Al eeuwenlang inspireert de literatuur componisten en lokt ze muziek uit. Maar wat heeft, omgekeerd, de muziek ooit voor de literatuur gedaan? Op welke maat is de roman gecomponeerd? Deze week: Hartslag van Jens Christian Grøndahl.

[DE KLASSIEKE SCENE]

Deze korte roman gaat over de bijzondere verhouding tussen een voormalige architect die nu in Japanse prenten handelt en hier als verteller optreedt, zijn beste vriend Adrian en diens zus Ariane. Ze is nét geen anagram van haar broer, misschien wel de enige niet-toevalligheid in dit onwaarschijnlijke relaas. Nochtans mist het verhaal dankzij Grøndahls trefzekere stijl nooit geloofwaardigheid. In dit fragment woont de verteller een optreden bij van Ariane, een concertpianiste zonder grote carrière. Ze hebben die dag gewandeld, na vele jaren zonder elkaar. Hij heeft haar, uit jeugdsentiment, in het stedelijk aquarium een zeepaardje gekocht en nu draagt ze het op het podium. Op haar verzoek zou hij haar na Beethovens Tweede Pianoconcerto in haar loge moeten opzoeken, maar hij doet het niet. Bij zijn vertrek zal hij in de vestiaire zijn nieuwe liefde ontmoeten.

‘De openstaande klep van de vleugel reflecteerde in een verblindende schicht het toneellicht. Ik zat in een ongelukkige hoek, mijn ogen deden pijn telkens wanneer ik naar Ariane keek. De curve van haar rug volgde de gebogen vorm van het zeepaardje. Ze legde haar hoofd achter-over en boog toch iets naar voren. De muziek begon. Ze was er al helemaal in ondergedompeld, ze was er binnengestapt voordat de eerste tonen klonken. De muziek bereikte ons een tikkeltje later dan de beweging van haar vooruitsnellende handen. Het orkest overspoelde haar, tilde haar op en droeg haar weg op zijn klanken, ver, ver buiten ons bereik. Ik herkende de ritmisch zwaaiende bewegingen van haar boven-lichaam. Opnieuw frappeerde het me hoe anders haar gezicht leek wanneer ze speelde, niet langer op het publiek gericht, maar op onbekende trajecten.’

[DE KLASSIEKE SCORE]

Hoe moeilijk is het om geïnspireerd over muziek te schrijven? Grøndahl gebruikt hier Arianes hoedanigheid van concertpianiste allicht om haar lastig te vatten mengeling van manifestatiedrang en afstandelijkheid in de verf te zetten. Je voelt zijn onwennigheid bij het fenomeen ‘muziek maken’, met als gevolg een oppervlakkigheid die scherp afsteekt tegen de treffendheid van zijn psychologische bespiegelingen. Let wel: het werkt hier wel. Beethovens Tweede Pianoconcerto is minder geslaagd dan zijn andere pianoconcerto’s, en ook de componist was er niet tevreden over. Het minst rijpe,het meest weifelende stuk, maar ook: aanstekelijk wispelturig. Allicht heeft dat voor Grøndahl de doorslag gegeven.

[DE OPNAMEKLASSIEKER]

Pierre-Laurent Aimard, Nikolaus Harnoncourt (Teldec)

(R.T.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content