‘Harry Potter and the Philosopher’s Stone’ wordt de eerste van zeven films die alle cijfers zullen verpulveren. Tenminste, dat hoopt Warner Bros. Maar eerst moet de studio afrekenen met de hoge verwachtingen van miljoenen Potter?fans. Door Ruben Nollet

Harry Potter and the Philosopher’s Stone Vanaf 21 november in de bioscoop.

‘Het idee van een kind dat aan de beperkingen van de volwassenenwereld ontsnapt en ergens naartoe gaat waar het letterlijk en figuurlijk macht heeft, sprak me enorm aan.’ De woorden zijn van Joanne Rowling (de ‘K’ kwam er pas na aandringen van de uitgever), die uitlegt hoe ze op de figuur van Harry Potter is gekomen. Het is niet zo moeilijk om haar redenen te begrijpen als je bedenkt in welke omstandigheden ’s werelds favoriete tovenaarsleerling het levenslicht zag. Rowling bedacht hem al in 1990, maar begon pas zijn avonturen aan het papier toe te vertrouwen toen haar leven op een dieptepunt was beland. Als alleenstaande moeder verzon ze in een pub in Edinburgh de boeken die later lezers over heel de wereld zouden veroveren, met haar slapende baby naast haar.

Harry werd een elfjarige jongen die zich niet van zijn krachten bewust is en zich in de loop van de geplande zeven romans ontpopt tot de redder van de toverwereld. Vier erg succesvolle afleveringen en honderden fansites later krijgt Harry Potter een nieuwe missie: een Amerikaanse filmstudio uit het slop halen.

Warner Bros heeft al sinds The Perfect Storm geen blockbuster meer gehad, de tweede kwartaalresultaten van de AOL Time Warner-groep doken onder de verwachtingen en de aandeelhouders beginnen te morren. Een gigantisch lucratieve franchise als Harry Potter zou dan ook als een godsgeschenk komen. Geen wonder dat J.K. Rowling er aanvankelijk niet gerust in was toen ze de filmrechten via de Britse producent David Heyman aan Warner toevertrouwde. Hollywood is tot alles in staat om poen te scheppen, van overdadige merchandising en commercialisering tot literatuurverkrachting en misselijk makend sentiment. Bij Warner gingen naar verluidt ook stemmen op om het hele Potter-universum naar een Amerikaanse high school te vertalen.

Maar al die twijfels en angsten bleken ongegrond. Sterker: Rowling kreeg enorm veel inspraak in de film en kon dus eigenhandig toezien dat haar kind gerespecteerd werd. Al maakt ze zich ook niet te veel illusies wat de uiteindelijke motivatie van Warner betreft. ‘Ik weet dat die welwillendheid niks met mij te maken heeft en alles met de lezers’, zegt ze. ‘In de ogen van de studio sta ik voor een miljoen kinderen die allemaal willen dat ik mijn zin krijg, en dat geeft me een zekere macht.’

Columbus

Toen de regisseur van de eerste Harry Potter-film gekozen moest worden, zat Rowling mee aan tafel. Tenminste, zodra Steven Spielberg had laten weten dat hij paste. Spielberg had lang met het idee gespeeld om de serie op gang te trekken en dacht er op een bepaald moment zelfs aan om er een computeranimatiefilm van te maken, met Haley Joel Osment als de stem van Harry Potter. Maar uiteindelijk koos hij voor A.I.. ‘Ik heb Harry Potter laten vallen omdat het mij te gemakkelijk leek’, legde hij uit. ‘Het zou zijn alsof ik een cheque van een miljoen dollar kreeg en die meteen ging incasseren. Daar zit geen uitdaging in.’

Met Spielberg uit het vizier hadden Warner en Rowling de keuze uit een waslijst van kandidaten: Ivan Reitman, Tim Robbins, Brad Silberling, Alan Parker, Peter Weir, Jonathan Demme, Mike Newell, Wolfgang Petersen, Rob Reiner, Chris Columbus en Terry Gilliam. Gilliam, sinds zijn Monty Python-dagen een halve Brit, was lang Rowlings favoriet, maar Warner koos uiteindelijk voor Columbus. Een bedrijf dat geen risico’s wil nemen, doet liever een beroep op de regisseur van Home Alone dan op een onvoorspelbare kwiet met rare ideeën, al ziet Columbus dat zelf natuurlijk anders. ‘Ik denk dat Warner me gekozen heeft, omdat men daar had gezien dat ik te allen prijze trouw wou blijven aan de boeken’, is zijn verklaring. ‘Als de boeken zo populair zijn, waarom zou je ze dan veranderen?’

Columbus liet niets aan het toeval over en hengelde naar de job alsof zijn leven ervan afhing. Hij trok naar zijn eerste meeting met J.K. Rowling (‘Ik had haar nog nooit gezien. Ik dacht dat ik een soort Angela Lansbury zou ontmoeten’) met een dik notitieblok en een flink pak vragen. De schrijfster was er op slag van overtuigd dat Columbus een trouwe fan was en dus ook een goeie keuze als regisseur. De fans bleken veel minder enthousiast, viel uit de reacties op de honderden Potter-sites te lezen. De man die stroperige drek zoals Home Alone, Stepmom en Bicentennial Man op zijn geweten heeft als regisseur van de Harry Potter-film? Was Warner gek geworden?

‘Ik snap waarom de fans zich zorgen maakten’, verdedigt Columbus zich. ‘Maar ze mogen niet vergeten dat ik ook de scenario’s van Gremlins en Young Sherlock Holmes geschreven heb. Na al die sentimentele films was ik bewust op zoek naar iets wat opnieuw een beetje donkerder was.’

Een succesploeg

Om zo weinig mogelijk aan het toeval over te laten, omringde Warner de regisseur met een ploeg die haar waarde al bewezen had: scenarist Steve Kloves ( The Fabulous Baker Boys en Wonder Boys), designer Stuart Craig (oscars voor Gandhi en The English Patient), de Australische cameraman John Seale (oscar voor The English Patient), monteur Richard Francis-Bruce (oscar voor Air Force One, genomineerd voor Seven), componist John Williams en ga zo maar door. Bovendien kreeg Columbus een fors budget ter beschikking (ergens tussen 135 en 150 miljoen dollar), waarmee hij voor de vele computereffecten ook nog eens de beste bedrijven kon inschakelen.

De opdracht om van het eerste Harry Potter-boek een memorabele film te maken, bleef echter een hersenbreker. ‘Je zou denken dat een script schrijven makkelijker is als je kunt putten uit zo’n fantastisch materiaal’, zegt Kloves. ‘Vergeet het maar. Vooral dat eerste boek is loodzwaar. The Chamber of Secrets en The Prisoner of Azkaban hebben een veel compactere plot en gaan sneller vooruit. The Philosopher’s Stone gaat gewoon over een jongen die uit de kast komt en ontdekt wie hij echt is. Daar maak je niet zomaar een spannende film van.’

Hun beslissing om Rowlings boeken tot bijbel te verheffen, maakte de taak er niet eenvoudiger op, maar ze bleven tot in de details hun uitgangspunt getrouw. De film heeft in de Verenigde Staten wel een andere titel ( Harry Potter and the Sorcerer’s Stone, gekozen door de Amerikaanse uitgever die The Philosopher’s Stone te academisch vond als titel voor een jeugdboek), voor de rest is de film zo Brits als Prince Charles. Als Harry’s vriend Ron op een bepaald moment zijn enthousiasme moet uitdrukken, zegt hij ‘Brilliant!’, zoals in Rowlings boek, en niet ‘Wonderful!’, zoals het in de Amerikaanse editie klonk.

Om er zeker van te zijn dat ze Harry’s wereld tot in de details juist kregen, riepen Columbus en zijn ploeg voor alles het advies in van de schrijfster, en die werkte met veel plezier mee. De precieze lay-out van Hogwarts, de juiste plaats voor Harry’s beroemde bliksemlitteken (verticaal aan de rechterzijde van Harry’s gezicht), de kleuren en de stof van de Hogwarts-uniformen en toga’s, voor elke vraag had ze een antwoord klaar. ‘Haar inbreng was onbetaalbaar voor een regisseur’, weet Columbus. ‘Maar dat was net de reden waarom we haar er absoluut bij wilden betrekken. Als je Dracula verfilmt en je kunt Bram Stoker vragen stellen, zal je het ook niet laten. Als je een film maakt over de Tweede Wereldoorlog, huur je ook een consulent in.’

De nauwgezette toewijding van de filmmakers zou bovendien af te leiden zijn uit de speelduur van twee uur en 32 minuten, in principe desastreus voor kinderblaas en oudergeduld en een vloek voor de bioscoopuitbaters, die het met minder voorstellingen moeten doen. Maar Columbus maakt zich geen zorgen: ‘De fans hebben blijkbaar geen probleem met een boek van een paar honderd bladzijden. Een film van tweeënhalf uur moeten ze dus wel aankunnen. Trouwens, tijdens de avant-premières kregen we regelmatig te horen dat de film nog te kort is.’

Zoektocht naar Harry

Verliep de keuze van de juiste regisseur nog vrij rimpelloos, dan bleek de speurtocht naar de juiste Harry Potter een nachtmerrie. In die mate zelfs dat de oorspronkelijke castingverantwoordelijke er op de duur gefrustreerd de brui aan gaf. De producenten gingen in oktober 1999 op zoek, maar vele maanden en duizenden sollicitaties en audities later hadden ze de ware nog steeds niet gevonden. Zoals dat vaak gaat in sprookjes stak Dame Fortuna dan maar een handje toe. Een maand of drie voor de opnames zouden beginnen, gingen producent David Heyman en Steve Kloves naar een theaterstuk kijken, Stones in His Pockets. En daar zag Heyman zijn perfecte Harry Potter in het publiek zitten, Daniel Radcliffe, de zoon van een literatuuragent die Heyman kende. Een handvol audities bevestigden wat Heyman al wist: dit was de jongen die ze zochten.

De vraag is alleen of hij ook de perfecte Harry Potter zal blijven. Het verschil tussen de eerste reclamefoto’s (genomen toen Radcliffe pas 11 was) en de 12,5-jarige acteur die op de première in Londen verscheen, is onmiskenbaar. In de boeken wordt Harry ook elke keer een jaar ouder, maar het is lang niet zeker of Radcliffe het tot het einde uithoudt. Voorlopig heeft Warner alleen de rechten voor de eerste drie boeken, maar de studio hoopt natuurlijk Rowlings geplande zeven afleveringen te verfilmen.

Sommigen vragen zich bovendien af of Radcliffe zelf wel een verstandige keuze heeft gemaakt. ‘Al die films na elkaar doen, dat is echt je jeugd opgeven’, vindt de Britse cineast John Boorman, die de jongen al onder zijn hoede had in The Tailor of Panama. ‘En wat zal hij doen als hij terug naar school moet? Hij zal voor de rest van zijn leven Harry Potter blijven. Wat een vooruitzicht.’

Chris Columbus is zich van dat gevaar bewust, maar haalt de schouders op: ‘Als regisseur kan je daar weinig tegen beginnen. Je kunt moeilijk de sociaal assistent beginnen te spelen. Het enige wat je kunt doen, is raad geven.’

Radcliffe en zijn jeugdige collega’s Rupert Grint (die Ron speelt) en Emma Watson (die Hermione gestalte geeft) zullen die raad goed kunnen gebruiken. ‘De dag dat bekend werd dat ik Harry zou spelen, stond de pers na 20 minuten al aan de deur’, herinnert Radcliffe zich. ‘Dat was al griezelig. Maar drie dagen later stond er nog steeds één journalist van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bij ons huis. Ik dacht dat hij gek was.’

Maar dat was nog niks, vergeleken bij de aandacht die de film en zijn acteurs nu krijgen. Harry Potter is een rage aan het worden, en iedereen pikt zijn graantje mee. Fans die de locaties willen zien waar de opnames plaatsvonden, kunnen een speciale Potter Around Bn-kaart kopen. Steeds meer kinderen willen lessen magie volgen. Zelfs Latijn geniet opnieuw meer interesse.

De Britse Orde van de Witte heksen liet al weten dat ze een vloek uitspreken over de film, omdat Harry verkeerd op zijn bezem zit (je berijdt zo’n ding namelijk met de takken naar voren), terwijl conservatieve christelijke groeperingen in Amerika protesteren omdat de boeken de jeugd tot hekserij en zwarte kunsten aanzetten. En is Harry’s litteken trouwens geen halve swastika?

Ook in Engeland hebben ouders en leraren al hun vrees geuit dat de kinderen op het slechte pad zullen raken. Om die reden mocht de productie trouwens niet gaan draaien in de kathedraal van Canterbury en bande minstens één school Rowlings boeken uit haar bibliotheek. De schrijfster weet niet goed wat gedacht. ‘Ik vraag me af of die mensen mijn boeken überhaupt gelezen hebben. Het is belachelijk dat iemand dat kan denken dat ik kinderen tot duiveslaanbidding aanspoor. Ik weet niet of ik ermee verveeld moet zitten dat ik zo verkeerd begrepen word, of dat ik er gewoon hartelijk om moet lachen.’

Poen

Warner laat zich de kritiek alvast niet aan het hart komen. Daar ziet men al de potentiële miljarden glinsteren en men is vastbesloten die niet meer te laten schieten. De studio doet alles om er elke frank uit te puren. De kosten van de film zijn nu al terugverdiend dankzij een lucratieve promotiedeal met Coca-Cola (dat zich wel aan strikte voorwaarden moet houden), en het prijskaartje voor de televisiepremière ligt naar verluidt meer dan twee keer zo hoog als dat van ic. En dan is er nog de merchandising. ‘Daar valt niet aan te ontkomen’, heeft Rowling zich er al bij neergelegd. Mattel, Lego, Electronic Arts, allemaal krijgen ze (in ruil voor een fiks bedrag) een stuk van de Potter-taart. Warner haast zich wel om eraan toe te voegen dat ze geen deal hebben gesloten met een fastfoodketen, en dat ze erop toezien dat het speelgoed van de beste kwaliteit is.

Intussen maken cast en crew zich al op voor de tweede film, Harry Potter and the Chamber of Secrets, die eind volgend jaar in de zalen moet komen. Begin december gaan de opnames van start, en Kenneth Branagh heeft al bevestigd dat hij de rol van de mediageile leraar Gilderoy Lockhart voor zijn rekening zal nemen. Daarna staan zware onderhandelingen voor de deur. Steve Kloves mag dan al aan het script van de derde episode ( The Prisoner of Azkaban) werken, de acteurs hebben maar voor twee films getekend. Columbus heeft wel al zijn diensten aangeboden voor alle zeven films (of beter acht, want hij wil het vierde boek, The Goblet of Fire, in twee films gieten), maar de kans dat hij het zo lang uitzingt, is kleiner dan hij zou willen. Spielberg heeft namelijk laten vallen dat hij het derde boek veel complexer en dus interessanter vindt dan het eerste en dat hij het eventueel wel ziet zitten om die film te regisseren. Als het inderdaad zover komt, is het ‘adieu Chris Columbus’, en dat weet hij zelf ook wel.

Maar dat zal de fans worst wezen. Die zitten reikhalzend uit te kijken naar het vijfde Harry Potter-boek, The Order of the Phoenix, dat volgens J.K. Rowling bijna af is en dat in navolging van de vorige afleveringen nog donkerder zal zijn. Wordt vervolgd in 2002.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content