TE HECK!

© KATI HECK - MULTIKULTISAUSE, 2011

In Antwerpen schildert de Duitse Kati Heck (32) het ene enorme doek na het andere. Grote theorieën heeft ze niet, een tomeloze scheppingsdrang des te meer. Ze bevrucht haar werk met strip-, film- en pornobeeldtaal en gebruikt haar beste vrienden als modellen. ‘Schilderen is zo persoonlijk, ik zou onmogelijk iemand kunnen schilderen die ik haat.’

Kunstenaars die grappig werk maken, zijn vaak nogal ernstig van aard. Ook Kati Heck (32) praat beheerst over haar schilderijen, die nochtans wemelen van de practical jokes, zombies, mannen met borsten en tandeloze nazi’s. De jonge Duitse kon in geen tijd vriend en vijand overtuigen van haar vaardigheden en technische vernuft. Bij Tim Van Laere toont ze haar nieuwste schilderijen, foto’s

en tekeningen onder de noemer Multikulti Sause, een antiracistische, sarcastische en Duits getinte expo.

Je schilderijen zitten vol verwijzingen naar Duitsland. Heb je na een decennium in Antwerpen nog heimwee?

KATI HECK: Ik woon al twaalf jaar in Antwerpen, erg verankerd in de Duitse cultuur ben ik dus niet meer. Ik spreek zelfs een ander soort Duits, aangezien sommige uitdrukkingen die ik nog gebruik in Duitsland al uit de mode zijn. Ik was laatst in Wenen en het was een verademing om mijn eigen taal nog eens te horen. Ik kreeg er zelfs inspiratie door. Met de huidige Duitse populaire cultuur heb ik niet veel, maar het oorlogsverleden is via mijn familie wel nog sterk aanwezig. Mijn grootvader is een constante in mijn werk, en hij vertelde veel over de oorlog. Hij heeft er alle mogelijke aspecten van meegemaakt: hij heeft aan het front gevochten en heeft nadien zelfs zijn naam moeten veranderen. Bizar, zo draagt mijn hele familie ongewild een leugen met zich mee. Al die invloeden zitten in mijn werk. Omdat ik de oorlog niet zelf heb meegemaakt, hebben mijn beelden iets cartoonesks, misschien zelfs karikaturaals. Dat is het risico van het vak.

Je verliet Düsseldorf om aan de Antwerpse Academie te studeren. Hoe voelde die verhuizing?

HECK:Op mijn achttiende ben ik uit Düsseldorf weggegaan. Ik vond het er vreselijk, de stad van Beuys was verworden tot een oppervlakkige reclamestad waar je de juiste schoenen moest dragen om in een bepaalde club binnen te mogen. Gelukkig is België meer ontspannen op dat vlak, al gaat het hier soms dan weer te goed. Twee jaar onderhandelen en rond de pot draaien voor een regering? Dat zou in Duitsland ondenkbaar en absurd zijn. Maar het ging over school, niet? Op de Antwerpse academie kreeg ik onder meer les van Fred Bervoets. Hij was heel inspirerend als leraar, heel revolutionair, terwijl het er verder erg traditioneel aan toe ging. In het eerste en tweede jaar moesten we almaar stillevens of naakten schilderen en oude meesters kopiëren. In die tijd vond ik dat vervelend, maar de technieken die ervoor nodig zijn, zijn intussen wel nuttig gebleken. In mijn derde jaar ben ik naar Wenen gegaan, waar meer geëxperimenteerd werd. Er hing een sfeer van opstand en artistieke rebellie – erg spannend. Toch ben ik naar Antwerpen teruggekeerd, zij het met een hoofd vol subversieve ideeën, vast van plan om hier ook een revolutie te starten. (Lacht)

Je doeken worden bevolkt door mensen uit je omgeving. Vlot het werk beter met vrienden, familie of jezelf als model?

HECK: Ik weet precies wat ik wil, waardoor ik zelf het makkelijkst mijn eigen ideeën uitvoer. Sommige van mijn onderwerpen zijn erg persoonlijk, zelfs een beetje gênant. Dan is het eerlijker om mezelf als model te nemen. Natuurlijk zou ik mensen op straat kunnen aanspreken, maar dat vind ik toch moeilijk. Ik vind het fijner om met vrienden te werken, omdat er geen barrière is. Meestal verloopt het proces als volgt: ik heb een idee, maak een schets in mijn hoofd en bepaal welke mensen ik nodig heb. Zodra ik iedereen in de juiste scène bij elkaar heb, maak ik een foto. Net doordat ik hen allemaal ken, voel ik snel wie in welk werk past. Ik heb wel mijn persoonlijke supermodellen: mijn grootvader, man en sommige vrienden zijn fantastisch om mee te werken. Intussen zie ik de veranderingen in hun gezicht en lichaam – die boeien me mateloos. Onbekenden vind ik daarentegen erg moeilijk te portretteren. Trouwens, ik zou onmogelijk iemand kunnen schilderen die ik haat.

Want?

HECK: Details als oksels, monden of tepels zijn buitengewoon intiem. Om zulke lichaamsdelen nauwkeurig te schilderen, moet je de eigenaar ervan echt wel mogen. Er kruipt veel tijd in schilderen, dan is het toch een minimumvereiste dat je je modellen een beetje leuk vindt. Gelukkig heb ik een goede vriendenkring en heeft er tot nog toe niemand bedankt voor de eer.

