De aankoop van EMI door Universal gaat gepaard met verkoop van hele resem artiesten

Universal Music Group wil allesoverheersend zijn in de muziekindustrie, maar is nog steeds niet zeker of de Europese concurrentie-autoriteiten zullen instemmen met de overname van EMI. Afgelopen weken poogde Universal zijn EMI-deal te redden door massaal onderdelen van die laatste onderneming te verkopen, waaronder Parlophone (Coldplay, Pink Floyd) en de Belgische tak van EMI.

Op instigatie van de Europese Commissie zal platenmaatschappij Universal enkelen van zijn artiesten aan de concurrentie afstaan, vooraleer ze EMI volledig kunnen overnemen. De platenreus zal de Europese distributierechten uit het repertoire van EMI verkopen. Platenmaatschappij EMI herbergt onder anderen The Beatles, Pink Floyd en Coldplay. Toch was het de kleinste van de vier grootheden in de platenbusiness: na Universal vervolledigen Sony Music en Warner de troon. Door de instorting van de cd-verkoop, staat de sector steeds meer onder zware druk.

In mei 2010 deed Sony Music een bod op EMI. De Britse platenmaatschappij zat krap bij kas en kreeg eind april opnieuw een klap te verwerken toen boegbeeld Paul McCarney besloot zijn contract op te zeggen en naar het onafhankelijke Concord Music Group te trekken. Eerder trapten Radiohead, Rolling Stones en Joss Stone het ook al af bij EMI.

Maar in november 2011 maakt platenreus Universal, filiaal van de Franse groep Vivendi, hun plan bekend om met de deal te gaan lopen voor ongeveer 1.5 miljard euro. Nadat eigenaar Terra Firma en meer bepaald de investeerder Guy Hands in slechte papieren waren geraakt kwam EMI in handen van Citigroup. Maar die laatste zette EMI al vlug opnieuw in de etalage. Volgens Vivendi-topman Jean-Bernard Levy is bij Universal de toekomst van EMI opnieuw voor langere tijd verzekerd.

Universal Music Group wil allesoverheersend zijn in de muziekindustrie, maar is nog steeds niet zeker of de Europese concurrentie-autoriteiten zullen instemmen met de overname van EMI. Afgelopen weken poogde Universal zijn EMI-deal te redden door massaal onderdelen van die laatste onderneming te verkopen, waaronder het label Parlophone dat al sinds 1930 in het bezit is van EMI. Om het wantrouwige Europa gerust te stellen over de overname wil Universal 360 miljoen euro opofferen aan opnames, merchandising en dergelijke. Dat bedraagt in het totaal 28% van de EMI-aankoop.

De toekomstige eigenaar van Parlophone zal het recht niet meer hebben om de opnames van het label buiten Europa te verspreiden. Dit draagt nog niet duidelijke gevolgen met zich mee voor onder anderen artiesten Coldplay, David Guetta, The Kinks, Blur, Tina Turner en Pink Floyd. Voorlopig is Bertelsmann Music Group, de gezamenlijke onderneming tussen Bertelsmann en KKR, in onderhandeling met Universal over de mogelijke aanschaffing van Parlophone.

De CEO van EMI, Roger Faxon, schreef een interne email naar zijn personeel waarin hij aangeeft welke delen van de muziekbusiness Universal voorgesteld heeft te verkopen, waaronder dus Parlophone. Alleen aan The Beatles-catalogus wordt niet geraakt. Andere EMI-labels die te koop worden aangeboden zijn EMI Classics, Virgin Classics, en de lokale afdelingen van EMI in Frankrijk, Tsjechië, Polen, Portugal, Zweden, Noorwegen en ook die in België.

EMI Belgium wil voorlopig nog geen commentaar geven. Waar Belgische artiesten Buscemi, Clouseau, Ozark Henry, Bart Peeters, Zornik, Novastar en Raymond van het Groenewoud e.a. onderdak zullen vinden, is nog niet bekend.

Wat nu zal volgen is een marktonderzoek waarin de Europese Commissie moet nagaan of er bij een overname van EMI door Universal aan al de voorwaarden wordt voldaan, zodat de kleinere spelers een kans blijven behouden op de markt. Ook wil de Europese Commissie eerst de reactie van de concurrenten afwachten. De rivalen van UMG moeten hun goedkeurig geven in het onderzoek, dat op de voet zal gevolgd worden door de autoriteiten. Het verdict van de Europese Commissie valt op 27 september; tegen dan moet Universal het grootse deel van de prijs van EMI Music hebben betaald aan Citigroup, ongeacht de Europese goedkeuring. (CB)