De biecht van Noomi Rapace: ‘Moeder Teresa was een vrouw in een mannenwereld’

Noomi Rapace in ‘Mother’ © Entre Chien et Loup

In de fictieve biopic Mother trekt Noomi Rapace het habijt aan van Moeder Teresa. De Zweedse actrice over haar ‘punkrockportret’ van de heilige non die van armoede een deugd én een carrière maakte.

In Corpus Christi gaf een jonge delinquent zich met duivelse devotie uit als priester, in Benedetta kreeg een lesbische non stigmata én orgasmes tegelijk, en in Conclave leek zelfs de Heilige Geest een politieke voorkeur te hebben, met kardinalen die meer op spindoctors leken dan op herders van de ziel. Nee, ook op het witte doek kreeg de katholieke kerk de laatste jaren meer klappen dan een masochistische misdienaar. De nieuwste halte in deze cinefiele kruisweg heet Mother.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dit keer krijgen we geen erotiserende mystiek of pauselijke intrige, maar een gefictionaliseerd portret van de beroemde zuster. Regisseusse Teona Strugar Mitevska, net als Moeder Teresa afkomstig uit het Noord-Macedonische Skopje, verfilmt haar heilig verklaarde landgenote met de ernst van een biechtvader, én met een dosis punkrock. Niet met hanenkammen of Sex Pistols op de soundtrack, maar met een opgestoken middenvinger richting de brave, conventionele biopic.

Mystica en manager

Noomi Rapace, die doorbrak met haar rol als hacker Lisbeth Salander in de Zweedse verfilmingen van Stieg Larssons Millennium-trilogie, speelt de iconische non met devotie in een film die zich afspeelt in augustus 1942. In het Indische Calcutta levert Teresa een innerlijke strijd met de overgang van kloosterzuster naar publiek figuur. ‘Toen ik haar brieven las, zag ik een vrouw met enorm veel pijn en twijfel’, zegt de Zweedse actrice, die eerder samenwerkte met Ridley Scott (Prometheus), Guy Ritchie (Sherlock Holmes: A Game of Shadows), Michaël R. Roskam (The Drop) en Brian De Palma (Passion), maar nooit helemaal Hollywoods A-list haalde. ‘Ze geloofde, maar voelde ook leegte. De stilte van God. Dat klinkt vroom, maar het is vooral het soort geloof dat meer vragen oproept dan het beantwoordt.’

© Entre Chien et Loup

De film toont Teresa als mystica en manager, een vrouw die tegelijk armen redt en vrouwenrechten ondermijnt. Toch is Mother feministisch, volgens Rapace, ‘omdat het een complex portret is van een historische vrouw’. Maar die complexiteit kantelt snel richting contradictie. Teresa’s mededogen gold immers niet voor iedereen: abortus bleef zonde, armoede een zegen. Haar missie was barmhartig, maar ook dogmatisch – een vorm van liefdadigheid die de pijn in stand hield.

Rapace weet dat, en speelt haar dan ook met ambiguïteit. ‘Ik respecteer mensen die effectief iets doen’, zegt ze. ‘Niet degenen die preken.’ Dat klinkt bijna als een verontschuldiging voor Teresa’s hardvochtige altruïsme. Want wat te denken van de vrouw die stervenden zonder pijnstilling liet creperen omdat lijden ‘dichter bij Christus’ zou brengen? Rapace praat het geenszins goed, maar probeert het te begrijpen. ‘Ze was fanatiek’, geeft ze toe. ‘Maar ze kon ook zeggen: het spijt me, ik deed het fout. Die kwetsbaarheid vind ik sterk.’

‘Ik respecteer mensen die effectief iets doen. Niet degenen die preken.’

Het levert een intrigerende spanning op tussen actrice en icoon: de ene zoekt betekenis, de andere bevestiging. ‘Ik ben zelf niet religieus’, zegt Rapace, die opgroeide in een vrijgevochten, artistiek milieu, als dochter van een Spaanse flamencozanger en een Zweedse actrice. ‘Mijn moeder bad tot Jezus aan het kruis, Boeddha, Krishna… Allemaal naast elkaar. Ik geloof niet dat we moeten lijden om iets beters te verdienen. Ik wil vreugde verspreiden.’ In Mother mag dat niet: elke glimlach lijkt een zonde tegen de ascese.

Rebelse non

Toch schuilt er iets rebels in Rapaces Teresa, een vrouw die paus Pius XII belt alsof hij haar boekhouder is. ‘Ze was een vrouw in een mannenwereld. Dat was in de jaren veertig niet evident. Nog steeds niet. Ze riep: “Heb je mijn brieven gelezen? Wanneer mag ik vertrekken? Ik wil bij de mensen zijn!”’

De film raakt ook aan politieke thema’s: abortus, oorlog, geloof als controle. Teresa reisde naar het belegerde Beiroet om er 37 gehandicapte kinderen uit een ziekenhuis te redden. ‘Ze sprak met beide kamp in het conflict, forceerde een staakt-het-vuren en droeg de kinderen zelf naar buiten. Met gevaar voor eigen leven. Ik dacht: wat zou ze vandaag doen? Wel, ze zou in Gaza staan, bij de kinderen. Daar ben ik zeker van.’

© Entre Chien et Loup

Rapace valt dan ook niet te betrappen op cynisme. Sinds Lisbeth Salander probeert ze elke rol als spirituele oefening te benaderen. ‘Ik ga altijd op zoek naar iets wat ik nog niet ken’, zegt ze. ‘Geen nieuwe Salander. Geen nieuwe Lamb (IJslands horrorsprookje waarin ze een rouwende vrouw speelt die een lam als kind opvoedt, nvdr). Ik wil verdwijnen in mijn rollen. Ik wil niet dat mensen míj zien, maar de persoon die ik speel. Toen ik indertijd Lisbeth speelde, sliep ik niet, at ik amper en zat ik voortdurend in de fitness. Tot mijn toenmalige partner me vroeg: waar is Noomi? Wanneer keert ze terug naar huis?’

‘Ik wil verdwijnen in mijn rollen. Ik wil niet dat mensen míj zien, maar de persoon die ik speel.’

Om Teresa te vinden ging ze gelukkig niet zelf het klooster in. ‘Ik las brieven en boeken, beluisterde haar stem en bekeek beelden van haar.’ Daaruit distilleerde ze een vrouw tussen mystiek en management, tussen geloof en pr. ‘Iedereen twijfelt’, lacht Rapace, alsof ze het ook over zichzelf heeft. ‘Zelfs de slechtste mensen hebben momenten waarop ze zichzelf in vraag stellen. Daarom noem ik de film punkrock. We benaderen Teresa niet als heilige, maar als vrouw, met contradicties, met kleine kantjes, zonder haar te idealiseren’.

‘En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars’, staat in Mattheus 6:5. Rapace lacht: ‘Ik bid niet. Ik blijf gewoon bewegen. Zelfs als ik mijn eigen stem niet hoor. Of die van God.’

Noomi Rapace

Geboren in 1979 in Hudiksvall, Zweden, als Noomi Norén.

Groeit op in Zweden en IJsland, haar moeder was actrice, haar vader een Spaanse flamencozanger.

Verlaat op haar 15e het ouderlijke huis om actrice te worden. Volgt acteerlessen aan de Stockholms Elementära Teaterskola.

Breekt in 2009 door als Lisbeth Salander in de Zweedse verfilmingen van Stieg Larssons Millennium-thrillertrilogie.

Speelt ook in Sherlock Holmes: A Game of Shadows, Prometheus, The Drop, Lamb en de serie Tom Clancy’s Jack Ryan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise