‘DE KLOOF TUSSEN WINNAARS EN VERLIEZERS WORDT STEEDS GROTER’

Never say never again, wist James Bond al, en na negen jaar undercoverwerk is nu ook die andere superspion Jason Bourne back in business. Guerrillafilmer Paul Greengrass, na The Bourne Supremacy en The Bourne Ultimatum aan zijn derde episode toe, over hoe Matt Damon, de affaire-Snowden en WikiLeaks hem uiteindelijk overstag deden gaan. ‘Matt en ik vroegen ons af hoe het eigenlijk met Jason Bourne zou zijn.’

‘Geen sprake van. Mijn missie zit erop.’ Zes jaar lang was dat de mantra die Paul Greengrass afratelde telkens als iemand hem vroeg of hij, na de actieknallers The Bourne Supremacy (2004) en The Bourne Ultimatum (2007), nog een film over de CIA-agent op de vlucht wilde maken. Maar niet alleen de tijden veranderen. Dat doet blijkbaar ook de mening van de Britse regisseur die school maakte met zijn energieke shaky cam-stijl en samen met hoofdrolspeler Matt Damon van de Bourne-films een van de opwindendste actiefranchises maakte.

‘Nochtans was het een afgesloten hoofdstuk’, verzekert Greengrass, die zijn carrière begin jaren tachtig begon als onderzoeksjournalist voor de Britse zender ITV. ‘Na Ultimatum heb ik wel even aan een opvolger gedacht, maar algauw liet ik het idee varen om aan andere projecten te werken.’ Dat resulteerde achtereenvolgens in Green Zone (2010), een lauw onthaalde actiethriller over de zoektocht naar massavernietigingswapens in Irak, met Damon als GI in gewetensnood. In 2013 volgde het spannende en stukken succes- vollere gijzelingsdrama Captain Phillips, waarin Greengrass zijn kinetische camera richtte op het door Somalische piraten gekaapte vrachtschip van kapitein Tom Hanks.

Bovendien werkte Greengrass, die van suspense puren uit actuele politieke topics zijn handelsmerk heeft gemaakt, ondertussen aan een biopic over Martin Luther King én aan een adaptatie van Robert Harris’ The Fear Index. Maar welk bezig baasje hij sinds Ultimatum ook was, en hoe lang zijn to-dolijst nog steeds moge zijn, iemand als Jason Bourne wis je niet zomaar uit je geheugen. Geen wonder dus dat de actieheld de voorbije jaren, telkens als Greengrass met zijn beste buddy Damon samenzat, ter sprake kwam. ‘Het was onmogelijk om het níét over Bourne te hebben’, aldus Greengrass, die de hitfranchise in 2003 overnam van Doug Liman, die de eerste episode, The Bourne Identity (2001), had geregisseerd. ‘Hij is diegene die ons heeft samengebracht. Vaak waren dat korte gesprekken waarin Bourne even ter sprake kwam. Soms bouwden we ook hypotheses op: waar zou Bourne ondertussen uithangen? En hoe zouden we dit of dat actuele thema in de franchise kunnen integreren?’

De gesprekken werden pas echt concreet in de zomer van 2014, toen Christopher Rouse, de vaste monteur van Greengrass, kwam aanzetten met een ruwe scriptversie voor een nieuwe Bourne-film. En niet voor een slappe spin-off zoals The Bourne Legacy (2014), waarin Jeremy Renner tevergeefs in de voetsporen van Damon trachtte te springen, scheuren, vliegen en rennen als Bournes undercovercollega, maar voor een échte Bourne – een Bourne met Damon als de onder de radar gevluchte superspion die eindelijk wel eens wil weten wat de CIA in het verleden met hem heeft uitgespookt, én met Greengrass als missieleider.

‘Chris was degene die de knuppel in het hoenderhok gooide’, bevestigt Greengrass. ‘En hoe meer ik over het idee nadacht, hoe meer het me opviel hoezeer de wereld sinds Ultimatum was veranderd. Toen had je Bush, nu Obama. We hebben de bankencrisis gehad, die komaf maakte met het idee van ongebreideld economisch expansionisme. Er waren de affaire-Snowden en de onthullingen van WikiLeaks, die illustreerden hoezeer onze privacy wordt bedreigd. Gsm’s werden vervangen door smartphones, waardoor mensen altijd en overal kunnen worden gevolgd. Cyberhacking werd een bovengronds fenomeen en kan nu ook overheden en multinationals ondermijnen. En de sociale media, die ten tijde van Ultimatum nog in hun kinderschoenen stonden, braken helemaal door. Het zijn zaken die de wereld nog complexer hebben gemaakt. Ik dacht: zou het niet interessant zijn om Bourne bezig te zien in die wereld, die op negen jaar tijd ingrijpend veranderd is.’

Schrik dus niet op wanneer u de losgeslagen geheim agent in Jason Bourne – zoals de vijfde aflevering uiteindelijk werd gedooptopnieuw ziet opduiken in Athene, waar hij tijdens een demonstratie tegen de Europese trojka zijn ex-collega Nicky Parsons (Julia Stiles) tegen het lijf loopt, die heeft besloten om compromitterende CIA-files publiek te maken. Of wanneer hij in de finale in Las Vegas een conventie van een socialemediagoeroe aandoet die gedwongen wordt om met de Amerikaanse veiligheidsdiensten samen te werken. De Griekse crisis, de affaire-Snowden en de privacyproblematiek zijn maar enkele van de vele hete hangijzers die in de film de revue passeren. Ondertussen tracht Bourne, ondanks de klopjacht die zijn voormalige CIA-werkgevers op hem hebben ingezet, nog meer te weten te komen over zijn schimmige verleden.

VINGER AAN DE POLS VAN DE TIJD

Supremacy en Ultimatum waren de ultieme blockbusters voor de noughties – met hun jachtige stijl en hun sfeer van paranoia in de nasleep van 9/11 – , en ook met Jason Bourne doet Greengrass zijn best om de polsslag van de tijd op te meten. ‘Ik maak gewoonlijk kleine films’, legt hij uit. ‘Bloody Sunday en United 93 waren films over specifieke topics waarover ik een pointe wilde maken, maar het interessante aan de Bourne-films, die grote blockbusters zijn, is dat ze je dwingen om na te denken over wat de popcultuur behelst. De eerste opgave is: mensen over de hele wereld entertainen. Tegelijk moet je goed reflecteren over wat die wereld bezighoudt, over de conflicten die erin spelen. Dat was hetgeen mij al dreef als filmstudent en documentairemaker, en dat is wat me nog altijd drijft. Ik wil over de wereld getuigen, en over de problemen die ik voel en zie, en daar een debat over openen.’

Dat doet Greengrass ondertussen al dertig jaar lang – van bij zijn deels gerateerde fictiedebuut The Theory of Flight (1988), met Helena Bonham-Carter als een ALS-patiënte die haar maagdelijkheid wil verliezen, over zijn doorbraakfilm Bloody Sunday (2002), dat gaat over de protestmars in het Noord-Ierse Londonderry waarbij het Britse leger dertien burgers doodschoot, tot aan zijn steevast met contemporaine angsten en topics geïnjecteerde Bourne-films. ‘Het enige wezenlijke verschil tussen mijn documentaires en mijn Bourne-films is de schaal’, stelt Greengrass. ‘Die films zijn uiteraard geen journalistieke werken, maar ze zijn wel gemaakt volgens dezelfde methodes en binnen hetzelfde filmische idioom. Toen ik Supremacy maakte, voelde ik me nog onzeker. Die film was me min of meer overkomen. Bloody Sunday had internationaal een snaar geraakt en plots kon ik een Hollywoodfilm maken, iets waar ik op dat moment geen ervaring mee had. Toen ik Supremacy voor het eerst zag met een publiek voelde ik meteen dat het juist zat, dat de film de zeitgeist vatte. Onder dat laagje entertainment ging hij over topics die mensen bezighielden. Dat is het unieke aan Bourne. Je hebt andere hitfilms, ook over spionnen, en er zijn regisseurs die meer voeling hebben met commercie dan ik, maar een Bourne-film schetst een geloofwaardige impressie van de wereld zoals die is, maar dan binnen de verwachtingen die mensen van een grote actiethriller koesteren. Popcultuur gaat over mensen verbinden, hen dingen collectief laten beleven. Dat lukt of dat lukt niet. Bij Supremacy en Ultimatum lukte dat wonderwel, en met Jason Bourne hopelijk opnieuw.’

Of het Greengrass gelukt is om de tijdsgeest opnieuw op de fles te trekken, zal straks blijken aan de kassa. De lat ligt in elk geval hoog – Supremacy bracht 288 miljoen dollar op, Ultimatum 442 miljoen. Eén ding is nu al zeker: de helmboswuivende filmmaker heeft zijn huiswerk grondig gemaakt. ‘Voor ik aan deze film begon, heb ik de eerste drie Bournes herbekeken. Wat ik geweldig vond, was dat die één doorlopend verhaal vormen. De kunst was dus om dat verhaal op een organische manier uit te breiden. Het landschap van Ultimatum was heel binair. Het was Bourne tegen de CIA. Nu zijn de relaties complexer. Je hebt nationale inlichtingendiensten die ons bespioneren om onze veiligheid te garanderen, wat privacy-issues met zich meebrengt. Maar er zijn ook de socialemediabedrijven, die heel andere, internationale belangen hebben en onze data willen uit profijt. Beide partijen zijn even machtig. Dat zag je vorig jaar al in die zaak tussen Apple en de FBI. Bourne zit daartussenin en uiteindelijk zegt hij ook nu: ik sta niet aan deze of gene kant. Ik spreek en handel enkel in eigen naam.’

BREXIT

Bovendien ziet de politiek geïnspireerde Greengrass, die twee jaar geleden nog campagnespots voor Labour-boegbeeld Ed Miliband draaide, nog een ander, fundamenteler verschil met enkele jaren geleden. ‘Het grote probleem is dat de wereld te snel globaliseert. Dat genereert winnaars maar nog meer verliezers. En de kloof wordt alsmaar groter. Dat is het échte spanningsveld binnen de maatschappij, meer dan de verschillen tussen culturen, of die tussen links en rechts. De motoren van de globalisering zijn zo krachtig geworden dat geen enkele regering die nog kan sturen. De mensen voelen dat. Ze voelen dat hun politici de controle en dus hun geloofwaardigheid kwijt zijn. De politiek moet daarom dringend een nieuw werkmodel vinden om het vertrouwen in en de controle over het systeem terug te krijgen.’

Greengrass blijft in het ongewisse over hoe dat moet, maar de angsten die Jason Bourne aanjagen – die voor een globalisering gone bonkers – zijn volgens hem dezelfde als de angsten die recent tot de brexit hebben geleid. ‘Mijn excuses in naam van de brexiteers, trouwens. Britten zijn Europeanen. What the hell. Ze hebben de jongere generaties verraden. Het zijn de ouderen die uit heimwee naar het vroegere, hopeloos geromantiseerde Verenigd Koninkrijk tegen Europa hebben gestemd. Het is ook een woedekreet van vergeten groepen binnen de maatschappij, die zich in de steek gelaten voelen door de politici en door een wereldorde waar ze geen enkele controle meer over hebben. Het klopt dat Europa meer naar hen had moeten luisteren. Het klopt dat de Europese Unie is gecreëerd door een generatie politici die het gewoon was om alles binnenskamers te regelen. Alleen werden de gevoelens van angst en onzekerheid uitgebuit en uitvergroot door cynische politici en rechtse populisten. Die heb je in België en andere Europese landen trouwens ook. Jammer genoeg.’

Toch zag Greengrass, in navolging van David Cameron, de brexit niet aankomen. ‘Ik was compleet verrast. Achteraf bekeken hebben ze het clever gespeeld. De slogan van de brexiteers speelde handig op de angsten in. Die slagzin, take back control, werd op elke meeting eindeloos herhaald. Er ging een kracht van uit, door het simplisme en door de waarachtige kern ervan. Het was precies wat veel mensen wilden horen. Take back control. Ik wil opnieuw controle over de grenzen. Over de economie. Over mijn straat. Over mijn rekeningen. Tuurlijk willen mensen dat. En wat stelden de pro-Europese stemmen daartegenover? De uitleg dat dat allemaal niet zo simpel is en dat de controle terugwinnen een werk van heel lange adem zou zijn. Dat klinkt natuurlijk niet zo stoer en sexy.’

Het moge duidelijk zijn: politieke vraagstukken oproepen binnen een entertainend kader: dat is, al van toen hij spraakmakende reportages maakte voor commerciële tv-zenders, de roeping en levensmissie van Greengrass. Wat dat betreft, is hij niet de eerste en niet de enige. ‘Ik voel me verwant met Adam Curtis, met wie ik indertijd op school zat. Ik ben het zeker niet met al zijn stellingen eens, maar hij is een intellectuele, integere en originele filmmaker. Zijn recentste documentaire, Bitter Lake (2015), is fantastisch. Ook Alan Clarke is een inspiratiebron. Het British Film Institute heeft zopas al zijn films heruitgebracht op dvd. Stephen Frears noemde hem de grootste filmmaker van onze generatie, en hij behoort tot de school van Frears, Mike Leigh en Ken Loach, dus dat wil wat zeggen. Made in Britain (1982) en The Firm (1989) blijven indrukwekkende tijdsdocumenten. Als je wilt begrijpen wat Britten zo Brits maakt, hun eilandmentaliteit, hun stammentwisten en alles wat tot de brexit heeft geleid, moet je Clarkes films absoluut eens bekijken.’

Prima tips in afwachting van nog een volgende Bourne-film? Zoals diens collega James Bond al zei: never say never again.

JASON BOURNE

Vanaf 10/8 in de bioscoop.

door Dave Mestdach

‘De meeste brexiteers zijn ouderen die uit heimwee naar het vroegere, hopeloos geromantiseerde Verenigd Koninkrijk tegen Europa hebben gestemd. Ze hebben de jongere generaties verraden.’ – Paul Greengrass

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content