
De drie boeken van Wim Oosterlinck: ‘De podcast heeft van mij een beter mens gemaakt’
En na de podcast, het boek. Met 103 boeken publiceert Wim Oosterlinck de ultieme gids doorheen de wereldliteratuur. Aan enthousiasme en ambitie geen gebrek. ‘Ooit interview ik Barack Obama over zijn boekenliefde.’
Als een talige wervelwind komt Wim Oosterlinck binnengewaaid in Limerick, de boekhandel annex koffiezaak vlakbij het station Gent-Sint-Pieters. Hij zit amper neer of hij begint al te ratelen over Queer, de homo-erotische film waarin Daniel Craig gestalte geeft aan een dandy die zich verlustigt aan alcohol en gewillige knapen. ‘Het begint goed, fijn om Craig eens in een andere rol te zien, maar halverwege loopt die film helemaal uit de hand. Alsof iedereen op de set lsd heeft genomen – geen touw aan vast te knopen. Ook geen idee waarom Michaël Borremans daarin meespeelt. Je moet uit het goede hout gesneden zijn om het werk van William S. Burroughs naar het scherm te vertalen. Maar goed, weinig boekverfilmingen kunnen tippen aan de leeservaring.’
Nog voor de koffie geserveerd is, veert hij alweer recht om de mini-expo van Katrien Hofman te bestuderen. Diorama’s zijn het, volgestouwde kijkdozen van leeskamers. Erboven hangen foto’s van dezelfde microdecors – de verdubbeling doet je duizelen. Ook de collages van vrouwelijk naakt kunnen op zijn onverdeelde aandacht rekenen.
Mocht het nog niet duidelijk zijn: Wim Oosterlinck is een culturele veelvraat, het type dat speciaal naar Los Angeles vliegt om in New Beverly Cinema – de bioscoop van Quentin Tarantino – naar The Hateful Eight te gaan kijken. ‘Elke vrijdag om middernacht draaien ze een film uit zijn oeuvre. Dat zijn de spoelen uit de privécollectie van Tarantino, met een paar minuten extra beeldmateriaal. Vooraf krijg je een korte inleiding, en een verwittiging: wie op zijn telefoon kijkt, wordt met pek en veren buiten gedragen. Daar zit je dan, met vijfendertig andere nerds in de zaal te gapen naar een film die je thuis op Netflix kunt streamen. Prachtig vind ik dat.’
Bij het brede publiek is Oosterlinck vooral bekend als radiomaker. Van de Gentse stadszender Urgent.fm tot Studio Brussel en Qmusic – Oosterlinck heeft zowat alle radiowatertjes doorzwommen om uiteindelijk te landen bij Willy, de digitale muziekzender die ontheemde Stubru-luisteraars een nieuwe thuis biedt. Lees: ze draaien rockmuziek zonder de toehoorder lastig te vallen met oeverloos geklets. Dat laatste venijnige zinnetje is trouwens volledig op conto van bovengetekende – je zal gentleman Oosterlinck nooit betrappen op natrappen.
Boekenliefhebbers kennen hem dan weer als de bezieler van Drie boeken, de razend populaire podcast waarin hij een waaier aan gasten aan de tand voelt over hun favoriete boeken. Ondertussen ligt de kaap van driehonderd afleveringen binnen handbereik en om die triomf te vieren, is bij Lannoo een prachtig bladerboek verschenen waarin Oosterlinck de succesformule op papier heeft gezet.
Het grote geheim van de podcast: Wim Oosterlinck zelf. Met zijn oprechte nieuwsgierigheid verleidt hij zijn gasten tot openhartigheid. Naast boeiende leestips krijg je ook een inkijkje in het privéleven van zijn gesprekspartner. Ik kan het weten. Oosterlinck is twee keer met zijn microfoon bij ons over de boekenvloer geweest. De eerste keer ontlokte hij me een bloeddorstige uitspraak – ‘Het is beter om een personage te laten moorden dan zelf de straat op te gaan met een bijl’ – en de tweede keer liet hij mijn vriendin Melissa vertellen over haar literaire tattoos, een thema waar ze doorgaans liever over zwijgt. Met andere woorden: wie zijn hart gesloten wil houden, houdt best ook zijn deur op slot als Oosterlinck aanbelt.
