Regisseur Matthew Porterfield: ‘Niet alle regisseurs zijn rijkeluiskinderen, maar toch veel’

© .

Hij bestaat, de Amerikaanse regisseur die past voor superhelden maar geïnteresseerd is in verhalen uit de arbeidersklasse. Hij heet Matthew Porterfield en noemt zijn films vaak naar straten en wijken in Baltimore. Zo ook zijn nieuwste, Sollers Point. ‘Erger dan Donald Trump wordt het niet.’

Wie heeft na de films van trashpaus John Waters en de onvergetelijke tv-serie The Wire geen emotionele band met Baltimore? Voor meer uit het leven gegrepen verhalen uit de geplaagde grootstad aan de Amerikaanse oostkust moet je bij Matthew Porterfield zijn. In Putty Hill portretteerde hij een gemeenschap na de overdosis van een tiener. Sollers Point toont de moeizame rehabilitatie van een jongeman, Keith, die net een celstraf heeft uitgezeten. Zoals zo vaak noemde Porterfield zijn nieuwe film naar de locatie waar alles zich afspeelt: een straat in een buitenwijk die verpauperde toen het bergaf ging met staalproducent Bethlehem Steel. Zeg maar: het Seraing van de VS.

Regisseur Matthew Porterfield: 'Niet alle regisseurs zijn rijkeluiskinderen, maar toch veel'
© .

Rijkeluiscinema

Noem Porterfield gerust de Luc of Jean-Pierre Dardenne van Baltimore. ‘De broers Dardenne zijn een groot voorbeeld’, zegt Porterfield. ‘ Rosetta was een rechtstreekse inspiratie voor mijn debuutfilm Hamilton. Ik hou van de hardheid en de veerkracht van hun personages en hun beweeglijke en elektrificerende stijl.’ Veel binnenlandse voorbeelden heeft Porterfield niet. Amerika heeft geen grote traditie in sociaal-realistische cinema en films over de arbeidersklasse. ‘Men denkt dat er geen publiek voor is. Misschien is dat ook zo. Het probleem is dat we het amper uittesten. Producers en financiers blijven geloven dat je het publiek enkel kunt verleiden met bekende acteurs, franchisespul en comicverfilmingen. Wat ook meespeelt, is dat weinig regisseurs voeling hebben met de arbeidersklasse. Niet alle cineasten zijn rijkeluiskinderen, maar toch bovengemiddeld veel.’

Porterfield komt uit het arbeidersmilieu van Baltimore. ‘De staalfabrieken en scheepswerven lokten mijn familie begin twintigste eeuw naar Baltimore. Mijn ouders behoren tot de eerste generatie die mocht studeren en werden allebei leerkracht. Ze stuurden ons naar een dure privéschool. Dat wrong. Er gaapte een kloof tussen mijn leven op school en dat in de wijk. Ik voelde me nergens helemaal thuis. Toen ik met film begon, lag het voor de hand dat ik Baltimore als decor zou gebruiken. Ik wil de verhalen van de mensen uit mijn omgeving vertellen.’

Sollers Point is Porterfields meest persoonlijke film. ‘Ik heb nooit drugs gedeald en ben nooit in de gevangenis beland, maar net als Keith heb ik lang tegen verslavingen, zelfdestructief gedrag en een lage eigendunk moeten vechten. Ik heb mijn studies niet afgemaakt, ik moest een zware studielening afbetalen en combineerde een tijdlang rotjobs om het hoofd boven water te houden.’

Worstcasescenario

Keiths reïntegratie in de maatschappij wordt bemoeilijkt door blanke criminelen die opkijken naar een leider met een cryptofascistisch discours. ‘In de gevangenis was Keith allicht verplicht om zich aan te sluiten bij een van de blanke bendes, maar in de echte wereld is dat niet nodig. Voor een geslaagde reïntegratie is het cruciaal dat hij inziet dat zijn buurt, zijn gemeenschap uit mensen met diverse huidskleuren bestaat. De realiteit in de steden is dat we alles delen: de buurt, het park, de winkel, de school, het openbaar vervoer. Dat Baltimore een heel versnipperde stad is, met heel veel ongelijkheid, heeft minder met huidskleur te maken dan met klassenverschillen. Ik vind het zeer belangrijk om te wijzen op gemeenschappelijke belangen.’

Matthew Porterfield

Geboren in 1977 in Baltimore, Maryland, VS.

Verricht wonderen met kleine budgetten.

Schreef en regisseerde vier films: Hamilton (2006), Putty Hill (2011), I Used to Be Darker (2013) en Sollers Point (2017)

Staat hoog aangeschreven bij festivals als Sundance en Berlijn en instellingen als het MoMA, Whitney Biennial en Centre Pompidou.

Verdient zijn brood als filmdocent aan de Johns Hopkins-universiteit.

Hoopt zijn volgende film, Check Me in Another Place, in Frankrijk en België te draaien.

Porterfield noemt blanke mannen met nostalgie naar een tijd dat ze nog veel meer voordelen en macht hadden ‘een serieus probleem’, dat overal opduikt. ‘Maar op de lange termijn maak ik me geen al te grote zorgen. Volgens mij is dat een stuiptrekking. Dat waait wel over. Blanke privileges zullen uitsterven. Trump gaat dood. We vervangen hem en al die andere verkozenen door mensen die minder xenofoob en bang zijn. Ik denk dat de bodem bereikt is. Iets ergers dan Donald Trump kan de VS niet overkomen. Hij is het worstcasescenario. Dichter bij fascisme kan Amerika niet komen.’

Is Sollers Point een politieke film? Porterfield gelooft van wel. ‘Ik hoop toch dat hij aanzet tot nadenken. Bijvoorbeeld over die blanke arbeidersklasse die zich bestolen voelt en massaal voor Trump heeft gestemd. Hillary Clinton sprak tijdens haar verkiezingscampagne over deplorables. Dat gaat er bij mij niet in. Die mensen zijn geen rariteiten. Dat zijn de mensen met wie ik ben opgegroeid. Ook al ben ik het niet eens met hun politieke keuze, ik begrijp hun situatie. De progressieve media schilderen hen af als sukkels en dommeriken, maar dat lost niets op. Je moet het gesprek met hen aangaan. Ik heb niet dezelfde politieke overtuiging als mijn familie, maar moet ik ze daarom verketteren? Nee, toch?’

Sollers Point

Nu in de bioscoop.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content