Guido Lauwaert

Warm theater over de rottende wereld

Guido Lauwaert Opiniemaker

Theater Malpertuis en Unie der Zorgelozen trakteren op een geslaagde bewering van Ödön von Horváth’s ‘Kasimir en Karolien’.

Theater Malpertuis uit Tielt en Unie der Zorgelozen uit Kortrijk hebben de handen in elkaar geslagen en een bewerking gemaakt van de klassieker Kasimir en Karolien ( * * * * ) van de Oostenrijkse romancier en toneelschrijver Ödön von Horváth. Een zeer geslaagde voorstelling die enkel geplaagd werd door het gure weer. Gelukkig werden er dekens uitgedeeld, zodat de toeschouwers anderhalf uur lang warm hadden, in geest en lichaam.

De auteur schetst een messcherpe analyse van een totaal verrotte maatschappij, als gevolg van de economische crisis van de jaren twintig, die geleid hebben tot de bankencrisis en de internationale schuldencrisis begin van de jaren dertig, en die in Centraal-Europa geleid hebben tot de machtsovername door de nazi’s en de Tweede Wereldoorlog. Bij Horváth ontbreekt elke ideologische vastlegging, en dat is hoogstwaarschijnlijk de reden dat zijn werk bij een grote of een kleine crisis getoond en zijn boodschap moeiteloos begrepen kan worden. Peter Handke verkoos het boosaardig realisme van Horváth boven de pedante toon die Brecht er met zijn stukken probeerde in te hameren. Tevens is het zo dat de Oostenrijker één van de geestelijke vaders was van Rainer Werner Fassbinder en Franz Xaver Kroetz.

Geert Six heeft het stuk naar zijn hand en de geest van de tijd gezet. De tekst loopt vlot, de dialogen zijn puntig, de karakterschetsen helder. De dramaturgie van Piet Arfeuille is logisch. Hij koos, voor de voorstellingen in Kortrijk, als locatie een uitgeleefde achterzaal van een bruin volkscafé die tot een bruin volkscafé [met tribune] werd omgebouwd met de toepasselijke naam ’t Voorgeborchte. Op het speelvlak flipperkasten, een popcornmachine, een jukebox, saloonmeubilair uit de glorieperiode van de Mechelse meubelfabrieken. De tijd? Tijdens de jaarlijkse buurtkermis met een achtbaan die zoals gebruikelijk maar zeven hindernissen telt, wegens de beperkte ruimte in de wijk. Het artistiek team van beide initiatiefnemers koos voor een mix van beroeps en amateurs. Het resultaat is zoals het leven is: een roetsjbaan van verrassende momenten; soms haperende, af en toe kruipende, bij momenten voorwaarts snellende.

Het oorspronkelijke verhaal concentreert zich op de twee titelpersonages. Kasimir verliest zijn job en ziet de toekomst zwart in. Wanhoop. Karolien houdt van hem, blijft van hem houden maar neemt af en toe afstand en flirt er op los, om zijn lust te prikkelen. Somberheid kent zij niet. Hoop.
Geert Six heeft zowel in zijn bewerking als in zijn regie de problematiek opengetrokken en over alle personages verdeeld. De politicus, de ondernemer, een van zijn bedienden, zijn dementerende moeder, een paar tooghangers, de kroegbazinnen, zonder van de hoofdlijn af te dwalen. Een mooie prestatie. Het stuk wordt er actueler door en leent zich makkelijk om lief te hebben door zowel de ervaren als onervaren toneelganger. De passerende schlagers worden soms zachtjes gemurmeld door het publiek. Zoals dat nu er eenmaal aan toe gaat in volkscafés. Publiek leeft mee. Missie dus geslaagd.

Het meest verbazende aan deze voorstelling is de sterke inleving van de acteurs in hun personages én ’t geblokte samenspel. Het maakt dat geen onderscheid valt op te maken tussen beroeps en amateurs. En dat is heerlijk want beroeps zijn in wezen veredelde amateurs. Tamara Tanghe [Karolien] lijkt geboren voor haar rol, al zal zij ongetwijfeld het hele scala van karakters aankunnen. Een bijzondere ruiker voor Christine Van de Voorde [Irma Tant]. Ze is werkelijk grandioos in haar personage van dementerende vaste klant en moeder van één van de tooghangers. Ze zegt weinig, halve woorden, klanken, maar werkelijk ontroerend zoals ze vecht met de kracht tegen haar onmacht.

Eigenlijk verdienen alle spelers een pluim. De enige die wat tegenviel is Stijn Minne als Kasimir. Zijn mimiek en motoriek is al te beperkt en omdat hij niet weet waar met zijn handen te blijven, zitten ze driekwart van de voorstelling in zijn broekszakken. Het kan een regieaanwijzing zijn, want een man masseert zijn ballen bij hoge vreugde, diepe treurnis en brede twijfel. Was dat zo, dan had hij er zelf varianten op moeten vinden.

De gewesttaal stoort niet, al faalt weleens de articulatie. Zodat een Limburger zich zou kunnen afvragen of de apparatuur van de boventiteling niet vergeten werd in het thuisatelier.

Zonder fout leeft niemand wel. Overal is wat, en als daar rekening mee wordt gehouden, en dat moet, zorgt de voorstelling voor een heerlijke toneelavond.

Guido Lauwaert

Info: www.uniederzorgelozen.be / www.malpertuis.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content