Afgelopen week dook andermaal een (voor de verandering Belgische) website op die meent het van de platenindustrie te kunnen overnemen: Akamusic (.com). Het businessmodel hebben ze gejat van het Nederlandse Sellaband (.com), alleen opereert Akamusic in het Frans en niet in het Engels.
Het opzet is op het eerste gezicht even eenvoudig als briljant. Surfers kunnen demo’s beluisteren van bands en vervolgens aandelen ( parts) kopen waarmee de groep een single of album kan opnemen. Drieduizend parts – een part kost vijf euro – zijn goed voor een single; voor een album moeten er eerst tienduizend parts worden gesleten. In ruil krijgen de investeerders een exemplaar van het album en veertig procent van de nettowinst van de verkoop. De rest wordt verdeeld onder de artiesten en de website.
Het grote verschil tussen Akamusic en Sellaband is dat die laatste deals heeft met prestigieuze opnamestudio’s en de artiesten een beroep kunnen doen op roemruchte producers als Tony Platt (AC/DC), JamesLewis (Arctic Monkeys) en – euh – Ozark Henry. Akamusic geeft daarentegen geen namen vrij, omdat ze er wellicht ook geen hebben.
Maar wat maakt het uit? Sinds de lancering van Sellaband in augustus ’06 hebben 25 groepen het geld voor een album bijeengebedeld. Twaalf daarvan hebben intussen ook een plaat uit. U hebt er vast al van gehoord: Second Person, Solidtube, Nemesea, Julie Marcell. Nee? Oef! Dan zijn wij niet de enige.
Een plaat opnemen is nog niet de helft van het verhaal. Anders zouden maatschappijen het al lang voor Napster en konsoorten moeilijk hebben gekregen. Like it or not, er is nog altijd een serieus promobudget nodig om een plaat in de hitlijsten te duwen. Een song mag op MySpace dan al door een miljoen ‘vrienden’ gespeeld worden, dat betekent niets. En kom nu niet af met Lily Allen: die zat immers al bij EMI toen de MySpace-hype losbarstte.
Het internet levert voldoende brandstof op om een auto op de baan te brengen en naar een paar caféconcerten te rijden. Maar om de wereld te veroveren, heb je vandaag nog altijd de steun van een label nodig. En neen: Radiohead bewijst het tegendeel niet, want die verkopen van een album nog altijd een miljoen exemplaren nadat ze hem gratis hebben weggegeven.
Dat betekent allemaal niet dat de platenindustrie nog lang stand kan houden in haar huidige vorm. Negen platen op tien verdwijnen in de uitverkoopbakken, en dat was prima toen er van dat ene album nog twintig miljoen stuks werden verkocht. Het recentste album in de all time top 100 dateert echter van 2002 en het is twijfelachtig dat er nog ooit een nieuwe titel in komt. Maar dat onderstreept juist nog meer het futiele karakter van Akamusic en Sellaband. Wat heb je aan een ‘nieuw’ businessmodel dat nog altijd vertrekt van de verkoop van albums?
Door Ben Van Alboom
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier