Uit de rekeningen van het Brusselse broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Weeën blijkt dat vrouwen al lang op de planken staan in Brussel.
Vrouwen stonden al in de 16de eeuw op de planken in de Brusselse theaters. Dat zegt Remco Sleiderink, professor middeleeuwse letterkunde aan de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB).
Sleiderink baseert zich daarvoor op de boekhouding van het Brusselse broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Weeën. De rekeningen van het Brusselse broederschap werden verloren gewaand, maar doken onlangs op bij een antiquariaat.
De archiefstukken uit de vroege 16de eeuw blijken deels te zijn genoteerd door de Brusselse stadsdichter Jan Smeken, die eveneens actief was als beheerder van de kapel van de broederschap in de Sint-Gorikskerk. “De documenten bevatten gedetailleerde informatie over de compositie en opvoering van zeven toneelstukken over Maria die vanaf 1508 door de Brusselse rederijkerskamer ’t Mariacranske zijn opgevoerd”, aldus Sleiderink.
Rederijkerscongres
“De rol van Heilige Maagd werd in 1516 gespeeld door Claerke Goelens. Zij kreeg daarvoor een aanzienlijk ruimere beloning dan de andere, mannelijke rederijkers. Het geld moest haar overhalen om deel te nemen aan het stuk. Ze was op dat moment immers een echte vedette. In de stadsrekeningen van Brussel ontdekte Sleiderink een vermelding waaruit blijkt dat deze vrouw al in 1503 met de Brusselse rederijkers op de planken stond.”
De teruggevonden documenten worden op vrijdag 20 mei in het Erasmushuis in Anderlecht gepresenteerd ter gelegenheid van het Internationaal Rederijkerscongres.
