The War On Drugs kronen zich in Vorst Nationaal tot keizers van de werkmannenrock

© Yvo Zels

Een perfect concert was het niet, daar in Vorst Nationaal, maar laat The War On Drugs nog een paar maanden touren en ze zijn die grote nieuwe festivalheadliner waar we met z’n allen elke zomer om zeuren.

U mag het gerust weten: wij hadden wel wat vragen toen het optreden van The War On Drugs in Vorst Nationaal werd aangekondigd. Ging de groeispurt richting de arena’s, ingezet sinds de formidabele doorbraakplaat Lost in the Dream, niet te snel voor Adam Granduciel en de zijnen? Zouden ze erin slagen om hun songs, die ook op het laatste album A Deeper Understanding virtuoos voorbijkabbelen, om te turnen in een show die een grote zaal bij de kladden grijpt? En zou hun unieke, gelaagde geluid overeind blijven in de betonnen echokamer die Vorst Nationaal helaas blijft?

Granduciel zelf leek er allemaal niet van wakker te liggen en begon de show zoals hij elke show van de tour al begonnen was: het houthakkershemd rechttrekken, de gitaar omgorden, plaatsnemen op het tapijt vol effectpedalen dat voor hem was uitgespreid en een potige versie van In Chains inzetten. Met een gitaarsolo, want in het universum van Granduciel kan die eender waar in een song belanden, zonder die zelfs maar een beetje te storen.

En al even stevig ging het verder. Zelfs de belletjes die van Holding On een indie-anthem maken, werden net dat tikje kordater aangeslagen. Verder keken de heren narcoticabestrijders vooral naar elkaar in hun poging om toch nóg een riff of synthlaagje bovenop het allesomvattende geluid te leggen. Tot daar alles goed, uitstekend zelfs, maar niet bezwerend genoeg om ons ervan te overtuigen dat we hier naar een festivalheadliner voor de toekomst stonden te kijken.

Granduciel begon met een gitaarsolo, want in zijn universum kan die eender waar in een song worden ingezet.

Maar dan kwam Strangest Thing, de eerste climax van de avond. Granduciel ging eindelijk eens ín het licht staan en meteen zagen we wat een slim lichtplan en wat rocksterallure met een virtuoze werkman als Granduciel kan doen. ‘Yeah, I can run slowly / Don’t run away again’, paaide hij het publiek. Alsof we nog maar in staat waren om van ons kuipstoeltje af te gaan, ook al zaten we op het puntje ervan.

Dat Granduciel die spanningsboog nog geen twee uur kan vasthouden, bleek toen hij In Reverse inzette, blijkbaar een signaal voor veel concertgangers in het middenplein om rustig hun Facebook te checken. Wisten zij veel dat The War On Drugs zijn goed spul graag in goed uitgedachte doses toedient en dat van een cold turkey nog lang geen sprake was.

Meer zelfs, na het minidipje trok een drietrapsraket van instant rockklassiekers zich op gang tot het beste halfuur dat we dit jaar al op een Belgisch podium hebben gezien. Red Eyes werd ziedend in gang getrokken en zat vol branie, mee versterkt door de rode lichtjes die heen en weer flitsten. Thinking of a Place flirtte met het kwartier, maar eerlijk, Granduciel en zijn synthspelers hadden nóg vijf minuten mogen meanderen – jammer dat u het nodig vond om halverwege al te beginnen joelen.

Het is mooi om te zien dat een groot, maar toegewijd publiek de groep heeft omarmd en geniet van de vreemde songstructuren, hartstochtelijke jamsessies, spacey ambienttapijtjes en het absolute minimum aan bindteksten

Meteen daarna haalde Under The Pressure ons uit onze droomslaap met de zoveelste heerlijk in het plaatje passende gitaristieke uitwijding, die uitmondde in het soort climax waar je alleen maar zwijgend en eerbiedig naar kan kijken. En dan moest Eyes To The Wind nog komen. Het laatste reguliere nummer was duidelijk bedoeld als het klapstuk, en dat was het ook voor een groot deel. Maar wie opleeft bij de solo op baritonsaxofoon die de plaatversie kleurde, hoorde die nu nauwelijks doorkomen en moest toch weer eens vloeken om Vorst.

Het waren allemaal nummers die perfect in de bisronde hadden gepast, ook al zijn ze maximum vier jaar oud. Maar ook het fluks rock-‘n-rollende Burning deed meer dan zijn werk en het gevoelige You Don’t Have To Go was op papier een gedurfde afsluiter, maar vervelde live tot een grootse ballad die ons sprakeloos achterliet.

Akkoord, The War On Drugs kampt op het podium met enkele groeipijntjes, maar die tonen vooral aan dat de band wíl groeien en dat ook doet. Het is mooi om te zien dat een groot, maar toegewijd publiek de groep heeft omarmd en geniet van de vreemde songstructuren, hartstochtelijke jamsessies, spacey ambienttapijtjes en het absolute minimum aan bindteksten – we werden vaak bedankt, dat dan weer wel.

u003cemu003eIn Reverseu003c/emu003e was blijkbaar een signaal voor veel concertgangers in het middenplein om rustig hun Facebook te checken.

Ook na de plaat die hen definitief in de hoogste regionen van het indiepantheon anno 2017 heeft geschoten, verrichtte The War On Drugs haar arbeid zoals de band het altijd gedaan heeft: geen pose, geen catwalk, geen meezingmoment. Enkel maar hard werken, alsof hun brooddozen en thermossen in de kleedkamer waren achtergebleven. ‘Nie zievere… speile!’ zou Raymond Goethals, geboren in Vorst, het veel mooier hebben uitgedrukt.

Er is een man met zijn houthakkershemd. Er zijn zijn songs, die eens goed lachen met alle criteria waaraan een song in Spotifytijden zou moeten voldoen. En er is een heel straffe groep om die te spelen. Kortom, we waren gisteren getuige van een tafereel dat de mondhoeken van Tom Petty, ergens hierboven, ongetwijfeld schalks heeft laten krullen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content