‘2016, het jaar waarin de muziek gewoon bleef leven’

De muziek is dit jaar niet gestorven, schrijft Jasper Van Loy, redacteur van Knack.be. Voor elke grote muzikant die het leven liet, maakte een andere een nieuwe plaat. En er zijn nieuwe iconen op komst.

Laten we elkaar geen Prince noemen: er zijn in 2016 belachelijk veel en belachelijk goede muzikanten gestorven. Naast de koning van de funk verloren we David Bowie, geniaal boegbeeld van de popcultuur, Leonard Cohen, een van de grootste songwriters ooit, en Toots, de beste Belgische jazzmuzikant aller tijden. We begonnen het jaar met Emerson, Lake en Palmer en bleven achter met enkel Palmer. Berre Bergen kan nu in de hemel zelf onderzoeken of het nu effectief meer regent dan vroeger. Status Quo moet het vanaf nu doen zonder zijn gitarist Rick Parfitt, Zelzate zonder zijn grootste volkszanger slash marktkramer Eddy Wally. En dat zijn maar een paar headliners van Rock Walhalla 2016.

Maar is de muziek in 2016 echt gestorven? Niet helemaal.

‘Is de muziek in 2016 echt gestorven? Niet helemaal’

Het is moeilijk om in absolute termen als dé dag of hét jaar te spreken als het over geschiedenis gaat. Vraag dat maar aan de journalisten die in hun jaaroverzichten van 1959 3 februari bestempelden als ’the day the music died’. Een vliegtuigcrash, later nog de inspiratie voor Don McLeans American Pie, stuurde toen rock-‘n-rollpionier Buddy Holly, kusjesdanszanger Ritchie Valens en The Big Bopper naar het festival van God. Of Satan, want popmuziek is nu eenmaal des duivels. Drie straffe muzikanten, maar mocht u zich afvragen of de muziek toen gestorven is, probeer dan eens drie nummers van The Big Bopper op te noemen. Troost u, ik kan het ook niet.

Daar komt nog bij dat een mens kort van geheugen is. Door al die schitterende muzikanten die overleden zijn, vergeten we de artiesten die dood hadden kunnen zijn – moeten zijn, als je het fenomeen-Keith Richards vanuit toxicologisch oogpunt bekijkt – maar in 2016 springlevend bleven. Volgt u even mee.

'2016, het jaar waarin de muziek gewoon bleef leven'
© Epa

Opper-Beatle Paul McCartney verzorgde met een stoomcursus popgeschiedenis een van de beste optredens van Rock Werchter 2016. Mocht u hem ervan willen beschuldigen enkel maar op zijn luie krent Hey Jude af te raffelen: de man maakte sinds de split van The Beatles in 1970 24 studioplaten, in zijn eigen naam en in die van Wings.

De grootvader van de punk, de vleesgeworden Körperwelten Iggy Pop, liet het vermakelijke Post Pop Depression op de wereld los, met Josh Homme (Queens of the Stone Age) aan de knoppen en Matt Helders (Arctic Monkeys) achter de drums. James Hetfield en de zijnen gordden de van pinnen voorziene polsbanden andermaal om voor Hardwired…to Self-Destruct, Metallicaplaat nummer tien. Niet het beste werk van het kwartet, maar ook met een gemiddelde leeftijd van 53 lentes bezorgen de heren je live nog steeds pipi in de broek als ze het zandmannetje op je dreigen af te sturen.

En dan was er nog Bruce Springsteen, hij die op de payroll van Kris Peeters zou moeten staan om werken na je 65ste te promoten. De man die veertig jaar voor Bernie Sanders de werkmens zijn waardigheid teruggaf, schreef dit jaar een pracht van een biografie en zette begin juli de wei van Werchter – dezelfde wei als Paul McCartney, jawel – op weergaloze wijze in de fik. Op een leeftijd dat andere mannen zoetjes achteroverleunen met de kleinkinderen op schoot, blijft The Boss Olympisch kampioen in de tienkamp van de rock-‘n-roll, met disciplines als de kogelstoot-recht-in-je-ziel, de 100 meter born-to-runnen en de concertmarathon – in september stelde hij zijn persoonlijk record nog scherp met een gig van 4 uur en 2 minuten. U leest het goed: een 67-jarige die concerten geeft die zo lang zijn als de helft van uw werkdag.

'2016, het jaar waarin de muziek gewoon bleef leven'
© Yvo Zels

Natuurlijk ontwijken niet alle oude knarren even gezwind rollators en bingoavonden. De verhakkelde blues die Mick Jagger en zijn Stones bij elkaar jamden, was muziek door en voor bejaarden. Peace Trail, de laatste van Neil Young, moet op zijn tippen gaan staan om de knieën van Harvest aan te raken. En ook al is het goede muziek, binnen twintig jaar leggen we Post Pop Depression heus niet naast The Idiot. Maar dat is net het probleem. Muzikale legendes dragen nu eenmaal de gecombineerde last van een niet te overtreffen back catalogue en de vluchtigheid van de huidige muziekscene, waarin elke puber met een mening en een gitaar de nationale radio haalt.

Natuurlijk ontwijken niet alle oude knarren even gezwind rollators en bingoavonden

Vergeet niet dat al die nieuwe, middelmatige tot goede, platen vergezeld worden van goede tot briljante concerten, net wegens die klassiekers uit het verleden. Als u dit leest, bereidt Mick Jagger zich alweer voor om een publiek van tienduizenden koppen als een hyperkinetisch haantje up te starten of denkt David Gilmour, die deze zomer nog op in Tienen speelde aan de vooravond van Suikerrock, na hoe hij jou aan de donkere kant van de maan krijgt.

Alles wat hierboven staat, is niet eens het punt. Focussen op legendes die de pijp aan Maarten geven dan wel op hun oude dag het podium bestormen- trouwens, hebt u het concert van AC/DC mét Axl Rose in Dessel gezien? – gaat voorbij aan het simpele feit dat geen enkele muzikant het eeuwige leven heeft.

Artiesten zijn mensen, en die komen en gaan. De muziekscene is een circle of life, een wheel of fortune – gelukkig leeft Elton John nog. De jaarlijkse draai aan dat rad betekent voor veel muzikanten het creatieve bankroet en voor anderen een goede plaat. Elk jaar duikt er wel een artistieke jackpot op waarover we binnen een decennium of vier pakkende in memoriams kunnen schrijven. Ja, ook in 2016, het jaar waarin de muziek zogenaamd stierf. Alleen al die benaming doet afbreuk aan de iconen die op dit moment tot volle wasdom komen.

'2016, het jaar waarin de muziek gewoon bleef leven'
© Youtube

First and foremost: Beyoncé. Queen B begint stilaan haar tweede generatie fans te veroveren – de tieners die opgroeiden met Destiny’s Child hebben intussen zelf kinderen – heeft het lef om haar nieuwe release plompverloren op de wereld los te laten en ziet Lemonade dan nog wekenlang geanalyseerd door feministen, hiphopconnaisseurs, professoren in de African-American studies en iedereen die zijn eigen dada ook maar denkt te herkennen in de muziek van La Knowles. Voeg daar nog de 20 Grammy Awards aan toe die ze op haar 35ste op de schoorsteenmantel heeft staan en je weet dat Jay-Z de lakens deelt met een muzikale legende. En dan heb je zus Solange – die Knack Focus‘ plaat van het jaar afleverde – nog niet gehoord.

Nog belangrijke kandidaten: Kendrick en Kanye, de Koene Vaandeldragers van de moderne hiphop, met Anderson .Paak in hun zog als de it-boy van 2016. Toegegeven, alledrie hebben ze nog wat boterhammetjes te eten en plaatjes te maken voor ze, ik zeg maar wat, een speciale uitgave van Knack Focus verdienen, maar hun impact op de hiphop kan nu al niet overschat worden.

Zeggen dat de muziek in 2016 gestorven is, is als zeggen dat er geen headliners meer zijn

Kendrick Lamar dropte één jaar na instantklassieker To Pimp A Butterfly het alweer uitstekende untitled unmastered. – want ja, als King Kendrick acht demo’s samengooit, is dat nieuws. West hield alles wat urban was maandenlang bezig rond de vraag hoe zijn nieuw werk eruit zou zien om dan af te komen met The Life of Pablo, een ever evolving album. Muzikaal niet meteen het beste wat Yeezy aan de wereld toevertrouwde, maar hey, alle begin is moeilijk als je het album wil herdefiniëren. En Anderson maakte twee uitstekende platen – één solo, één met NxWorries – en speelde een killerconcert op Pukkelpop.

U wilt graag een icoon met gitaren? Welaan dan: Radiohead. We zijn zo verwend aan hun constante kwaliteit en vernieuwingsdrang dat we bijna zouden vergeten dat ze dit jaar het uitstekende A Moon Shaped Pool op de wereld loslieten. Kortom, ook 24 jaar na Creep is het nog steeds wachten is op een minder goede plaat van Thom Yorke en de zijnen.

Zeggen dat de muziek in 2016 gestorven is, is als zeggen dat er geen headliners meer zijn. Zoals het concept headliner verandert door topgroepen die opstaan en op onverklaarbare wijze een festivalweide meesleuren – wie geloofde vijftien jaar geleden dat Radiohead de affiche van Werchter kon toppen? – zo verandert het idee van muziek voor de eeuwigheid, muziek zoals in ‘het jaar dat de muziek stierf’, door goede acts die hún Purple Rain, Heroes of Bluesette op de wereld loslaten. En zo sterft muziek dus eigenlijk nooit. Gelieve dus wat faith – dankjewel en rust in vrede, George Michael – te hebben in de oude rotten en jonge wolven die nog wél in leven zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content