Customs: ‘We hebben het kubisme afgezworen voor een rondere sound’

Het Leuvense Customs is terug met hun derde plaat The Market. Hun aanstekelijke post-punk van weleer is overgoten met een saus van glamour, funk en disco. Een gesprek

Met debuutalbum Enter The Characters was Customs meteen gelanceerd in de Belgische muziekwereld. Na de ontploffing van die grote succesbom, werd het even stil. Nu is Customs terug met hun derde plaat The Market. Hun aanstekelijke post-punk van weleer is overgoten met een saus van glamour, funk en disco. Een gesprek.


Klaar voor de herovering

Customs was nog maar net geboren of de Belgische band werd al een begrip. Single Rex schopte het in 2009 tot nummer één in De Afrekening en bleef ook weken in de hitparade staan. En dat allemaal nog voor Customs één optreden had gegeven. “Die periode was echt een zotte rollercoaster”, zegt zanger Kristof Uittebroek.

De muzikanten veroverden vrijwel meteen een groot publiek met hun typische eigentijdse eightiessound. Zowel debuutalbum Enter The Characters en opvolger Harlequins Of Love werden een succes met hits als Justine en Harlequins. De tot dan toe onbekende groep was plots voer voor grote festivals als Pukkelpop en Rock Werchter. En daarna werd het even stil. Maar nu, enkele jaren later, zijn ze klaar om hun herovering in te zetten. In geheel andere muzikale kleuren. “The Market klinkt minder hoekig en serieus maar juist rond en funky.”

Opnieuw bewijzen

Zanger Kristof Uittebroek en gitarist Jelle Janse ogen ontspannen en gelukkig met hun kersverse plaat wanneer we met hen afspreken op café. Ze moeten nochtans enige druk voelen na het grote succes dat de groep te beurt viel sinds 2009. “Het is inderdaad zo dat je je iedere keer opnieuw moet bewijzen”, zegt Kristof. “Zeker als je ziet aan welke snelheid het vandaag gaat in de muziekscene. Er komen constant nieuwe goede dingen bij. Maar die druk is ook wel goed, je beseft van tevoren dat het top moet zijn.”

Het enorme succes van hun eerste plaat heeft die druk alleen nog maar opgevoerd. Het bleek zowel een vloek als een zegen te zijn. “Het nadeel van dat onmiddellijk succes was dat we moesten groeien en ontwikkelen voor het oog van iedereen”, zegt Jelle. “Als we die optredens van toen nu opnieuw zouden kunnen doen, dan zouden we het veel beter aanpakken.” Ook Kristof – die toen nog een onervaren zanger was – ondervond hier het nadeel van. “Ik had bij die eerste optredens het gevoel dat ik iedere keer examen moest afleggen en dat ik maar de helft van de cursus had geleerd.”
Toch vinden ze het succes achteraf vooral een zegen. “Het zou flauw zijn als we nu zouden zeggen dat we liever trager hadden gegroeid”, zegt Kristof. “Op dat moment was dat een fantastische rollercoaster. En sindsdien zijn we alleen maar gegroeid.”

Retrofuturisten

Ze werden ooit tot retrofuturisten gedoopt en die omschrijving vinden ze zelf wel passen. “Wij zijn enerzijds kinderen van onze tijd”, zegt Kristof. “En anderzijds ontdekken we heel graag muziek uit het verleden. En dat gooien we allemaal een beetje samen.”Ook op The Market grabbelen ze weer in de retroton om een oud en toch helemaal eigentijds geluid te creëren.

Toch zou menig Customfan wel eens kunnen schrikken van de nieuwe plaat. Waar Enter The Characters en Harlequins Of Love hoekige post-punk serveerde, smaakt The Market naar funky en poppy disco. Het nieuwe album klinkt veel meer catchy en minder koud en donker dan zijn twee voorgangers. De band komt nochtans uit een moeilijke periode. Maar dat ze hun spelplezier teruggevonden hebben, is duidelijk. “Als je deze plaat hoort, hoor je echt een groep die zich aan het amuseren is”, zegt Kristof. “Dat hoor je op de vorige platen niet, die hadden een enorme sérieux. Het moest vooral heel cool klinken. En nu hebben we gezegd: fuck it.”

Guilty pleasures bestaan niet meer

Hoe dat nieuwe geluid dan klinkt? Verdomd aanstekelijk en funky. “Ik denk dat we het kubisme een beetje afgezworen hebben en nu in een ronde periode zitten.” Die ronde sound lonkt zelfs zowaar naar ABBA met bijvoorbeeld typische pianoriedeltjes op openingsnummer Love To The Lens. “We hebben hoe langer hoe minder de behoefte om cool te zijn”, zegt Kristof. “Dat is het voordeel van ouder worden. Vroeger wou ik nooit luisteren naar ABBA, ik vond dat carnavaleske zevermuziek voor homo’s en travestieten. Terwijl die muziek natuurlijk nooit zo bedoeld is. En als je begint te beseffen hoe popmuziek in elkaar zit, moet je toegeven dat dat in dat genre van het beste is dat ooit is gemaakt. En dan moet je je kunstmatige reserves van vroeger gewoon overboord kunnen gooien en zeggen: dit is gewoon neig.”