Tijd om de rollen om te draaien. In 103 boeken doet de radiomaker zelf een paar opvallende ontboezemingen. Zo blijkt de spring-in-’t-veld van nature zeer introvert. Maar hoe rijm je dat met een carrière als bekende mediamens?
‘Ik word vaker herkend door boekenmensen dan Willy-luisteraars.’
Wim Oosterlinck: Carrière vind ik om te beginnen een raar woord, dat suggereert een soort plan, terwijl ik vooral mijn passie volg. Daarnaast valt het heel hard mee met die mediaroem: ik word vaker herkend door boekenmensen dan Willy-luisteraars. Onlangs zat ik op een terras naast een jongen met een koptelefoon op zijn hoofd. Ik voelde zijn borende blik en plots sprak hij me aan: ‘Je zal me niet geloven, maar ik ben op dit moment naar je podcast aan het luisteren.’ Zeer bevreemdend.
Radiomaken is in wezen een zeer intieme job. Je zit in een donkere studio tegen een onzichtbaar publiek te praten. Er komt geen applaus, maar niemand roept ook boe als je een flauwe grap maakt. Veel diskjockeys zijn van nature introvert en ik wist niet van mezelf dat ik een timide karakter heb. Het was een psychologe die me erop wees: lees eens Stil van Susan Cain. Meestal sta ik huiverachtig tegenover die zweverige zelfhulpboeken, maar Cain begint haar boek met een test. Hoe sta je tegenover volgende stellingen: hou je van groepsactiviteiten? Ben je graag alleen? Als je veertien op twintig haalt, ben je introvert. Wel, ik vinkte er negentien af. Toen ik als jonkie bij Radio 2 Oost-Vlaanderen het regionale nieuws deed, bleek dat in het begin een kwelling: o nee, ik moet de politie bellen om te horen hoe het zit met dat ongeval. Of ze stuurden me naar de lokale paardenkoers om een reportage te maken – wildvreemden aanspreken, pure horror. Maar je leert joviaal te zijn. Je trekt het kostuum van vrolijke frans aan en je duwt die mensen een micro onder de neus. Nu draag ik een extravert harnas, maar daaronder schuilt een man die liever zwijgt en leest.
‘Nu draag ik een extravert harnas, maar daaronder schuilt een man die liever zwijgt en leest.’
Je hóéft natuurlijk niet buiten te komen. Waarom bel je dan toch bij vreemden aan om over hun leesliefde te praten?
Oosterlinck: Die podcast biedt een mooi tegenwicht voor het radiomaken. Op Willy gaat alles snel, dat zijn babbels van vijf minuten met iemand die inbelt. Ik miste het diepgravende gesprek: eens een uur lang met iemand praten, iemands ziel blootleggen. Dat beantwoordt meer aan mijn introverte karakter: liever een-op-een op de bank dan oppervlakkig kouten over koetjes en kalfjes. Lezen an sich gaat ook dwars tegen het huidige maatschappelijke klimaat in, waarin alles blits moet zijn. Wie doet dat nog, zich een uur lang concentreren op de gedachten van een ander, wie brengt nog de tijd op om zich te verdiepen in een talig meesterwerk? We klagen allemaal over de gejaagdheid van ons bestaan – wel, lezen is de perfecte remedie.
Je hebt een aantal verrassende gasten voor je microfoon gekregen. Zo wist ik niet dat Bart Somers een veellezer is.
Oosterlinck: Dat was inderdaad een aangename verrassing. Onze ontmoeting heeft me ook doen nadenken over de vooroordelen die we koesteren. In zo’n lang gesprek ontdek je de mens achter het imago. Je hebt geen enkel idee, hè? Je kent een politicus louter van de spektakelverhaaltjes in de media. Maar hij bleek zeer hartelijk en erudiet. In zijn tuin heeft hij een leeshuis gebouwd, een soort mancave voor intellectuelen, met een statig bureau en indrukwekkende bibliotheek. Een van zijn favoriete boeken is De wereld van gisteren van Stefan Zweig. Daarin maakt de Oostenrijkse auteur en banneling – als Jood vluchtte hij in 1933 voor de nazi’s – de balans op van zijn verloren Europa.
