De boodschap van Paul Verhaeghes ‘Onbehagen’ steekt in een nieuw jasje, maar voelt iets te vertrouwd aan

3 / 5
Brainwash festival 2021. Paul Verhaeghe. Foto: ANP / Hollandse Hoogte / Jan Boeve © Belga

Paul Verhaeghe

Onbehagen

288 blz, 24,00 euro

3 / 5

Freuds inzichten over onbehagen en cultuur leiden Paul Verhaeghe naar een niet geheel onbekende kritiek op onze neoliberale maatschappij.

Nadat de Britse regering onlangs het plan had opgevat om onlinegokken te beperken, werd iemand van de gokindustrie geïnterviewd op de BBC. ‘Wat een zonde, dat plan,’ zei hij, ‘want zo gaan duizenden banen en miljarden aan belastinginkomsten verloren.’ Toen de journalist daarop vroeg of hij dan geen probleem had met die één op de honderd gokkers bij wie die bezigheid ziekelijke vormen aanneemt, mompelde hij: ‘God ja, daar moet ook iets aan gedaan worden.’ Het had een anekdote kunnen zijn uit Paul Verhaeghes Onbehagen, waarin hij onze hedendaagse tendens beschrijft om zowat alles in termen van winst en succes uit te drukken en geen oog meer te hebben voor het collectieve en sociale.

Waarom verlangden we tijdens het lezen zo vaak naar de eruditie en originaliteit van Paul Verhaeghes debuut?

In dit boek keert Verhaeghe terug naar Het onbehagen in de cultuur (1930), waarin Sigmund Freud wijst op de onvermijdbare frictie tussen de door verlangen en agressie beheerste mens en de samenleving die wenst dat hij die toch niet zo fraaie eigenschappen in toom houdt. Als dat goed verloopt, leidt dat tot een sublimatie in de cultuur. Maar waar Freud zich verzette tegen het versmachtende keurslijf van het christendom, waaruit hij heel wat van zijn patiënten zag voortkomen, waarschuwt Verhaeghe voor het tegengestelde fenomeen. Sinds de jaren tachtig rest er van de normen en waarden van het christendom nog maar weinig, schrijft hij, en heeft de mens, zoals Nietzsche al zei, werkelijk de positie van God ingenomen. Maar veel beter is hij er niet door geworden. Het verlies van het transcendente heeft hem eenzaam en verweesd achtergelaten, ten prooi aan de neoliberale ideologie. En dat is niet zonder gevolgen gebleven. Steeds meer kinderen hebben nood aan aangepast of bijzonder onderwijs, het gebruik van psychofarmaca rijst de pan uit en ook onder volwassenen gaat de vraag naar psychiatrische hulp in stijgende lijn. Het is de politiek die die situatie gecreëerd heeft door voor het neoliberalisme te gaan en ze kan die ook weer oplossen door voortaan resoluut in te zetten op een solidaire samenleving.

Wie Verhaeghes Identiteit, Autoriteit en Intimiteit heeft gelezen zal in Onbehagen veel herkennen. Al te veel misschien, want ook al weet de auteur zijn boodschap in een nieuw jasje te steken, in feite is het dezelfde als voorheen: het neoliberalisme heeft de mens herleid tot een individu en de samenleving tot een maatschappij. Er zijn meer losers, van wie de DSM psychiatrische patiënten maakt, de ongelijkheid groeit en parallel daarmee de polarisatie, en van yolo en fomo worden we ook al niet vrolijk. Het zal allemaal wel waar zijn, maar waarom verlangden we tijdens het lezen zo vaak naar de eruditie en originaliteit van Verhaeghes debuut Liefde in tijden van eenzaamheid?

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content