Drie vragen aan Jan van Mersbergen: ‘Op de boekpresentatie kon ik de lange familietraditie van stilzwijgen doorbreken’

Na zijn hele lagere school gezwegen te hebben, vertelt een elfjarige jongen voor de klas zijn levensverhaal. Jan van Mersbergen schreef een roman waar je klein en stil van wordt.

‘We moeten praten’, hoorde de driejarige Koen zijn mama zeggen toen hij de telefoon van zijn papa opnam. Helena stond op de luchthaven van Schiphol, met haar koffers naast zich, klaar om terug te keren naar Griekenland, waar ze was opgegroeid. Vanaf die dag zweeg Koen, alsof hij de kleine Oskar uit Günter Grass’ Die Blechtrommel was. Tot hij op zijn elfde een spreekbeurt moest geven en hij alles vertelde, over de doodgereden zwaan die hij samen met zijn vader had gevonden, over haar treurende partner die ze hadden opgevangen en over zijn opa die in feite zijn opa niet is, maar hem wel opvoedt. Na de spreekbeurt is hij een andere jongen. We moeten praten is een bijzonder gevoelige roman, zoals we die van Jan van Mersbergen gewoon zijn, precies en precieus geschreven.

Een verhaal vertellen kan bevrijdend werken?

Jan van Mersbergen: Drie dagen voor de boekpresentatie is mijn moeder overleden. Zij vertelde nooit wat er met haar aan de hand was. Op een zondagavond zakte ze in elkaar en in het ziekenhuis kon ze niet meer gereanimeerd worden. Toen ik met haar arts sprak, zei die dat heel wat organen, waaronder longen, lever en nieren het eigenlijk helemaal niet meer deden. Ze moet dus zeker pijn gehad hebben, maar ze zei er nooit iets over. Ze was wellicht bang dat haar twee zonen zich zorgen zouden maken. Wat moest ik met dit verhaal, dacht ik? Dus heb ik het verteld op de boekpresentatie, voor wel honderd luisteraars, waardoor ik de lange familietraditie van stilzwijgen kon doorbreken.

Domme of platvloerse vragen stellen, kunnen we allemaal, aldus Koen.

Verhalen zijn als sterrenbeelden, zegt Koen, ze bestaan niet echt, wij maken ze door de sterren via denkbeeldige lijnen te verbinden. Een rake vergelijking?

Van Mersbergen: Ik kan me voorstellen dat mensen duizenden jaren geleden in de sterren dieren gingen zien om de grenzeloosheid van het uitspansel behapbaar te maken. Dat doen wij vandaag nog steeds. Wat zie je en wat knoop je aan elkaar? Daarom komt het erop aan goed te leren kijken en de juiste vragen te stellen, want domme of platvloerse vragen stellen, kunnen we allemaal, aldus Koen.

Is het daarom dat zijn opa hem niet zozeer informatie maar vooral kennis wil bijbrengen?

Van Mersbergen: Ik heb dat van mijn ooms, denk ik, arbeiders, een timmerman, een asfalteerder en een schilder. O, zeiden de mensen wanneer ik het over die laatste had, en waar exposeert hij? En dan antwoordde ik steevast: op de overkapping van het Centraal Station, want die had hij helemaal in de verf gezet. Maar mijn ooms lazen de krant en konden goed praten. En zo is die opa ook. Hij weet heel veel, maar ondertussen is hij gewoon in de moestuin bezig, want boerenkool kweken is ook een bron van leven.

We moeten praten ****

Jan van Mersbergen, Cossee, 160 blz., € 22,99.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content