‘Tussenruimte’ van Vanessa Oostijen is een ode aan het onbeheersbare leven

© WILLEMIEKE KARS / GF

In ‘Tussenruimte’ van Vanessa Oostijen tuimelt een papierkunstenares in een wereld van vervreemding.

Eerste zin: tot voor kort, toen ik nog in een krappe kamer woonde waar je vanuit een wiebelige plastic douchecabine in de koekenpan kon roeren, had ik een zandkleurige sloughi met de naam Harry.

Christina komt aan de kost als papierkunstenares. Ze vouwt gebouwen, schoenen, kledingstukken, zeiljachten, muziekinstrumenten en meubilair. Het papierwerk scherpt haar zintuigen en schenkt haar de mogelijkheid een heel eigen wereld te construeren, fraaier en gedetailleerder dan de werkelijkheid. Omdat het modehuis Hermès 150 jaar bestaat heeft het Christina verzocht een papieren versie te maken van zijn belangrijkste winkel, in de Parijse rue du Faubourg Saint-Honoré. Haar kunstwerk moet het pièce de résistance worden op de expo die in het Grand Palais zal doorgaan. Zo’n opdracht kan Christina natuurlijk niet weigeren, ook al betekent dat dat ze niet met haar kersverse echtgenoot, trompettist Tom, naar Tokio kan. (Hij is door een beroemde avant-gardecomponist uitgenodigd om mee te werken aan een nieuwe creatie.) En dus nemen ze afscheid en beloven ze iedere dag op hetzelfde tijdstip, wanneer het voor de een ochtend en voor de ander avond is, een fabel te zullen lezen uit De mier en de mini-os.

'Tussenruimte' van Vanessa Oostijen is een ode aan het onbeheersbare leven
© GF

Maar eenmaal ver uit elkaar worden Christina en Tom overvallen door verwarring en vervreemding. Zij ontmoet een schrijver, wiens Een fout in de tijd, over de verdwijning van vliegenierster Amelia Earhart, zij fantastisch vond, en die nu aan een roman bezig is waarin ze vermoedt zelf de hoofdrol te spelen. Hij krijgt in Tokio zijn opdrachtgever nooit te zien, wordt maanden aan het lijntje gehouden en komt wanneer hij uiteindelijk het heft in eigen handen neemt in een badkamer vol dode blauwborsten terecht, vogels die in deze fascinerende debuutroman van Vanessa Oostijen regelmatig, ook in getekende gedaante, de kop opsteken. (Zo maakt Christina papieren kooitjes waar papieren blauwborsten in zitten.) Af en toe waan je je als lezer in Haruki Murakami’s De opwindvogelkronieken.

Tussenruimte is een roman die tegen alle logica en intuïtie ingaat en eerder een sfeer wil oproepen dan een verhaal vertellen. Het is een boek waar je in moet duiken, als was het een rivier vol glinsterend water, beseffend dat je ook zou kunnen verdrinken. Soms voel je je longen volstromen, gaat je hoofd duizelen, en kom je los van de realiteit. Een goed boek, besef je dan, kan echt wel zorgen voor extase.

3 vragen aan Vanessa Oostijen

1. Waarom is je hoofdrolspeelster een papierkunstenares en geen tekenares, zoals jij?

Vanessa Oostijen: Papiervouwen heeft veel met fragiliteit en fijnzinnigheid te maken, en met vooruitdenken. Aangezien de grote levensvraag van mijn hoofdpersoon is welke kant ze op moet, is dat een ideale bezigheid voor haar. Ze heeft sturing nodig en wil weten hoe ze moet leven. Wie – ik zeg zomaar iets – een fluitketel wil vouwen, moet vooruit kunnen denken, en dat ook nog eens in de juiste volgorde. Tekenen is helemaal anders. Als ik een panda teken, speelt dat niet. Het modehuis Hermès doet best wel veel met papierkunst, dus dat kwam ook goed uit. En het is gewoon heel erg mooi. Ik zou willen dat ik het beheerste.

2. Ik vind Tussenruimte een heel on-Nederlands boek. Kun je daar in komen?

Oostijen: Dat zei mijn uitgever ook al. Zelf lees ik graag experimentele literatuur. Misschien heeft het daar wel mee te maken. Het is alvast geen psychologische roman. Ik wilde een boek schrijven vol verbeelding en sfeer, over filosofie en magie. Het is een zoektocht van een creatieve geest, en dat was het voor mij ook. Ik heb geen schrijfschema gehanteerd en was net zo nieuwsgierig hoe het af zou lopen als de lezer dat allicht zal zijn. De scène waarin twee diepgevroren en gevilde hazen opgelikt worden door een hond was mij ook een raadsel, maar ze moest er wel in. Het duurt wellicht langer om uit te leggen waar dit boek over gaat dan om het te lezen, maar toch een poging: over de vraag of er een groter bewustzijn is, of een groter iets, dat ons een bepaalde kant op stuurt. Waarom doen we wat we doen? Zijn we poppetjes die hun eigen handelen niet kunnen sturen?

3. Is je roman een ode aan het onbeheersbare leven?

Oostijen: Ik heb het speciaal voor de coronacrisis geschreven, inderdaad. (lacht) Voor mij voelt het leven ook echt onbeheersbaar. Ik laat iemand in het boek zeggen dat we ons geen stelligheid kunnen permitteren. Ik meen dat. Er zijn heel veel processen waar we geen invloed op hebben. Zijn we vandaag in de greep van een werkelijk gevaar of alleen van een idee? We weten dat niet. Voor mij is dat een troostende gedachte. We bevinden ons in de tussenruimte, de plek waar we ons kunnen overgeven aan de schoonheid van muziek en kunst.

Tussenruimte ****

Vanessa Oostijen, Pluim, 176 blz., 21,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content