Of er dan nog weerhaakjes in hun muziek zitten? “Niet zoveel meer, nee”, zegt Kristof. “Ik denk dat die vooral in de teksten zitten. Weerhaken zijn dingen die de catchyness onderuit halen. En we hebben niet meer het gevoel dat dat nodig is.” Jelle beaamt: “In het begin mocht het allemaal niet te glad klinken en probeer je het wat cooler te laten klinken. Terwijl je dan jezelf een beetje tegenwerkt, nu hebben we gedurfd om all the way te gaan.” Een beetje zoals Dave Grohl die zegt dat een guilty pleasure niet bestaat? “Exact”, antwoordt Jelle. “De pleasure gaat niet weg, maar de guilty wel.” “We hebben gewoon niet meer het gevoel dat we ons moeten verantwoorden”, vult Kristof aan.

Van Customs 2.0 naar Customs 3.0
Tijdens vorige platen werd er door recensenten duchtig gesmeten met vergelijkingen als Interpol, The Cure en Editors. Van Editors is Kristof zelf niet zo’n fan. Maar op deze plaat dringt vooral de vergelijking met een frisse Franz Ferdinand-sound zich op. Of dat wel een compliment is? “Absoluut”, zegt Kristof. “Uit interviews van hen begrijp ik ook dat we heel wat gemeenschappelijke helden hebben, zoals Kraftwerk en Talking Heads. Het is dus niet onlogisch dat we gelijkaardig klinken, zeker in onze speelse kant. Wat we ook delen is onze aandacht voor het visuele. Het is een groep die ik zelf ook vanaf dag één heb gevolgd en die me nog nooit teleurgesteld heeft.”

Wat ze ook delen met de Britse rockband dit album, is een potentieel aan aanstekelijke hits. “Het is grappig dat je dat zegt”, vertelt Kristof. “Er zijn veel journalisten die vonden dat er ook veel radiovriendelijke singles opstonden. En toch hebben we het nog nooit zo moeilijk gehad om een nummer op de radio te krijgen als nu.”

Misschien dat de radiozenders even moeten wennen aan de nieuwe sound van Customs, net als de fans. “Veel mensen die fan waren van Rex, Justine en Methador schrikken wel even van onze nieuwe single Hole In The Market”, zegt Kristof. “Daarom hebben we ook She Is My Mecanic online gezet als geste naar de fans toe die ons al vanaf dag één volgen.” “Het is eigenlijk een soort bruggetje van Customs 2.0 naar Customs 3.0”, vertelt Jelle. Het is ook pas met het beluisteren van hun nieuwe plaat achteraf, dat ze beseffen dat de fans zich even moeten aanpassen. “Op het moment dat je de nummers schrijft heb je een heel gefragmenteerd beeld”, zegt Kristof. ” Het is voor ons ook een ontdekkingstocht. Een opname van een CD is hetzelfde als een foto ontwikkelen. Achteraf kun je naar die foto kijken en zeggen: amai, zie hoe wij er toen uitzagen.”

Maatschappijkritiek in een funky discojasje
The Market is niet alleen catchy muziek die zalig uw oren inglijdt. De weerhaakjes zitten deze keer in de teksten. De albumtitel en zinsneden als “That it’s only a matter of minutes before on the radio they will start talking about the market” verwijzen kritisch naar ons huidig marktsysteem. “Ik ben blij dat je het opmerkt”, zegt Kristof. “Ik vind het raar dat quasi niemand dat doorheeft. The Market is eigenlijk best wel een politieke plaat. Maar ik sta niet zoals Rage Against The Machine te roepen en te tieren voor mensen die me toch al op voorhand gelijk geven. Ik doe dat op mijn eigen manier en misschien is die gewoon te subtiel. Misschien moet ik toch duidelijker zijn.” “Maar dat is een dunne lijn”, antwoordt Jelle. “Want voor je het weet kom je weer op het sloganeske territorium.”

Klaar voor het publiek

Een nieuw album betekent natuurlijk ook een nieuwe tour. “We hebben onze tijd van aftasten al achter de rug”, zegt Kristof. “Voor de aankondiging van de plaat hebben we al optredens met onze nieuwe nummers in Nederland gedaan. De nummers zijn kunnen groeien. We zijn nu waar we moeten zijn.”

Ten slotte vraag ik Kristof – die ooit nog twijfelde om zelf journalist te worden – of hij blij is dat hij nu aan deze kant zit als geïnterviewde muzikant. “Het lijkt mij ook eens leuk om aan jouw kant te zitten”, zegt hij. “Door zelf veel interviews te doen, weet ik nu zelf wat ik zou vragen als journalist. Maar ik ben blij vandaag. Ik vind interviews zeker niet vervelend, nu kan ik op een afstand kijken naar mijn werk, da’s heel leerrijk. Maar ik ben blij dat ik muzikant ben geworden. En dat ik sta waar ik nu sta.”

Maren Moreau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content