Een paar jaar geleden schreef je een artikel over de psychische crisis waarin je op je dertigste verzeild raakte. Is deze roman, Vallen als het heet is, daar een uitvloeisel van?

JELMER JEPSEN: Ik dacht dat die crisis veroorzaakt werd door mijn werk en door de keuzes die ik op mijn dertigste diende te maken over mijn toekomst. Ik werd ziek, kon niet meer slapen of werken en kreeg aanvallen. Ik ging naar een psycholoog en die wilde alles weten over mijn kindertijd en jeugd. Voor ik het besefte, kwamen er allerlei verhalen over mijn moeder naar boven, over mijn problematische relatie met haar en het feit dat ik haar al tien jaar niet meer had gezien terwijl we daarvoor heel erg close waren. Zij was een kluizenaar zonder sociale contacten geworden, een psychiatrische patiënt in feite. Ik heb heel lang gedacht dat het aan mij lag, dat ik iets verkeerds deed, maar nu weet ik dat ze gewoon gek was. Een bijkomende factor was dat mijn oma, die in Spanje woont, heel erg ziek werd en dat zij mijn moeder nog eens wilde zien, al had zij al twintig jaar geen contact meer met haar. Jeetje, dacht ik, nu moet ik met mijn moeder op reis. Maar uiteindelijk werd oma beter en werd de trip afgeblazen, al realiseer ik me wel dat die reis naar de stervende oma er ooit van zal komen.

Je hoofdpersonage Morris vreest dat hij de fouten van zijn moeder zal herhalen. Geldt dat ook voor jou?

JEPSEN: Ja, door mijn psychische crisis ging ik er steeds meer op letten en zag ik in dat ik mijn moeder aan het imiteren was. Ik kap nogal makkelijk relaties af, zowel amoureuze, vriendschappelijke als professionele. Dat heeft wellicht met mijn opvoeding te maken. Net als mijn moeder slaap ik ook slecht. Zij spookte ’s nachts altijd door het huis, homeopathische druppeltjes nemend en slaappillen achteroverslaand. In het boek is Morris als zijn moeder, die op haar beurt als haar moeder is. Ik heb Morris ook een zoontje gegeven, om er nog een generatie aan te plakken.

Zelf heb je geen kinderen. Ben je bang dat ook zij bezwaard zouden zijn?

JEPSEN: Ik zit wel een beetje met het DNA-vraagstuk. De vader van mijn moeder had psychische problemen en heeft zich voor een trein gegooid. Mijn moeder heeft het een en ander onder de leden en zelf heb ik rond mijn dertigste aan de gekheid mogen ruiken. Neem daar nog bij dat ik heel wat neven en nichten heb aan wie wel een paar dingetjes los zitten, en dan denk je inderdaad wel eens na over de vraag of je een kind op de wereld moet zetten. Als het komt, dan komt het, natuurlijk, maar ik zal alleszins een stuk alerter zijn, en ik zal mijn zoon of dochter ook attent maken op hun familieverleden, iets wat mijn moeder nooit heeft gedaan. Zij heeft alles altijd verzwegen, terwijl ik alvast een boek heb om aan mijn kind te geven.

(M.V.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content