THE STORY OF QUADROPHENIA
Waarom Quadrophenia, het ‘laatste grote meesterwerk’ van de übermodband, er bijna nooit geweest was, legt The Who-songschrijver Pete Townshend zelf op Canvas uit in de documentaire The Story of Quadrophenia.
Tegenwoordig omschrijft Townshend Quadrophenia (1973) als de plaat waar hij het trotst op is. ‘Alleen al omdat ik het klaargespeeld heb om ze te maken. Ik was namelijk het songschrijvende lid van een bijzonder moeilijke band die op dat moment heel potent, krachtig en succesvol was, maar volledig het noorden kwijt was door dat succes. Het was een anarchie van ego’s.’
Het succes dat Townshend en kompanen Roger Daltrey, Roger Entwistle en Keith Moon – die laatste vestigde overigens rond die periode het officieuze wereldrecord hotelkamers slopen – naar het hoofd was gestegen, dankten ze aan Tommy, de eerste ‘rockopera’. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig stond het chic om lange, vaak ingewikkelde conceptalbums te maken, niet zelden gespreid over een dubbel-lp of meer. The Who slaagde er met Tommy in om die torenhoge ambities samen te ballen in het verhaal van een jongen die door trauma’s doof, stom en blind wordt.
‘Maar de band moest dus herbronnen en daarom wilde ik ons weer aansluiting doen vinden met waar we vandaan kwamen: onze vrijwel uitsluitend mannelijke fanbase, de mods’, aldus Townshend. Mods zijn een typisch Brits verschijnsel. Begin jaren zestig was het een jongerenstijl die zich afzette tegen het dan populaire prototype van de rocker – u weet wel, met de vetkuif en leren jekker als uniform. Mods daarentegen lieten de haren netjes knippen, droegen parka’s en reden rond op Vespa’s. Mods en rockers gingen destijds steevast met elkaar op de vuist tijdens het weekend, zo wil de overlevering.
‘Een gewone mod die een rotdag beleeft’, aldus vat Townshend het verhaal van rockopera Quadrophenia samen. ‘Aan het einde van de rit is hij alles kwijt: familie, vrienden, de hele modbeweging. Quadrophenia gaat voor mij over je plaats niet vinden. Men stelt wel eens dat het verhaal over de vier bandleden van The Who gaat, maar dat klopt maar ten dele. Het is een verhaal dat voor jonge mensen van elke generatie opgaat.’
Quadrophenia – wat zoveel wil zeggen als schizofrenie in het kwadraat – doet de verstokte muziekliefhebbers wellicht ook denken aan quadrafonie. Woont u in een huis dat verbouwd werd in de jaren zeventig? Dan vindt u misschien nog in alle hoeken van de woonkamer aansluitingen voor geluidsboxen. Bij een quadrafonische muziekinstallatie, een soort voorloper van surroundsystemen, kwam de muziek uit vier kanalen. Maar de techniek kwam nooit echt van de grond. Om die reden zag The Who ook af van het idee om Quadrophenia quadrafonisch uit te brengen. ‘Ik zie de titel vooral in een creatieve betekenis, dat de thema’s uit verschillende hoeken komen’, aldus Townshend.
Quadrophenia wordt ook wel eens beschouwd als de laatste rockopera. Een paar jaar later brak de punkrevolutie uit: gedaan met pretentieus gepingel, terug naar de eenvoud van rock-‘n-roll. Een idee dat Townshend overigens wel beviel. ‘Ik wilde mij met Quadrophenia enigszins afzetten tegen de progrock van toen. Je weet wel, de tijd van ELO, Pink Floyd en Peter Gabriel die verkleed als een bloempot rondliep. Hoewel Quadraphenia nog deels prog klinkt, omdat de markt toen dat nu eenmaal vroeg, voelde ik dat de punk eraan zat te komen. Hoewel ik nog niet wist in welke vorm, bouwde er zich een muzikale revolutie op. En die hoor je ook al een beetje op de plaat.’
Zondag 15/9, 22.50 – Canvas
(H.V.G.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier