Ready Player One, de film die de pijnpunten van de nerdcultuur blootlegt

© .
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Mogelijk zit er in het hieropvolgende stuk een referentie die u niet snapt. Dat is niet onze schuld.

Pasen valt vroeg dit jaar. Nooit zijn er meer eastereggs in één trailer gegooid dan in die van Steven Spielbergs Ready Player One. Kijk aandachtig, freeze hier en daar een frame en u krijgt een feest van herkenning. Er zijn shots van Kong uit King Kong, de robocop uit RoboCop, het logo uit Ghostbusters, de ghettoblaster uit Say Anything en de IJzeren Reus uit The Iron Giant. Tussen de schimmen in de achtergrond zitten Blanka uit Street Fighter, Gandalf van The Lord of the Rings, Tracer uit Overwatch, El Dragón uit Battleborn, Chucky uit Child’s Play,Tomb Raiders Lara Croft en de struisvogels uit Joust, een obscure arcadegame uit de jaren tachtig. The Joker, Deathstroke en Harley Quinn passeren in een flits. In een één seconde durende shot van een file zitten de automobielen van Knight Rider, Mad Max, The A-Team en – kusje als u haar herkend hebt – John Carpenters Christine verstopt. Knipper even met de ogen en u mist de Batmobile en de Mach Five uit Speed Racer.

Ready Player One is Kvraagetaan op endless repeat. Referentieporno. En dat werkt.

En het kan ook minder subtiel. Op een bepaald moment racet de held van de film in de DeLorean uit Back to the Future tegen een motor uit Akira – het kan ook die van Tron zijn – met Atari-sticker, terwijl een ander personage met de assault rifle uit Halo vecht tegen Freddy Krueger en onderwijl onder vuur wordt genomen door Duke Nukem.

Mocht u zich afvragen wat nerdporno is.

Wel, dát dus.

***

Er werd in geekkringen al langer uitgekeken naar Ready Player One. Of liever: naar de verfilming van Ready Player One. Het boek wás namelijk al een fenomeen. In 2011 verscheen Ready Player One, de debuutroman van de toen 38-jarige Amerikaan Ernest Cline. Denk aan een kruising van Willy Wonka, World of Warcraft en The Matrix en de volledige jaren tachtig en u komt aardig in de buurt.

Het verhaal speelt zich af in het jaar 2044, in een wereld die ten prooi is gevallen aan een energiecrisis, overpopulatie, klimaatopwarming en alles op de dystopische checklist. De enige manier om te ontsnappen is Oasis, een reusachtig virtual-realitygame gecreëerd door een rijke excentriekeling genaamd James Halliday. Na zijn dood maakt Halliday in een opgenomen videoboodschap bekend dat hij een easteregg verstopt heeft in Oasis: de eerste persoon die een reeks puzzels oplost en het verborgen object vindt, erft Hallidays fortuin en zijn bedrijf. Enter Wade Watts, een tiener uit een postapocalyptisch trailerpark die in zijn vrije tijd in Oasis actief is als ‘gunter’ – kort voor ‘egg hunter’ – en over een obsessieve kennis van eightiespopcultuur beschikt. Wat niet geheel toevallig Hallidays favoriete decennium blijkt te zijn.

Al snel na zijn publicatie groeide Ready Player One uit tot de 50 Shades van de geekcommunity: een fanfictiefenomeen op de bestsellerlijst van The New York Times. Deels omdat er bij wijze van promo een echte speurtocht naar een easteregg in de lijn van het boek werd georganiseerd, waarvan de winnaar een DeLorean won – dat was pientere marketing – deels omdat het boek gamecultuur leek te begrijpen: gamen, en zeker onlinegamen, wordt al eens weggezet als zielig escapisme. Niet zo in Ready Player One. ‘I only came here to escape, but I found something bigger than myself’, vat Wade Watts het samen.

Maar de echte aantrekkingskracht van Ready Player One zat ‘m in de waanzinnige lijst referenties. Aangezien Halliday zijn jeugd beleefde in de jaren tachtig zijn alle puzzels in Oasis gebaseerd op jaren-tachtiggames en -films als Pac-Man, WarGames, Blade Runner en Zork. In Ready Player One kan uw kennis van de lyrics van Rush de wereld redden. Komt daar nog eens bij dat elk personage in de virtual reality van het boek zijn eigen avatar kiest, wat maakt dat het fictieve Oasis een niet aflatende parade personages van Marvel en DC, uit The Lord of the Rings, Halo, Street Fighter en The Matrix is.