Tijdens ons gesprek vertelde Somers openhartig over het collaboratieverleden van zijn familie, hij probeerde via Zweig te begrijpen waar het fout liep. Dergelijke onthullingen staan haaks op de snelle politieke slogans en ik heb mijn simplistisch beeld van Somers echt moeten bijstellen. Op een bepaald moment bekende hij dat hij liever bij boeken dan mensen is, toch straf voor iemand die bijna dagelijks op de markt handjes schudt. Somers is dus ook een introvert en vaak zijn dat goede leiders. Ze delegeren meer, luisteren naar hun collega’s en creëren een veilige werkomgeving. Nu de wereld gedomineerd wordt door bullebakken, is het misschien tijd om introverten aan de macht te helpen.
Somers was trouwens niet de enige die de stereotypen oversteeg. Zo is Gabriël Rios verslaafd aan dikke historische romans. Je verwacht toch niet dat een popzanger in zijn vrije tijd Hilary Mantel leest? In zekere zin heeft die podcast me een beter mens gemaakt: nooit oordelen voor je met iemand gesproken hebt.
Dus iedereen is welkom in de podcast. Mag iemand als Theo Francken zich ook aanmelden?
Oosterlinck: Theo Francken? (denkt even na) Wel, mijn podcast gaat over boeken. Een belangrijk criterium is dat je kunt lezen.
Lees je elk boek dat je gasten aanraden?
Oosterlinck: Ben je gek? Daar heb ik de tijd niet voor. Mijn leeslijst is nu al oneindig lang. Maar soms doe ik wel een inspanning. Toen ik bij muzikant Jo Bogaert op bezoek ging, heb ik Meridiaan van bloed van Cormac McCarthy gelezen. Bogaert is een zeer veelzijdige man. Ooit heeft hij de wereldhit Pump Up the Jam van Technotronic geproducet, maar tegenwoordig verdiept hij zich in kunst en filosofie. Een van zijn stokpaardjes: de link tussen paranoia en macht, tussen psychopathologie en het nazisme. Ik kende McCarthy vooral via de verfilmingen – No Country for Old Men is bijvoorbeeld wél een goede boekverfilming – en Meridiaan van bloed stond al een tijd op mijn verlanglijst. Wel, dat is het meest verschrikkelijke boek dat ik ooit gelezen heb. Het speelt zich af in het Wilde Westen maar denk maar niet dat je een leuke western voor je neus krijgt. McCarthy schrijft over premiejagers die aan de lopende band Native Americans afknallen. Het is de ene gruwelijke scène na de andere, horror na horror, zonder een streepje licht of hoop. Met zijn nihilisme rekent hij genadeloos af met de Amerikaanse mythe van de nobele cowboy, maar god, zo’n zwartgallig boek hoef ik niet elke dag op mijn schoot.
Anderzijds: het hoeft niet altijd een vlot strandboek te zijn. In haar aflevering fulmineert Kristien Hemmerechts tegen het lezen als ontspanning. Dat vindt zij gemakzuchtig. Lezen is werk, een manier om je geest te scherpen. Daar kan ik haar in volgen. Hoe meer je leest, hoe beter je begrijpt hoe literatuur in elkaar zit, en zo vind je de moed om ook moeilijkere teksten te verorberen. Even je best doen, even doorbijten, en eens je de queeste aanvat, zal je zien dat de beloning des te groter is.
In je boek out je je ook als literair voyeur. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Oosterlinck: Als ik bezeten raak door een auteur vertoon ik soms stalkergedrag. Jeroen Brouwers is bijvoorbeeld een van mijn slachtoffers – ik ga regelmatig op bedevaart langs de huizen waar hij woonde en werkte. In de paasvakantie gingen we met het gezin naar Nederland. Mijn vrouw en kinderen dachten dat we gewoon gingen genieten, maar eigenlijk wilde ik het huis zien waar Brouwers Bezonken rood heeft geschreven.
Bezonken rood is zonder twijfel het beste boek ooit geschreven en dus wilde ik zeker Gwennie Debergh in de podcast. Zij is de weduwe van Brouwers en beheert als literatuurwetenschapper zijn nalatenschap. Daar stond ik dan, op trillende benen, in de woonkamer van de grootmeester. Debergh bleek een begenadigd verteller. Het enthousiasme waarmee ze over Hugo Claus praat… Als je haar bezig hoort, loop je meteen naar de boekhandel om Het verdriet van België te kopen.
‘What the fuck! Mijn onwaardige vingers mochten het heilige der heilige betasten! Mijn leven is compleet.’
Na ons gesprek vroeg ze me: ‘En, wat wil je zien?’ Ze wist verdomd goed dat Bezonken rood mijn lijfboek is en dus troonde ze me mee naar het archief waar ze een doos uit de rekken trok met daarin het manuscript. (extatisch) What the fuck, echt waar, serieus! Mijn onwaardige vingers mochten het heilige der heilige betasten! Mijn leven is compleet, nu kan ik als een tevreden mens sterven.
Klinkt alsof Drie boeken één voorgezet plan behelsde: binnendringen in het huis van Brouwers.
Oosterlinck: Je hebt me door. 250 afleveringen heb ik al dat gezwets moeten aanhoren, enkel en alleen om het heiligdom te betreden.
Een dure onderneming, want ik vermoed dat zo’n podcast geen geldmachine is.
Oosterlinck: Integendeel! Nada, nul, zero – dat verdien je met een podcast. Er is simpelweg geen verdienmodel. Daarom houden de meeste podcasters er na een paar afleveringen mee op. De enige manier waarop ik de kosten kan drukken, is door af en toe een aflevering voor publiek te organiseren in een bibliotheek of cultureel centrum. Dan sprokkel ik wat entreegeld bijeen, waarmee ik mijn jobstudent kan betalen. Zij doet een ruwe montage en wat redactiewerk, de rest komt voor mijn rekening. Daarnaast zijn er gala-afleveringen met een livepubliek. Zo heb ik ooit Stefan Hertmans en Tom Lanoye in de Gentse Boekentoren mogen ontvangen.
Heeft Willy geen interesse om een boekenprogramma op antenne te brengen?
Oosterlinck: Willy is niet de plek om cultuur te programmeren. Willy kan dat ook niet betalen. Wij zijn maar een scheet groot en dergelijke programma’s zijn helaas waanzinnig duur.
Mocht je een sponsor vinden, welke gast zou je dan zeker nog in je podcast willen?
Oosterlinck: Barack Obama. Zonder twijfel. Een ex-president maar vooral een veellezer. Hoe boeiend zou dat zijn? Barack en ik zijn maar één handdruk van elkaar verwijderd, want ik heb Jürgen Ingels in de podcast gehad, de ondernemer die de president naar België haalde voor zijn Supernova-festival. Dus misschien lukt het ooit. Na Brouwers ook Barack – man, doe me niet dromen.
103 boeken die je gelezen moet hebben
Nu uit bij Lannoo. Boekvoorstelling op 09.05 in De Vooruit in Gent. Gratis mits inschrijven: viernulvier.gent
De drie boeken van Wim Oosterlinck
Voor alle duidelijkheid: het volledige oeuvre van Jeroen Brouwers is hors catégorie. Maar welke drie boeken zou Wim Oosterlinck zelf uitkiezen voor zijn podcast?
Het lied van ooievaar en dromedaris
‘Kort gezegd: Anjet Daanje heeft met deze klepper het beste Nederlandstalige boek van het afgelopen decennium geschreven.’
In orbit
‘Ik ben zeker dat ik in 2025 geen beter boek zal lezen. Samantha Harvey won er terecht de Booker Prize mee.’
1984
‘Ongelofelijk hoe een boek dat zo oud is, nog zo relevant kan zijn. George Orwell verpakt briljante inzichten over onze maatschappij in een ontroerend en wreed verhaal.’
Wim Oosterlinck
Geboren in 1973 in Gent.
Begint zijn radiocarrière bij Urgent.fm en Radio 2 Oost-Vlaanderen.
Presenteert jarenlang met Heidi Lenaerts het ochtendprogramma van Studio Brussel.
Gaat in 2006 aan de slag bij Qmusic waar hij ook een tijdje programmadirecteur wordt.
Publiceert in 2019 het boek Ik wilde geen kinderen (en nu heb ik er twee).
Lanceert in 2019 de podcast Drie boeken.
Stapt in 2020 over naar rockzender Willy.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier