DE BIG BANG VAN MICHELANGELO – Een roman over een reis van Michelangelo die leest als het tourdagboek van een rockster? Faut le faire. Mathias Enard doet het in ‘Vertel hun over veldslagen, koningen en olifanten’.
Mathias Enard
Arbeiderspers (originele titel: Parle-leur de batailles, de rois et d’éléphants), 152 blz., euro18,50.euro
In bepaalde kringen die ik zelden frequenteer, is het een punt van discussie. Of Michelangelo in 1506 nu wel of niet naar Istanbul reisde? Voor het gemak, maar vooral omdat het tegendeel nooit eerder bewezen werd, gaat men ervan uit dat het niet zo was. Nochtans had hij van de sultan een uitnodiging gekregen om een brug over de Bosporus te bouwen. Leonardo da Vinci had eerst zijn kans gewaagd, maar over diens schets riep de sultan – volgens Enard – dat het de lelijkste brug was die hij ooit had gezien. Een soort kat met veel te dikke poten en een kromme rug.
Michelangelo zou gekrenkt zijn geweest omdat hij pas ná Da Vinci gevraagd werd, maar Enard verkent de andere mogelijkheid: dat het de mislukking van Da Vinci was die Michelangelo overtuigde om aan boord te gaan van een fregat naar Constantinopel. Eindelijk zou hij kunnen bewijzen wat niemand leek te zien: dat Leonardo ‘een hatelijke grijsaard’ was, die ‘er achterhaalde ideeën over kunst en de aard der dingen op na hield’. Bovendien had Michelangelo een rekening te vereffenen met de paus, die hem slecht betaalde en hem uit zijn paleis had gekegeld. Wat smaakte zoeter dan een opdracht van diens opperste rivaal te aanvaarden?
In wervelende zinnen schetst Enard de bedwelmende onwennigheid van Michelangelo in Constantinopel. De eerste drie dagen blijft hij op zijn kamer. Hij tekent als gek. Paarden, mannen en astragalen. Geen bruggen. Hij heeft geen benul van bruggen. Tekenen is zijn houvast. Net als lijstjes maken. Lijstjes van materialen, spullen, dingen. Aan de hand van de dichter Mesihi verkent Michelangelo voetje voor voetje als een koorddanser boven een ravijn de wulpse onderkant van Constantinopel. Kroegen waar danseressen zowel man als vrouw zijn, opium gebruikt wordt en exotische dieren worden verkocht. Michelangelo kijkt ernaar als een kind naar een flakkerend vuur. Begerig om aan te raken, bang voor de gevolgen. Weer op zijn kamer tekent hij als een bezetene. Uit de schetsen van hielen, polsen en handen van jongemannen wringt zich uiteindelijk een brug. Maar ondertussen heeft men in Rome lucht gekregen van zijn trip. Denkt hij. Vreest hij. Want enige paranoia is Michelangelo niet vreemd.
Enard is een man die niet terugdeinst voor ongewone experimenten. Zijn vorige boek, Zone, was een zin van 517 bladzijden lang. Vertel hun over veldslagen, koningen en olifanten is lichtvoetiger, maar daarom niet minder gewaagd. Als poppen in een poppenhuis plaatst Enard historische figuren in een uitgesponnen verzinsel. Het verhaal van de grote beeldhouwer die in Constantinopel aanmeert, wordt zowel het verhaal van de kunstenaar die nooit genoeg liefde en aandacht krijgt, als het verhaal van een pulserende ontmoeting tussen oost en west, werelden die op papier niet meer dan een brug nodig hebben om samen te komen.
TINE HENS
SLEUTELZIN De nacht vindt geen aansluiting in de dag. Alleen vuur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier