De school van Lukaku

© © VRT
Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Maandag, 20.45 – één

De twee jongens van elf en dertien naast mij op de bank begrijpen er niets van. Ze zijn thuis gebleven voor De School van Lukaku. Niet voor die school, wel voor Lukaku. En nu zien ze enkel jongeren discussiëren over de allochtoonse en de autochtoonse gemeenschap. Enkel als Romelu in beeld komt, veren ze even op. Maar ze zien hem niet zoals ze hem willen zien, als voetbalgod in de dop. ‘Te veel school, te weinig Lukaku’, luidt hun oordeel en ze gaan buiten nog even een balletje trappen.

Als ze weer binnenkomen, zit Bart De Wever – de Frit Kid, zoals zij hem noemen – een hele uitleg te geven over alles wat onrechtvaardig is. ‘Misschien moet die eens naar die school gaan’, zeggen ze. Het contrast kon inderdaad nauwelijks groter zijn. In tegenstelling tot het repetitief gebazel van zo veel politici, is De School van Lukaku bijzonder relevant. Zo relevant dat het alle gemakzucht van je af schudt. ‘Brussel is niet gevaarlijk. Je moet gewoon bepaalde buurten vermijden’, de jongeren van het Sint-Guido Instituut in Anderlecht zeggen het met hetzelfde gemak als waarmee ze nog snel even de nagels vijlen voor ze de klas binnenstappen.

De School van Lukaku is een erg ambitieus programma, wat geweldig is, want ambitie is op tv veeleer uitzondering dan regel. Soms willen de makers echter zo veel na, onder, tussen en boven elkaar tonen dat het lijkt alsof je een vijfgangenmenu in één gerecht propt. Er zijn de – soms iets te lange – momentopnames van het leven in de klas, de flitsen van gesprekken tussen jongeren, de persoonlijke bekentenissen van nog eens andere jongeren en de opnames thuis. De caleidoscopische realiteit blijft zo ook na montage complex en fragmentarisch.

‘Ik ben autochtoon! Ik ben hier geboren’, schettert Mohamed achter in de klas. Later toont Mohamed zijn uitgebreide familie, van mama tot ‘grote tant’ en overgrootmoeder. Het gezin leeft – zoals het programma Facebook-gewijs laat weten – volgens de moslimtraditie. Vanuit de keuken spuwt een klok gorgelend keelklanken uit om duidelijk te maken dat het tijd is voor het gebed. ‘We hebben nu geen tijd’, zegt Mohamed. ‘Maar dat halen we later wel in.’ Godsdienst als gebruiksvoorwerp, niet als dril.

Ondertussen laat Romelu zijn haren in vlechtjes leggen. Dik genoeg op zijn hoofd, want anders doet het pijn als hij kopt. Al zagen we hem in deze eerste aflevering amper een bal aanraken. De leraar die hem op school moet begeleiden, toont dat Lukaku’s buitenschoolse activiteiten hem geen zier interesseren. ‘Ik ben geen voetbalfan.’ De directeur die het kamertje binnenwalst, is dat wél. Hij knijpt Romelu familiair in de schouders en mompelt iets over hoe het intellectuele en het sportieve moeten samengaan. De leraar kucht. De directeur aarzelt, kijkt even in de camera en dartelt dan het lokaal uit. ‘Dit programma kwam tot stand dankzij mij’, zie je hem glunderend denken. De mens en zijn plaats in de zon: het is zelden een mooi gezicht.

‘Ik ben een oorlogskind’, hoor ik Nerma zeggen. Ze giechelt erbij als het zeventienjarige meisje dat ze is. ‘Maar dat was toen.’ Voor haar moeder is toen nog altijd nu. ‘De tijd bleef stilstaan toen de oorlog uitbrak.’ Nerma toont een schilderij van de brug in Mostar. ‘9 november 1993’, zucht de moeder. De dag waarop de brug gebombardeerd werd. Haar stem breekt en daarin hoor je dat die dag haar leven veranderde. ‘Kom mama’, zegt Nerma. Het maakt van De School van Lukaku een wonderlijk programma. Vooral voor voetbalfans.

Lees nog meer recensiesen bedenkingen in denieuwe blog Testbeeld op FOCUSKNACK .BE

Tine Hens

‘De School van Lukaku’ is bijzonder relevant – zo relevant dat het alle gemakzucht van je af schudt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content