‘The Party’, de beste film aller tijden volgens Peter Brosens
Tijdens ‘Film in zicht’ stelt maandelijks een filmkenner zijn absolute filmklassieker voor in Sfinx. Peter Brosens en Jessica Woodworth, regisseurs van King of the Belgians, kiezen voor ‘The Party’, een tragikomedie ‘die veel meer voorstelt dan gewoon een hoop grappen en grollen’.
Wat is voor jou de beste film aller tijden? Geen evidente vraag, en het is nog moeilijker als je daarover met z’n tweeën overeen moet komen. “Voor mij was de beste film eigenlijk ‘De Spiegel’, van Andrej Tarkovski.”, vertelt Peter Brosens, “Maar omdat Jessica en ik nu zelf ook met komedie bezig zijn hebben we iets in die lijn gekozen. Het had ook Playtime (1967) kunnen worden van Jacques Tati, maar dan is The Party toch minder bekend, en relevanter.”
Het is zoals een zandkorreltje dat terechtkomt in een Zwitsers horloge
Het scenario van The Party telt amper 60 pagina’s, en het uitgangspunt is eenvoudig: De Indiër Hrundi Bakshi (Peter Sellers) komt onverwachts terecht op een mondain Hollywoodfeestje, dat hij met zijn klungeligheid al snel in totale chaos doet uitlopen. ‘Het is alsof een zandkorreltje terechtkomt in een Zwitsers horloge’, zo beschrijft Brosens het plot, ‘Bakshi is het korreltje dat ongevraagd dat feestje binnenkomt en het perfect roterende Hollywoodmechanisme helemaal ontregelt.’
En die metafoor gaat verder dan Hollywoodfeestjes alleen: ‘Het is kritiek op een maatschappij in verandering, een vlijmscherpe analyse van een Hollywood en een wereld die steeds killer, saaier en voorspelbaarder wordt. In de manier hoe ze zich bewegen stralen de personages hypocrisie en immobilisme uit. Dat wordt als een kaartenhuisje omvergegooid door het personage van Bakshi: hij vertegenwoordigt de levensvreugde, de menselijke warmte en poëzie.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Typetjes
Brosens en Woodworth zijn ook vol lof over de twee genieën achter de film, acteur Peter Sellers en regisseur Blake Edwards. Sellers speelde buiten The Party ook in verschillende andere komedies, zoals Dr. Strangelove (1964) van Stanley Kubrick, The Mouse That Roard (1959) en de befaamde Pink Panther-films. ‘In deze film is het merkwaardig dat Sellers zijn personage niet speelt, maar echt is.’ Dat is nochtans niet zo evident, aangezien Sellers zelf een bleke Brit is die in de film een rasechte Indiër speelt, inclusief stereotiep accent en een liefde voor olifanten. Anno 2016 lijkt dat niet helemaal politiek correct, zelfs al is de film een remake van de Amerikaanse film Gunga Din (1939) met Cary Grant. ‘Maar het blijft natuurlijk een typetje, ik vind het net interessant hoe hij daarmee speelt’, aldus Brosens.
Perfectionistische improvisatie
Net zoals verschillende andere films uit die periode, rust het een groot deel van scenario op improvisatie en zijn de personages amper psychologisch uitgediept . ‘Vandaag zou je met zo’n scenario bijna geen geld meer krijgen voor een film. In Hollywood is emotie en identificatie tegenwoordig al wat telt, maar voor een heel aantal grootmeesters stond die psychologie net in de weg van andere dingen die je met film kan suggereren.’ Improvisatie stond voor Edwards immers niet gelijk aan nonchalance of je-m’en-foutisme. Zowel hij als Sellers waren echte perfectionisten die met hun vakmanschap een volledige microkosmos schepten: ‘Bijna geen enkele komedie is visueel zo sterk. De mise-en-scène is helemaal in functie van het personage van Sellers. Als je hem ziet in die hallucinante villa, lijkt hij wel een olifant in een porseleinkast, een echte fish-out-of-water.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Humanistische satire
De film was ook een inspiratie voor het werk van Brosens en Woodworth zelf, zoals voor hun nieuwste creatie King of the Belgians. ‘Net zoals Edwards hebben we geprobeerd om niet te vervallen in cynisme. We hadden het personage van de koning makkelijk kunnen ridiculiseren, maar we hebben ons nadrukkelijk gefocust op het kwetsbare. Die aandacht voor menselijke waardigheid en humanisme is typisch Edwards.’ Brosens haalt nog een citaat van Sellers aan om dit te onderstrepen: ‘Ik had een rotte jeugd, en de enige manier om daaruit te komen was om de grappige kant van de tragedie te vinden, het geluk in wat ons ongelukkig maakt.’
Vervolg op King of the Belgians
Ook in hun volgende filmproject wil het regisseursduo iets laten ontaarden uit de chaos. In het vervolg op King of the Belgians, dat momenteel de werktitel Archipelago draagt, zal de koning door een incident ontwaken in een sanatorium in Kroatië. De film wordt echter niet zomaar een sequel: ‘Het wordt donkerder en scherper wat betreft de maatschappijkritiek. Een echte satire.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier