Get Out

Al wie zichzelf graag wijsmaakt dat racisme relatief is, moet hoognodig naar Get Out, de post-Obama-horrorfilm van Jordan Peele gaan kijken. Miljoenen Amerikanen gingen u al voor.

Een horrorfilmpje met een budget van amper 4,5 miljoen haalde alleen al in de VS meer dan 160 miljoen dollar op en doet het daarmee beter dan Jason Bourne, Star Trek Beyond, X-Men: Apocalypse en La La Land. De hardnekkige Hollywoodmythe dat niemand geïnteresseerd is in films die gedragen worden door zwarte acteurs die niet Denzel Washington of Will Smith heten, mag definitief begraven worden want de Afro-Amerikaanse regisseur Jordan Peele castte de relatief onbekende zwarte Brit Daniel Kaluuya als protagonist Chris. En op het kerkhof van Hollywoodonzin is er vast ook nog plaats voor de legende dat films waarin geen enkele auto door Vin Diesel de vernieling in gereden wordt geen geld opbrengen, want Get Out heeft wel degelijk iets te zeggen. Het klinkt zelfs luider dan de vroar van Diesels diesel.

De in de VS vooral van zijn sketchprogramma Key & Peele bekende Jordan Peele keert in zijn regiedebuut terug naar zijn jeugdliefde, de horrorfilm, en gebruikt de usances van het genre om voelbaar te maken hoe huiveringwekkend het dagelijkse leven van een jonge zwarte man in hedendaags Amerika kan zijn. De ‘racisme is relatief’-aanhangers zullen het niet graag horen, maar de niet zo heel erg verrassende conclusie van Peeles rassenrel van een horrorfilm is dat racisme nog steeds bestaat. ‘No shit, Sherlock!’ denkt de mediawijze Amerikawatcher in u dan, maar het punt is dat het idee voor Peeles verhaal over een zwarte jongeman die voor het eerst zijn upper class blanke schoonfamilie ontmoet niet is ontstaan toen Donald Trump het vertikte om neonazi’s en leden van de Ku-Klux-Klan te veroordelen. En ook niet toen de Black Lives Matter-beweging na de dood van de zwarte tiener Trayvon Martin momentum kreeg. Nee, de kiem voor Get Out is gelegd toen Barack Obama president werd en iedereen dacht dat ze nu eindelijk weleens konden ophouden met het aldoor over racisme te hebben. Alsof de verkiezing van de eerste zwarte Amerikaanse president plots heel dat maatschappelijke probleem had opgelost.

Bange zwarte man

Zoals de ouders van Trayvon Martin aan The Guardian vertelden is racisme ‘alive and well’ in de VS. De jongen wiens dood de Black Lives Matter- beweging in gang trok, werd onderweg naar huis door een (later vrijgesproken) buurtwachter doodgeschoten in een buitenwijk van Florida. Peele refereert aan die zaak door zijn film te openen met een scène waarin een zwarte man verdwaalt in een blanke voorstad vol akelig nette huizen. Het loopt – dit is tenslotte horror – niet goed af voor de jongen. De scène is niet alleen een grappige, intelligente én angstaanjagende omdraaiing van het vaak voorkomende thema van de blanke man/vrouw die verdwaalt in het zwarte getto, ze plaatst de kijker ook in de schoenen van het slachtoffer. Op die manier wil Peele het publiek de typische angsten laten voelen die een zwarte man al te vaak moet doorstaan, zei de regisseur in meerdere interviews.

Get Out is vooral belangrijk omdat het een van die zeldzame films is die de gevoelens van een zwarte man, die voor de verandering eens geen gangster, rapper of sportman is, centraal stelt. Dat doet weliswaar ook Barry Jenkins Oscarwinnaar Moonlight, maar waar die dezelfde thema’s realistisch aankaart en er een voorzichtig hoopvol antwoord op formuleert, toont Get Out de keiharde realiteit door haar door een horrorbril te bekijken. Dat laat Peele toe om in de griezelige voetsporen van Rosemary’s Baby, The Stepford Wives of Candyman de maatschappij en alles wat daarin zoal fout loopt kritisch maar entertainend aan een bloederige vivisectie te onderwerpen. In dit geval ligt er met het taboe op gemengde relaties, raciaal geprofileerd politiegeweld, slavernij, eugenetica en elke mogelijke vorm van racisme heel wat op de operatietafel.

Get Out wordt het vaakst vergeleken met Guess Who’s Coming to Dinner van Stanley Kramer. Die destijds controversiële film waarin een blank meisje haar zwarte vriend aan haar familie voorstelt, verscheen een half jaar nadat op 12 juni 1967 de laatste wetten die gemengde huwelijken verboden ongrondwettelijk werden verklaard. Maar waar die film eindigt met een warme ‘liefde overwint alles’-toespraak van Spencer Tracy worden in Get Out aan het einde de lijken geteld. Net zoals Night of the Living Dead (1968) al een cynische correctie was op het ‘you’re two wonderful people who happened to fall in love and happened to have a pigmentation problem’ van Kramers romance door in een zombiefilm een zwarte held op te voeren die aan het eind lompweg wordt neergeschoten, is Get Out een pessimistische correctie op de hoopvolle films uit het Obama-tijdperk die doen alsof de VS sinds de dag van zijn inauguratie een vrolijk postraciaal en vooruitstrevend land is geworden.

Ik ben geen racist, maar…

Wie naar Get Out wil gaan kijken om zich heerlijk superieur te voelen aan al die domme, racistische Amerikanen steekt beter eerst de hand in eigen boezem. Heel wat Belgische jongeren van Marokkaanse of Turkse afkomst zullen de scène waarin Chris door een politieagent zonder aanwijsbare reden naar identificatie gevraagd wordt maar al te goed herkennen. Het hele ‘raad eens wie er komt eten’-concept van de zoon of dochter die een niet-blanke partner mee naar huis neemt, is jammer genoeg erg herkenbaar en kan perfect vertaald worden naar de Belgische context van het ‘Als hij of zij maar niet thuiskomt met…’ dat hier op menig zondags familiediner weerklinkt. Peeles satirische horror is zo trefzeker omdat zijn slechteriken geen white trash hillbilly-rassenhaters zijn maar verfijnde en gegoede ‘ik ben geen racist, maar…’-types.

Peele lost overigens het meest typische horrorprobleem net op met de ongemakkelijke scènes waarin het sluimerende racisme van mensen die zich onbevooroordeeld wanen de ondertoon voert. Hoe dikwijls verdenk je hoofdpersonages in horrorfilms niet van een belachelijk laag IQ omdat ze maar niet doorhebben wat je als kijker al van minuut één in de gaten hebt? In Peeles auteurshorror ontkent het hoofdpersonage echter zo lang de gruwelijke realiteit waarin hij terechtgekomen is omdat de maatschappij hem al zijn hele leven leert om die werkelijkheid te negeren. Een zwarte man kan in Amerika simpelweg niet overleven zonder zijn mond te houden wanneer hij door een politieagent staande wordt gehouden of wanneer hij op familiefeestjes van zijn blanke schoonfamilie elke keer een punt zou maken van de goedbedoelde maar compleet misplaatste racistische opmerkingen die hem met de glimlach naar het hoofd geslingerd worden. Maar hetzelfde geldt voor België, waar de door Peele op de korrel genomen rassenhaat van de middenklasse even breed is uitgezaaid. Het is het ‘gezellige racisme’ van de oom die graag benadrukt hoe goed hij overeenkomt met zijn Marokkaanse buurman, en dat van de oma die aan de kleindochter met een zwarte vriend vraagt of het echt waar is wat gezegd wordt over die indrukwekkende geslachtsdelen.

Maatschappelijke monsters

Get Out is niet subtiel in zijn boodschap en zeker niet smaakvol in de bloederige uitwerking ervan, maar Peeles debuut doet wat goede horrorfilms moeten doen: de maatschappelijke monsters van zijn tijd analyseren. Dat deze kleinschalige productie met grootschalige resultaten dat doet door resoluut te kiezen voor het standpunt van een zwart personage maakt van Get Out jammer genoeg nog steeds een rariteit in Hollywood, maar ook een kans. Peele dwingt het publiek om door de ogen van zijn hoofdpersonage te kijken. De plaatsvervangende angst die daaruit voortkomt kan toeschouwers die er geen directe ervaring mee hebben toch laten voelen hoe de dagelijkse confrontatie met racisme je kijk op de wereld fundamenteel verandert. En de monsterwinst die Get Out binnenrijft, kan producenten er hopelijk van overtuigen dat een meer gediversifieerd productiebeleid het enige juiste pad is. ‘Ik had nooit gedacht dat deze film gemaakt zou worden’, vertelde Peele aan The New Yorker. ‘Ik dacht niet dat het mogelijk was.’ Miljoenen verkochte bioscooptickets spreken hem tegen. Yes we can, Jordan. Yes we can!

GET OUT

Vanaf 3/5 in de bioscoop.

door Sam De Wilde

In Get Out zijn de slechteriken geen white trash hillbilly-rassenhaters maar verfijnde en gegoede ‘ik ben geen racist, maar…’-types.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content