De mensen die je afbeeldt, lijken soms in een roes. Mogen we aannemen dat ze zich zo gek gedragen omdat ze dronken zijn, of gaat het om vrijheidsdrang?

HECK: Als je het zo stelt, zou ik voor vrijheidsdrang opteren. Maar eerlijk: ik begrijp niet goed wat je bedoelt met een roes, want zo gedragen mijn vrienden zich altijd. En neen: het zijn geen zuiplappen. Ze voelen zich vrij en dat laten ze zien, ongecensureerd en zonder remmingen. Sommige meisjes zijn luchtig gekleed omdat ze dat leuk vinden, er is volstrekt geen dwang of alcohol mee gemoeid. Ik ken ook wel lui die er altijd ernstig en dichtgeknoopt bijlopen, maar dat vind ik zonde, zulke lieden schilder ik niet. De vijf meisjes uit het doek Multikultisause zijn zelf ook kunstenaars. Ze maken deel uit van het collectief LVMM en komen uit de Filipijnen, Zwitserland, Italië en vormen een vrolijk gezelschap.

De mens in je werk is niet altijd even voorbeeldig bezig. Sommige figuren lijken ronduit slecht of in elk geval erg leeg vanbinnen.

HECK: Ik ben continu op zoek naar wat echt menselijk is. Als mensen een afgebroken teennagel hebben, wordt die afgebeeld. Als ze er volslagen leeg uitzien, schilder ik hen zo. Mensen willen zich distantiëren van de dieren en zich mooier voordoen dan ze zijn. Maar ik heb daar mijn twijfels bij. Ik geloof niet dat de mens er beter op wordt, enkel omdat hij mooier oogt. Het dier waarvan we ons willen onderscheiden is nooit veraf. Toegegeven, ik heb het niet altijd gemakkelijk met mensen. Door ze af te beelden zoals ze echt zijn, krijg ik vreemd genoeg weer hoop.

Toch is je werk soms ook erg grappig. Valt humor te rijmen met zoiets ernstigs als schilderkunst?

HECK: Jazeker, George Condo bijvoorbeeld is ook erg grappig. Maar het varieert: nogal wat Belgische kunstenaars maken inderdaad trieste katholieke kunst waarin geen plaats is voor humor. Bij mij lijkt het op het eerste gezicht grappig, maar dat blijft niet duren. Wat ik werkelijk toon, is behoorlijk droevig. In dat opzicht is humor een middel om iets ernstigs zichtbaar te maken. Maar schilderkunst is meer: het is een permanent zoeken naar thema’s die mezelf en de kijker kunnen boeien. Zo worden schilderijen dingen om van te houden, dingen waar je met plezier naar kijkt. Stel je voor dat het alleen om de borstelstreek zou gaan?

Op de foto van de neusmeting is jouw neus aan de beurt. Ben je geslaagd voor de test?

HECK: Niet gelachen, zogenaamde volksbiologen werkten vroeger echt met gegevens over de juiste Arische neus. Ook de meetlat is authentiek. Voor mij is de tekst minstens zo belangrijk: het opschrift ‘will kommen’ verwijst naar migratie en het al dan niet welkom zijn van vluchtelingen. Wie ergens heen ‘wil komen’, wacht zelden een warm onthaal. Onder de tekst zijn verschillende foute neusmodellen op een bord getekend. Bij mij mag elke neus binnen, maar de geschiedenis leert dat het ooit anders is geweest. Op dat vreemde punt ligt ook mijn interesse: bij de vraag of iets waar is of niet. Sommige dingen uit de realiteit zijn zo krankzinnig dat ze niet meer te vatten zijn.

Enige tijd geleden beweerde Angela Merkel dat het uit was met de multiculturele samenleving: ‘Multikulti ist tot.’ Is de titel van je tentoonstelling, ‘Multikulti Sause’, daar een antwoord op?

HECK:‘Multikulti ist tot’ vond ik een hele vreemde uitspraak voor een politica aan het hoofd van een land met zoveel migranten. Het multiculturele project leek finaal mislukt, terwijl er juist gigantisch veel werk aan de winkel is. Uit de mond van Merkel is een dergelijke houding absurd. De multiculturele gedachte is een feit, ze is niet meer tegen te houden. Multkulti Sause betekent zoveel als ‘er een saus van maken’. Maar een ‘Sause’ kan in het Duits ook gebeurtenis of feest betekenen. Vandaar de titel: mensen van allerlei slag kunnen echt wel samen een feestje bouwen. Nochtans wil ik niet per se een standpunt voor of tegen iemand innemen. Voor mij is het multiculturalisme iets met goede en slechte kanten, een realiteit waarvan we maar beter het beste kunnen maken.

MULTIKULTI SAUSE

Tot 21/1, Tim Van Laere Gallery, Antwerpen.

DOOR ELS FIERS

KATI HECK ‘IK HEB HET NIET ALTIJD MAKKELIJK MET MENSEN. DOOR ZE TE TONEN HOE ZE ECHT ZIJN, KRIJG IK WEER HOOP.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content