Tobias Cobbaert

‘Het Vanity Fair-artikel over Cormac McCarthy’s minderjarige muze is bizar’

Tobias Cobbaert schrijft wekelijks over wat hem wakker houdt. Of net niet.

Schokkend nieuws uit de literaire wereld. Vanity Fair publiceerde een lang artikel waaruit bleek dat Cormac McCarthy, de vorig jaar overleden auteur van Blood Meridian en No Country for Old Men, in 1976 als man van 42 een relatie begon met een zestienjarige. Meer dan veertig jaar lang, tot aan zijn dood, hield de schrijver contact met Augusta Britt, die nu haar verhaal doet. Britt kwam uit een gezin waar ze misbruikt en verwaarloosd werd, schipperde van pleeggezin naar pleeggezin, en vond in de veel oudere McCarthy een zorg die ze nooit bij anderen had gekend. Hun verstandhouding was niet die van pleegvader en geadopteerde dochter, maar werd na een jaar seksueel.

Op het internet wordt het sensationele artikel om twee redenen bediscussieerd. In de eerste plek is het natuurlijk schokkend dat McCarthy, een van de meest gerespecteerde Amerikaanse auteurs uit de hedendaagse tijd, zich hieraan schuldig heeft gemaakt. Maar minstens evenveel mensen nemen niet alleen aanstoot aan de inhoud, maar ook aan de vorm van het artikel.

‘Cormac McCarthy’s geheime muze breekt na een halve eeuw de stilte: “Ik hield van hem. Hij bood me veiligheid.”’ Zo luidt de officiële titel van het stuk. Vincenzo Barney, de auteur, presenteert het niet als een tragisch verhaal over misbruik, maar als een grootse, literaire romance. ‘Hij was 43, zij 17. Het is ontstellend, misschien zelfs illegaal,’ erkent de auteur terloops, om daarna weer kritiekloos zijn verhaal te vertellen. Alsof dit soort verhalen plots niet meer problematisch is wanneer de hoofdrol gespeeld wordt door een literair genie.

McCarthy begon als man van 42 een relatie met een zestienjarige.

Het soort literair genie dat Barney zelf probeert te zijn. Want het Vanity Fair-artikel doet niet alleen de ronde door de verbloeming van de feiten, maar ook door de extreem wollige schrijfstijl. Omdat hij de briefwisseling tussen Britt en McCarthy mag lezen, schrijft Barney dat het ‘niet juist voelt om de blauwe inkt die alleen voor haar blauwe ogen bedoeld is’ te lezen. Wanneer McCarthy in diezelfde brieven beschrijft hoe hij zijn gezicht tussen Britts dijen wil duwen, luidt de commentaar dat dit zinnen zijn van een schrijver ‘die met zijn gezicht tussen de geparfumeerde dijen van een boek zit’.

De grappigste momenten zijn die waarin Barney het niet kan laten om het over zichzelf te hebben. Hij is razend enthousiast wanneer Britt vertelt hoe McCarthy tijdens een trip op peyote de betekenis van het universum bediscussieerde, omdat hij ‘zelf een gigantische McCarthy-fan is met eigen kwantumtheorieën over Blood Meridian’. Hij ‘ontdekte’ Britt doordat ze reageerde op zijn recensie van de roman The Passenger op Substack. Waarop Barney begint te fantaseren over hoe McCarthy zijn tekst las.

Het Vanity Fair-artikel is een puinhoop waarin heel veel fouten samenkomen: bombastisch proza, een schrijver die zichzelf een heel interessant onderwerp vindt, en een problematische relatie waar onterecht een oogje voor dichtgeknepen wordt. Barney had beter wat inspiratie opgedaan bij Cormac McCarthy.

Enkel op vlak van schrijfstijl dan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content