Drie vragen aan Christophe Deborsu: ‘Toen ik studeerde, sprak ik mezelf al in het Nederlands toe als ik verdrietig was’

© Belga

Christophe Deborsu schrijft de eerste Belgische roman. In het Nederlands en het Frans, natuurlijk. En over een liefde die het land kan redden – of net niet.

Op zijn zeventiende gaat Dinantenaar Baudouin een ­semester zijn Nederlands bijspijkeren in Essen. Hij wordt er op slag verliefd op Bente, de dochter van zijn leraar en een parlementair medewerkster van een Vlaams Belanger. We schrijven 2019, zeven jaar voor Bart De Wever in Leuven wordt ontvoerd en België in een existentiële crisis belandt. Wat heeft het een met het ander te maken? Christophe Deborsu, politiek journalist voor RTL, geboren in Namen en getrouwd met een Vlaamse uit Hoboken, schreef er de spitse, ­satirische ­roman Bente en Boude­wijn over, in het Nederlands, waarna hij hem zelf naar het Frans vertaalde. En alsof dat nog niet genoeg was, verzon hij ook nog eens twee eindes, waarin het land al dan niet overleeft.

Waarom deze roman en waarom in het Nederlands?

Christophe Deborsu: De grote droom van mijn vader was een roman ­schrijven. Uiteindelijk werden het er drie, maar zonder veel succes. Als ­oudste zoon kreeg ik dus een literaire fakkel in handen geduwd. En ik wilde de eerste Waal zijn die een Nederlandstalige roman schreef, ook al was dat niet makkelijk. Mijn eerste twee columns voor De Standaard heb ik destijds, in 2005, in het Frans geschreven, omdat ik me niet zeker genoeg voelde van mijn Nederlands. Dat kan ik niet ­blijven doen, besefte ik snel, en vanaf mijn ­derde schreef ik gewoon in het Nederlands. Dat leverde een heel andere tekst op. In feite heb ik Bente en Boudewijn herontdekt door het boek zelf in het Frans te vertalen. Ik zag dat het Nederlands een nostalgische taal is, met iets rauwere klanken dan het Frans. Toen ik in Leuven studeerde, sprak ik mezelf al in het Nederlands toe als ik verdrietig was.

Wat zal de Franstalige lezer het meest verbazen in je roman?

Deborsu: Dat ik het Nederlands de taal van de liefde noem. Er zijn meerdere onderzoeken gedaan naar de perceptie van Franstaligen over het Nederlands, ­waaruit bleek dat zij het Neder­lands ­lelijk, boers en moeilijk vinden. Ik wilde dat ­absoluut ­ontkrachten. Het Nederlands is een mooie taal, een ‘Lego-­taal’ die met al haar mogelijke samen­stellingen heel rijk is. Wellicht is dat mijn centrale boodschap.

‘Toen ik studeerde, sprak ik mezelf al in het Nederlands toe als ik verdrietig was.’

En dat Vlamingen en Walen meer contact met elkaar moeten hebben willen ze het land redden?

Deborsu: Natuurlijk. Er wordt altijd ­gezegd dat Vlamingen en Walen ­anders zijn. Is dat zo? We zijn al 550 jaar ­samen. Onlangs was ik in Amsterdam. Dat is me een volstrekt vreemde stad, terwijl ik me in het Aalst dat ik gisteren bezocht net zo thuis voel als in Wallonië. Waar het voor ons Belgen nu op aankomt, is de wil te tonen om ­samen verder te gaan. België is ­misschien nooit het mooiste land ter wereld ­geweest, maar het is wel het onze.

Bente en Boudewijn – Een Belgisch liefdesverhaal ***

Christophe Deborsu, Borgerhoff & Lamberigts, 509 blz., € 24,99.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content