens fakkel over op zijn soloalbums, maar ook aan de zijde van weduwe Alice Coltrane, zelf een begenadigd pianist, harpist, en arrangeur. Wat A Love Supreme voor haar echtgenoot John betekende, is Journey in Satchidananda voor Alice: een spiritueel ontwaken, bijgestaan door oude Coltrane-getrouwen Sanders en Rashied Ali, op drums.

Ook prominent aanwezig op deze psychedelische luistertrip: het aan sitar verwante, Indiase snaarinstrument tanpura, veelvuldige tamboerijn, en klokjes in allerhande maten en soorten. Een seance is het, bedacht en gespeeld onder invloed van Swami Satchidananda, de goeroe die een jaar eerder Woodstock officieel had ingezegend, en van wie Coltrane na haar grote, persoonlijke verlies een discipel geworden was.

‘Een opmerkelijk album’, staat er op Allmusic.com, ‘en verplichte kost voor iedereen die geïnteresseerd is in de ontwikkeling van experimentele jazz. Het is ook opvallend toegankelijk’. Dat Pharaoh Sanders in grote vorm is voegen we daar graag aan toe. En dat is hij trouwens ook op de voorganger van Journey in Satchidananda: het enkele maanden eerder verschenen Ptah, the El Daoud, dat met Joe Henderson nog een tweede, excellente rietblazer in het deelnemersveld telt.

De obscure parel: Lawrence of Newark (1973)
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

John en Alice Coltrane, Sun Ra, Don Cherry, McCoy Tyner, Ornette Coleman, Idris Muhammad, … Pharoah Sanders stelde z’n hoorn graag ter beschikking van verschillende jazzkleppers. Maar in 1973 deed hij als ‘mystery guest’ ook mee op een grotendeels vergeten maar schitterend pareltje: Lawrence of Newark van de New Yorkse toetsenist Larry Young.

Young was als jonge muzikant een discipel van legendarisch orgelspeler Jimmy Smith, en betaalde leergeld bij grootheden als saxofonisten Hank Mobley en Lou Donaldson, en trompettist Kenny Dorham. In 1964 tekende hij net als z’n leermeesters bij Blue Note, het begin van een productieve periode, en op z’n tweede album voor het legendarische jazzlabel, Unity (1965), stond een ode aan John Coltrane, The Moontrane. Dat Young acht jaar later aan de mouw zou trekken van diens vertrouweling en evenknie mag dus geen verrassing heten.

Na z’n vertrek bij Blue Note eind jaren ’60 sloeg Young steeds meer de weg van de fusion in, onder meer aan de zijde van Miles Davis en Tony Williams. Op Lawrence of Newark klutst hij dan ook heel wat elementen samen in een ‘dark and freaky musical stew’, zoals één blogger het samenvat. Midden-Oosterse klankschalen, kolkende psychedelica, afrofunk, minimalisme … een kolfje naar de hand van Pharoah Sanders! Jammer genoeg niet te vinden op Spotify, maar een aanrader voor wie op z’n speurtocht naar zwart goud niet vies is van stoffige vingers.

Probeer ook eens: Spirits Known And Unknown (1969)
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘New vocal frontiers’ luidt de ondertitel van deze plaat, het debuut van zanger en percussionist Leon Thomas. Een man die inderdaad de grenzen van de vocale jazz verlegde, onder meer door jodelinvloeden (!) te gebruiken. Met klanken jongleren deed hij ook op de Pharoah Sanders-albums Karma (1969) en Jewel of Thought (1969), en samen met Sanders schreef ie z’n bekendste song: The Creator Has A Masterplan.

De eerst verschenen, integrale versie, te vinden op Karma, duurt langer dan een half uur (!), maar op Spirit Known And Unknown vindt u een tot 4min26 ingekorte en makkelijker verteerbare versie.

Ook zet Thomas Song For My Father van Horace Silver naar z’n hand, en met Damn Nam (Ain’t Goin To Vietnam) en Malcom’s Gone (over leven en dood van Malcolm X) toont ie zich van zijn meest politiek bewuste kant.

Toegegeven, de vocale capriolen van Thomas zijn iets voor bepaalde fijnproevers. Maar het technisch vernuft en de soulvolle gloed die de band demonstreert, met Pharoah op sax en Lonnie Liston Smith op piano, leggen een uitstekende fundering. Leuk weetje om af te sluiten: twee jaar later nam Thomas een versie van The Creator Has A Masterplan op met niemand minder dan jazzlegende Louis Armstrong.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content