Elke donderdag, 22.35 – 2BE
‘Meer van dat.’ Het zijn woorden die ik meestal bewaar voor dingen die weinig woorden nodig hebben, maar onlangs ontsnapten ze me in de buurt van mijn tv-toestel bij Benidorm Bastards. Ik vrees dat ik in mijn kritiek op dit programma ieder punt van objectiviteit voorbij ben, want ik ben een onvoorwaardelijke fan. Vloekende nonnen, bejaarde bospoepers, snuivende, rokende, gemene en corrupte bejaarden: ik vind het heerlijk. Natuurlijk ligt de humor vaak voor de hand. Als twee tieners snel hun kleren gladstrijken wanneer ze samen de wc verlaten, lacht er geen mens om. Twee bejaarden die hetzelfde doen en daarbij nog eens vettig knipogen, dát is hilarisch. Humor hoeft niet ingewikkeld te zijn, als hij maar werkt. En dat is zo in Benidorm Bastards. In de eerste plaats dankzij de acteurs: jarenlang werkten ze als de drinkers op de achtergrond bij Thuis of als lijk voor Witse, maar nu krijgen ze de ultieme kans om terug te slaan. Ze hangen zo geloofwaardig de irritante bejaarde uit dat een mens zou gaan geloven dat ze het stiekem echt willen zijn. Vooral omdat de jeugd met zo veel assertiviteit van de derde leeftijd geen blijf weet. De verbazing die van de gezichten druipt, is minstens even grappig als de absurditeit van de bejaarden zelf.
Ooit probeerde een partij politieke munt te slaan uit de slogan ‘Waardig ouder worden’. Enkel een reclameman kan zoiets bedenken. Ik zag weinig waardigs aan het ouder worden dat ik kende. Luiers, geplet voedsel en uit geel papier dezelfde paaskuikens knippen als de kleuters van de school om de hoek. We hadden in de familie net mijn grootmoeder in het bejaardentehuis geplant. Volgens de tantes die het konden weten was dat het beste voor de bomma – ‘Ze zou daar veel gelukkiger zijn dan alleen in huis.’ Ik begreep niet aan welke vorm van geluk ze precies dachten. Voor mij uitte dat zogenaamde geluk zich in het wezenloos voor zich uit staren en het herhalen van altijd dezelfde woorden die zich op betere dagen tot een zin versmolten – ‘Ik wil naar buiten.’ Het was de enige manier om haar ogen te doen oplichten. Op café Westmalle drinken en pannenkoeken eten. Verboden vruchten in de wereld waar ze nu huisde, want slecht voor hart, lever, bloedvaten, cholesterol en de nachtrust van de dokter. ‘Een mens moet van iets doodgaan’, grijnsde ze als ze het suikerklontje van mijn schoteltje griste en onverdund inslikte. Stiekem hoopte ik dat mijn grootmoeder de volgende dag tijdens het knutselmoment een roze penis uit karton zou snijden, maar haar guerrilla schuilde enkel in vettige zoetigheid.
Ik vermoed dat ik daarom nauwelijks bijkom van het lachen als ik naar Benidorm Bastards kijk. Het is de weerwraak van de betutteling. Ik beschouw het als een ode aan mijn grootmoeder en ik hoop dat alle bejaarden ter wereld een tikkeltje meer ‘bastard’ worden. Dat ze inbreken in andere tv-programma’s en Mijn Restaurant op stelten zetten of keet schoppen in het toch wel seutige klasje van Frieda. Dat ze de directeur van het bejaardentehuis verplichten zelf zijn gemalen vlees op te vreten of dat ze anders met hun erfenis naar Las Vegas trekken. Als je tachtig bent, leidt braaf zijn tot niets meer. Enkel tot een vredige dood. En wie wil dat nu?
Lees nog meer recensies en bedenkingen in de blog Testbeeld op KNACKFOCUS .BE
Tine Hens
De ‘Benidorm Bastards’ hangen zo geloofwaardig de irritante bejaarde uit dat een mens zou gaan geloven dat ze het stiekem echt willen zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier