Debra Granik mixt sentiment, spanning en sociaal commentaar in deze superieure ‘country noir’.
Winter’s Bone ***
Debra Granik met Jennifer Lawrence, John Hawkes, Dale Dickey, Sheryl Lee, Garret Dillahunt
Dat de Amerikaanse onafhankelijke cinema betere tijden heeft gekend, is even eufemistisch als stellen dat Mel Gibson een zelfbeheersingprobleem heeft. Toch spoelen er elk jaar nog twee à drie indiefilms aan die de commerciële en artistieke crisis over de Atlantische oceaan even doen vergeten. Eén daarvan is Winter’s Bone, een aangrijpend en trefzeker geregisseerd suspensedrama van Debra Granik, dat zowel in Berlijn als in Sundance scoorde.
In deze potente adaptatie van Daniel Woodrells gelijknamige misdaadroman zie je hoe de zeventienjarige Ree Dolly (Jennifer Lawrence) in haar eentje haar whitetrashgezin moet runnen, aangezien haar criminele vader zoek is en haar depressieve moeder aan de pillen zit. Bovendien moet Ree hoogdringend de schulden van haar junkiepa zien af te betalen, wil ze niet het ouderlijke huis verliezen en samen met haar jongere broertje en zusje in een pleeggezin belanden. Tegen haar zin schakelt ze daarom de hulp in van haar oom Teardrop (Deadwood-acteur John Hawkes), hoewel die ook in de bajes heeft gezeten en zich in dezelfde louche drugskringen ophoudt als vaderlief.
Wat Winter’s Bone even grimmig als ontroerend maakt, is niet alleen de ontwapenende vertolking van Jennifer Lawrence als de kranige tiener die tegen wil en dank in de rol van matriarch wordt geduwd. Het is ook de sfeer van beklemming en moreel en economisch verval die de film bol doet staan van de onder- en bovenhuidse spanning. In het marginale en beboste dorp in Ozark, Missouri, waar Ree en de rest van de Dollyclan wonen, heeft iedereen immers wel iets met ‘crystal meth’ of andere harddrugs te maken en heerst bijgevolg een verstikkende omerta tegenover sheriffs en andere pottenkijkers.
Alleen al daarom zou het Granik oneer aandoen om Winter’s Bone te reduceren tot een knap vertelde detectivethriller die de marge van ruraal Amerika verkent. Tegelijk is Winter’s Bone ook een pakkende, disfunctionele familiekroniek aangevoerd door het Amerikaanse achternichtje van de Dardennes’ Rosetta en bevolkt door ongure houthakkerstypes die zo uit Deliverance of Straw Dogs lijken weggelopen. Bovendien krijgt de film, met zijn minderjarige en maagdelijke heldin, dichte bossen en groteske randpersonages, bij vlagen zelfs de allures van een duister véritésprookje, alsof Alice dit keer niet in Wonderland, maar wel in de Ozark Mountains is beland.
Een sfeervolle milieuschets, pakkend survivaldrama en spannende southern gothic fabel ineen dus, oftewel Amerikaanse independent op zijn best.
Dave Mestdach
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier