In De dood in Taormina van Arnon Grunberg speelt een vrouw met een immense leegte in haar binnenste de hoofdrol. Ze lokt er zoekende mannen mee, maar zal ze ook in staat zijn er het leed van de wereld mee te lenigen?
Acht was Zelda toen haar moeder verdween. ‘Op wereldreis’, zei haar vader, en zowat iedere avond volgden ze samen in de atlas welke landen ze bezocht. Toen het meisje vroeg waarom moeder nooit belde, zei vader dat ze naar woorden zocht. Dat vond Zelda vreemd, aangezien moeder zo van boeken had gehouden en die toch vol woorden stonden. Het laatste boek dat ze gelezen had, lag zelfs nog op de bank, Yann Martels Het leven van Pi. Ze was tot hoofdstuk 29 geraakt, merkte Zelda, het hoofdstuk dat begon met: ‘Waarom verhuizen mensen? Wat beweegt hen ertoe hun spullen te pakken en al het vertrouwde achter te laten om naar het grote ongewisse achter de horizon te reizen?’
Centrale zinnen: Hoe leger je bent, hoe sneller de mensen op je afkomen. Alleen omhulsel, meer hoef je niet te zijn.
Moeder was niet echt op wereldreis, bekende vader drie maanden later. Via een datingsite had ze Romy uit Toronto leren kennen en was ze smoorverliefd op haar geworden. ‘Ik moest voor mezelf kiezen’, verklaarde moeder een jaar later, toen Zelda op bezoek was in Toronto, haar gedrag, ‘en ooit zul je dit ook moeten doen’. Maar wat moeder niet besefte, was dat ze Zelda met een leegte achterliet, diep in zichzelf, die haar vader in zijn eentje niet kon vullen.
Zelda, die merkt hoe verleidelijk haar leegte is voor de mannen om haar heen, speelt de hoofdrol in Arnon Grunbergs nieuwste roman De dood in Taormina. Als tiener werd ze lid van een jeugdbende die het gemunt had op rijkaards die graag een scheve schaats reden. Zelda was de lokeend die de mannen verleidde en hen meenam naar een plek waar de andere bendeleden hen konden overvallen. De slachtoffers dienden zelden klacht in, omdat ze niet in het openbaar met hoerenloperij in verband gebracht wilden worden, maar misschien ook wel omdat Zelda iets in hen wakker had gemaakt. Zij was immers niet zomaar een lokeend, zij was ook een vroedvrouw van het verlangen, die de passie de wereld in hielp.
En dat doet ze ook later, wanneer ze de assistente wordt van operaregisseur Rasmus, die aan een productie werkt die in Aleppo speelt, tot 2012 de grootste stad van Syrië en daarna acht jaar lang het toneel van de bloederige burgeroorlog. De acteur Jona, een messianistische figuur die als een halve dakloze de wereld rondreist tot hij een boot koopt die hij ‘De Mensenzoon’ wil dopen, ziet in Zelda een reddende engel. Net zoals Per, de voormalige chauffeur van Rasmus, die ervan droomt scenarioschrijver te worden. Hij wil het kwaad leren kennen en dat denkt hij te kunnen bereiken door in een gevangeniscel de rauwheid te ervaren.
Eenzaamheid en het gevoel verworpen te zijn, dat is wat hen allen bindt, net zoals de leden van het jongenskoor dat Rasmus probeert samen te stellen voor zijn Engel in Aleppo, dat niet uit zomaar wat zangertjes mag bestaan, maar wel uit kinderen die daadwerkelijk uit Syrië zijn gevlucht.
Samen met Jona en Per reist Zelda naar Taormina, op Sicilië, waar Arnon Grunberg de scène vindt om zijn eigen opera vol doorkijkjes en verwijzingen tot een dramatisch einde te brengen. Wanneer Jona met uitlopende haarverf het summum van zijn tragische leven bereikt kun je als lezer natuurlijk niet om Gustav von Aschenbachs gelijkaardige lot in Thomas Manns De dood in Venetië heen. Dat iemand vermoord en begraven wordt op het strand, ver buiten de stadsmuren, roept dan weer herinneringen op aan Antigone, allicht niet toevallig het toneelstuk waarin diezelfde Jona een hoofdrol speelt.
Zoals we van hem gewend zijn, toont Arnon Grunberg ook in zijn nieuwste roman zijn wrange grimlach. Alle idealen en knappe libretto’s ten spijt blijft de mens een hulpeloos wezen in Grunbergs universum, gedoemd tot geweld en zinloosheid. Iedere verlossing is een illusie in De dood in Taormina. Wanneer je een mens redt, red je de hele mensheid, zo wil een vers uit de Koran. Maar betekent dat ook dat wanneer je een mens doodt, je de hele mensheid doodt?
De dood in Taormina ****
Arnon Grunberg, Nijgh & Van Ditmar, 320 blz., ? 23,50.
Arnon Grunberg
Arnon Grünberg (°1971) wilde in feite acteur worden maar tijdens het draaien van De kut van Maria realiseerde hij zich dat zijn bestemming toch elders lag: in de literatuur. Onder meer dankzij romans als De asielzoeker en Tirza is hij zowat de meest bekroonde Nederlandse schrijver aller tijden geworden. Zijn universum wordt wel eens nihilistisch genoemd. Anderen ervaren het net als bijzonder realistisch.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier