Zita Swoon Group @ Kaaitheater: Lachen uit onmacht

Generale repetitie Zita Swoon Kaaitheater © Yvo Zels

‘Let’s do it a dada’, zong Blixa Bargeld enkele jaren geleden nog. Met ‘Nothing That Is Everything’ voegt de Zita Swoon Group nu de daad bij het woord. De multimediavoorstelling ging in première tijdens het Klarafestival en was een vrolijke ode aan het absurdisme van Hugo Ball en Tristan Tzara.

Het begon met een fragment uit de film ‘Dada’ van de Belgische cineaste Greta Deses, dat Stef Kamil Carlens toevallig ontdekte op YouTube. Het ging om een reconstructie van de allereerste dadaïstische performance in Zürich uit 1916. Kunstenaars van divers pluimage waren tijdens de eerste wereldoorlog naar het neutrale Zwitserland gevlucht en kwamen regelmatig samen in het café Cabaret Voltaire. Daar gaven ze voorstellingen waarin al hun individuele disciplines samenkwamen en de gebruikelijke artistieke conventies overboord werden gegooid.

De ‘dadaïsten’ hielden er een irrationele levenshouding op na. Ook introduceerden ze nieuwe vormen, zoals de collage en de cut-up, waarmee ze bewust de schijnheilige waarden van de ‘beschaafde’ wereld ondergroeven. Zo maakten ze ‘sound poems’, waarin ze woorden van hun betekenis ontdeden omdat de taal, volgens hen, hopeloos gecorrumpeerd was door de alomtegenwoordige propaganda en oorlogsretoriek. Bestaande beelden of teksten werden verknipt, opnieuw samengevoegd en in een nieuwe context geplaatst, zodat ze een andere betekenis kregen. Verbale nonsens was voor de dadaïsten dan weer een reactie tegen de zinloosheid van het wapengekletter.

Vage rolverdeling

Het filmpje van Greta Deses uit 1969, waarin onder meer het klankgedicht ‘Karawane’ van Hugo Ball werd opgevoerd, sprak Carlens dermate tot de verbeelding dat hij tot een creatieve ‘remake’ besloot. Bijna twintig jaar geleden, ten tijde van de cd ‘I Paint Pictures On Your Wedding Dress’ had hij overigens al eens een song geschreven volgens het cut-up-principe, onder het motto ‘dada let me in’. De beelden die hij op het internet terugvond inspireerden hem dus tot het monteren van een voorstelling waarin muziek, woord, dans en beeldende kunst zouden samenvloeien. Daartoe ging hij een alliantie aan met Jan Lauwers en twee dansers van Needcompany, zoals hij eerder al had gedaan met les Ballets C. de la B. voor ‘Plage Tattoo/Circumstances’ en met Rosas voor ‘Dancing With the Sound Hobbyist’.

Generale repetitie Zita Swoon Kaaitheater
Generale repetitie Zita Swoon Kaaitheater© Yvo Zels

Sinds Zita Swoon de overgang maakte van rockband naar losvast collectief, dwalen Carlens & Co steeds verder af van een puur muzikale aanpak. Maar waar de soundtrack van hun vorige productie, ‘New Old World’, nog meticuleus gecomponeerd was, ontstond ‘Nothing That Is Everything’ volledig uit improvisatie, waarbij werd vertrokken vanuit beeld en beweging. Zoals bleek in het Kaaitheater, waar het gezelschap volop gebruik maakte van kleurrijke kostuums, maskers en allerlei zelfgemaakte rekwisieten, werd het een speelse maar ongrijpbare voorstelling, waarin we ook formele verwijzingen naar theater, circus, revue, slapstick en commedia dell’arte herkenden.

De Zita Swoon Group bestond voor de gelegenheid uit vijf zangers-muzikanten (Stef Kamil Carlens, Aarich Jespers, Wim De Busser en de zussen Eva en Kapinga Gysel, die niet alleen zongen maar ook analoge synths, een accordeon en een theremin beroerden) en twee dansers (Inge Van Bruystegem en Misha Downey), maar eigenlijk werd de taakverdeling zo vaag gehouden dat iedereen voortdurend uit zijn rol kon vallen of zich andermans terrein kon toeëigenen. In tegenstelling tot bij een gewoon concert hadden de leden geen vaste plek op het podium. De buffetpiano werd zo vaak af en aan gereden, dat ze de allure kreeg van een botsautootje. Bovendien maakten de muzikanten gebruik van mobiele geluidsbronnen: ze beschikten elk over een karretje, uitgerust met microfoon en luidspreker, waarmee ze vrij over het podium konden bewegen, waardoor de klanken letterlijk uit alle richtingen leken te komen.

Levende xylofoon

Doorgaans werd er gezongen en geschreeuwd in een soort brabbeltaaltje, al hoorden we occasioneel ook enkele Engelstalige songs voorbijkomen. Anders dan bij de oorspronkelijke dadaïsten was de muziek in ‘Nothing That Is Everything’ niet atonaal, maar werd ze gedreven door het ritme. Nu eens deed de funky groove aan Talking Heads denken, dan weer leunden de nummers aan bij minimalistische elektropop. De groep maakte zowel gebruik van echte als van speelgoedinstrumenten en het speelplezier was zo aanstekelijk dat je als toeschouwer zin kreeg zelf op het podium te springen en actief deel te nemen aan de feestvreugde. Het meest hilarische vondst in de voorstelling was de passage waarin vier spelers op een rijtje gingen zitten met de handen in de lucht en zo een ‘levende xylofoon’ vormden, die met veel zin voor willekeur werd bespeeld door Wim De Busser.

Generale repetitie Zita Swoon Kaaitheater
Generale repetitie Zita Swoon Kaaitheater© Yvo Zels

Mooie, inventieve tot grappige scènebeelden wisselden elkaar af: er werd gekropen en geslopen, gedanst en gesprongen. Vermommingen en stage props verwezen afwisselend naar kubistische en retrofuturistische kunst, maar net zo goed was er ruimte voor luchtige humor en kinderlijke naïviteit. Eén en ander zorgde voor een luchtige, amusante performance, al liepen alle overgangen nog niet even vlot, dreigde af en toe een dood moment en was de samenhang tussen de verschillende scènes zeker niet altijd duidelijk.

Maar misschien was dat juist het punt en levert de Zita Swoon Group zo een impliciete kritiek op een chaotische wereld die, in de honderd jaar sinds het hoogtepunt van het dadaïsme, niet wezenlijk is veranderd. De gevaren die de mensheid bedreigen worden nog steeds ontkend, er gaapt nog steeds een ethische en morele leegte en de gruwelen van de oorlog blijven alomtegenwoordig. Zeker, er viel heel wat te lachen tijdens ‘Nothing That Is Everything’. Maar eigenlijk was het vooral lachen uit onmacht.

Dirk Steenhaut

‘Nothing That Is Everything’ van Zita Swoon Group/Need Company is nog te zien op 17 april in Brugge (Concertgebouw) en 10 oktober in Gent (NTG).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content