Ready Player One, de film die de pijnpunten van de nerdcultuur blootlegt
© .

Op pagina drie refereert het boek aan Dead Man’s Party, een vergeten song van Oingo Boingo uit 1985. Daarna stopt het niet meer. Hangt Wade zijn jas op, dan mag u er zeker van zijn dat het haakje de joystick is van een Commodore 64-pad. Plakt er een sticker op Wades vuilnisbak, dan is dat sowieso een collector’s item van Art Spiegelmans Garbage Pail Kids. Dat is wat Ready Player One echt is: een dun verhaaltje over een queeste, verpakt in 385 pagina’s volstrekt willekeurige popcultuurreferenties.

***

Lange tijd werd Ready Player One onverfilmbaar geacht. Niet alleen omdat een flink stuk van het boek Wade is die WarGames met Matthew Broderick naspeelt en niemand weet hoe je zoiets kunt verfilmen, maar ook omdat het publiek dat daarop zat te wachten te niche was. Of toch te niche om een groot budget te rechtvaardigen.

Dat Ready Player One nu een blockbuster met een budget van 175 miljoen dollar is geworden, geregisseerd door Steven Spielberg, zegt dan ook veel over hoe popcultuur sinds 2011 veranderd is. Nerdcultuur is de jongste vijf jaar ontploft. Het is betrekkelijk normaal om YouTube-video’s te kijken die uitleggen welke details u in Game of Thrones gemist hebt. Star Wars is een jaarlijks gebeuren geworden. Ant-Man, ooit niet eens top twintig van de bekendste superhelden, haalt 520 miljoen dollar op aan de box office.

Nerdcultuur is zo mainstream geworden dat ze al in subcategorieën onder te verdelen valt. Er zijn superheldnerds die elke post-creditsscène van Marvel kunnen uitleggen. Er zijn scifinerds die astrofysicus Neil deGrasse Tyson retweeten. Er zijn gamenerds die niet snappen dat u niet weet wat Fortnite is. Er zijn fanboy-nerds die de privéwoning opsporen van elke recensent die iets negatiefs over Black Panther te zeggen had. Er zijn Game of Thrones-nerds die ‘Tower of Joy’ casual afkorten tot ‘ToJ’. Er zijn A Song of Ice and Fire-nerds die niks met Game of Thrones-nerds die ‘Tower of Joy’ casual afkorten tot ‘ToJ’ te maken willen hebben.

Sinds een jaar of twee lijkt één subcategorie in het bijzonder in opmars te zijn: de eightiesnerd, die met een vreemd soort nostalgie terugkijkt naar een geïdealiseerde versie van de popcultuur van de jaren tachtig. Veruit de meestbesproken aflevering van Black Mirror is de eightiesthrowback San Junipero. Guardians of the Galaxy deed zijn promo in jaren-tachtigstijl – en met cassettes. Africa van Toto is wereldwijd opnieuw een ding. Stranger Things heeft een underdogimago, maar is in realiteit een blockbusterserie die op Netflix drie keer zoveel bekeken wordt als House of Cards. Amblin, He-Man-poppetjes en BMX’en kennen hoogdagen in film en op televisie. Nog even en de eighties vormen het decor voor het kostuumdrama van de digital natives.

Een van de grote problemen met nerdcultuur: hoe zorg je ervoor dat er onder alle knipogen en eastereggs geen holle leegte gaapt?

Vooral Stranger Things is in dat opzicht relevant. Netflix’ nieuwe uithangbord – en vooral het succes daarvan – lijkt zowat eigenhandig de weg te hebben geplaveid voor de verfilming van Ready Player One. Als Eleven in seizoen 2 van Stranger Things een bandana opzet, is dat een verwijzing naar The Karate Kid. Als Nancy een halloweenkostuum aantrekt, knipoogt dat naar Risky Business. Als Hopper een hoed opzet, refereert hij aan Indiana Jones. Het is onmogelijk om bij Ready Player Ones eightiesreferentiemanie niet te denken aan die van Stranger Things.

In zijn extreemheid lijkt Ready Player One bijna een parodie op dat soort nerdcultuur. Het is Kvraagetaan op endless repeat. Referentieporno. Promo op maat van een Reddit-forum. En dat werkt. Om u een idee te geven: in die trailer van Ready Player One van daarnet komt na precies één minuut en tien seconden in een flits een QR-code in beeld. Als je die code scande met je gsm, werd je automatisch doorverwezen naar een website waarop een pdf stond van een fictief magazineartikel. Als je goed naar de zijkant van de pdf keek, vond je een binaire code van 104 nulletjes en eentjes. Die cijfers kon je ingeven in een ASCII-tabel, waarna de letters ‘TSARYUE NSG’ verschenen – een anagram van ‘GUNTERS SAY’. Combineer die twee woorden met een andere binaire code die op Reddit was gepost en je krijgt ‘Gunter Never Say Die!’ Dat paswoord kon je ingeven op de officiële website van Ready Player One, waarna er een video van een ronddraaiend gouden ei verscheen.

Het internet deed er minder dan een dag over om dat te ontdekken.

Niet dat het internet onverdeeld naar Ready Player One uitkijkt. Begin deze maand releaseten de makers een reeks affiches die gemodelleerd waren naar klassieke filmposters van The Lost Boys, The Matrix, The Goonies, The Breakfast Club, Blade Runner en Back to the Future. Misschien lag het aan de knulligheid van de photoshop, maar de beelden werden als nostalgia bait onthaald, een term die zoveel als ‘clickbait voor eightiesnerds’ betekent. Zelfs de fanboys vonden dat het te veel aanvoelde als ‘Hé, teenagers, hier: een gratuite referentie aan The Breakfast Club om viraal te laten gaan. Want dat is wat jullie kids willen, toch?’ Het was de corporate versie van fan art.

Ready Player One, de film die de pijnpunten van de nerdcultuur blootlegt
© .

***

En er was nog iets anders wrang aan die campagne. Zoals gezegd is de regie van Ready Player One in handen van Steven Spielberg, die zich nauwelijks twee maanden na The Post aan een nieuwe film waagt. Dat is minder verrassend dan u denkt. Blijkbaar is Spielberg al sinds 1974 een gamer, toen hij Pong ontdekte tijdens de opnames van Jaws. Alleen: Spielberg is ook de man die het scenario van The Goonies schreef en Back to the Future producete, films waaraan de promoposters refereren. Spielberg besefte op voorhand al dat dat wat raar was. ‘Sowieso ga ik geen films van mezelf in Ready Player One steken’, zei hij. ‘Ik ga mezelf hieruit moeten knippen. Ik kan niet anders. Het is too self-referential.’

Zowat alle vroege recensies van de film benadrukken ook één scène in het bijzonder, waarvan niemand lijkt te weten wat ze ervan moeten denken. Het gaat over een scène waarin Wade een puzzel moet oplossen en zich daarvoor een weg moet banen doorheen de wereld van een horrorklassieker van een ándere meester van de jaren zeventig en tachtig. Een horrorklassieker waarvan we de naam om spoilerredenen niet zullen noemen.

Laat het ons erop houden dat er mogelijks een tweeling passeert.

En een driewieler.

En Jack Nicholson die zijn kop door een deur steekt en ‘Here’s Johnny!’ roept.

Oké, het is The Shining, ja.

Ooit was Steven Spielberg de man die de popcultuur van de eighties vorm gaf met Amblin Studios, E.T. en Indiana Jones. Vandaag moet hij referenties naar zichzelf uit zijn films knippen en scènes van zijn vriend en collega Stanley Kubrick remaken. Hoe je het ook draait of keert, dat blijft een aparte vaststelling.

Het zet een van de grote problemen met nerdcultuur, fanboys en eightiesnostalgie nog eens op scherp: hoe zorg je ervoor dat er onder alle referenties, knipogen en eastereggs geen holle leegte gaapt? En hoe hou je de fans blij én kun je iets nieuw doen? Nostalgie is niet meteen een progressieve kracht. De meestgehoorde kritiek na de trailer was al dat Ready Player One er te veel als The Hunger Games en te weinig als Willy Wonka & The Chocolate Factory uitzag. Dat wordt nu de grote uitdaging voor Ready Player One: meer zijn dan een bukkake van referenties aan het verleden en een eigen, nieuw universum creëren.

San Junipero deed het.

Stranger Things deed het.

Kan Spielberg hetzelfde?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ready Player One

Vanaf 28/3 in de bioscoop.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content