Toen Big Brother nog geen broertjes had
Op 3 september 2000 ging in Vlaanderen de eerste editie van Big Brother van start. Daarmee begon een genre dat het afgelopen decennium niet van het tv-scherm weg te denken was.
Het zou een mooie vraag zijn in een quiz over het eerste decennium van de 21e eeuw: welke kandidaat had er op 3 september 2000 de eer om als allereerste het gloednieuwe Big Brother-terrein in Vilvoorde te betreden? Wel, omdat niets ons voor deze job te dol is, hebben we de kick-off van de realityreeks nog eens herbekeken. En de eerste deelnemer die tv-kijkend Vlaanderen die zondagavond leerde kennen, was ook diegene die tien jaar later nog altijd het grootste belletje doet rinkelen: Betty. De limousine met de blonde slagersvrouw op de achterbank reed voorop in de autocolonne en zij mocht van Sandy Blanckaert, die dat eerste seizoen samen met Walter Grootaers presenteerde, als eerste uitstappen en zich laten zien. En – helaas – ook laten horen, met dat kenmerkende schelle lachje dat in de maanden en jaren daarna nog zo vaak zou weerklinken.
Toen Betty en co. in Vilvoorde aankwamen, waren we wel al ruim een halfuur ver in de uitzending. En het duurde nog eens een halfuur vooraleer de elf kandidaten het Big Brother-huis effectief mochten betreden. Dertig lange minuten die werden ingevuld met hersenverlammende gesprekjes tussen de presentatoren en de deelnemers (Sandy tegen Steven ‘Spillie’ Spillebeen, de latere winnaar: ‘Ik heb gehoord dat je constant in beweging moet zijn. Hoe ga je dat aanpakken in het huis?’ Het antwoord: ‘Bewegen, hé. Continu bewegen.’) en beelden van wenende familieleden en vrienden. Nadat de tien bewoners uiteindelijk binnen waren geraakt, ging het voor de rest van de aflevering over het interieur van de plaats waar ze honderd dagen opgesloten zouden zitten (‘Amai, dat is hier groot!’) en over de plaatsing van de tientallen camera’s die hen zouden volgen.
De kick-off van Big Brother was – afgezien van dat ene moment toen Betty’s koffer geopend werd en een roze vibrator bleek te bevatten – dus bijzonder sensatieloos, zeker in vergelijking met de mediastorm die eraan vooraf was gegaan. Een jaar eerder, op 16 september 1999, was op de Nederlandse zender Veronica het nieuwe format, bedacht door tv-producent John de Mol, voor het eerst op antenne gegaan. Het programma, waarin twaalf gewone Nederlanders in een huis opgesloten werden en 24 uur per dag door camera’s gevolgd werden, groeide bij onze noorderburen tot zo’n grote kijkcijferhit uit dat een Vlaamse versie niet uit kon blijven. Niet alleen het format werd echter geïmporteerd, ook de bijhorende discussie over op sensatie beluste tv-makers, de grenzen van de privacy en de vraag of mensen tegen zichzelf beschermd moesten worden vooraleer ze meewerkten aan een programma vol ‘buitengewoon belachelijk gemaakte banaliteit’, zoals filmdocent Wouter Hessels het omschreef.
Na de weinig opzienbarende startuitzending ging de storm echter niet liggen, integendeel: die eerste maanden stonden kranten en tijdschriften – ook Knack wijdde een coververhaal aan het programma – vol met analyses van experts en opiniestukken. Sommige specialisten stonden onverschillig of positief tegenover Big Brother: sociaal psycholoog Frank Van Overwalle noemde een deelname ‘niet onverantwoorder dan je kind op zomerkamp te sturen’. De Leuvense professor populaire cultuur Gust De Meyer sprak zelfs van ‘een prachtig kunstwerk’ – en hij had het niet over de borsten die Betty zo graag onder de douche liet zien.
Anderen hadden heel wat meer kritiek op het programma, zoals ethicus Koen Raes. ‘Big Brother illustreert op onnavolgbare wijze’, schreef hij in een vlammend opiniestuk, ‘hoe gemakkelijk een extreem individualisme kan sporen met een totalitaire context, dat het opkomen voor het louter individuele eigenbelang helemaal niet haaks hoeft te staan op het soort van vrijwillige slavernij dat Étienne de La Boétie al aan de kaak stelde in zijn Discours de la servitude volontaire uit 1577.’ Het niveau van het debat buiten het huis lag hoger dan dat van de gesprekken in het huis, zullen we maar zeggen.
Tegenover de controverse stond het succes: honderdduizenden kijkers schakelden elke dag in om te weten wat er de afgelopen 24 uur gebeurd was. Voor de live-uitzendingen op zondag, als bekend werd gemaakt wie het huis moest verlaten, liep dat cijfer zelfs op tot boven het miljoen, een score waarmee het toenmalige Kanaal 2 bovenaan in de kijkcijferlijsten kwam, een primeur voor het kleine broertje van VTM.
In het kielzog van Big Brother kregen we dan ook al vlug een hele stroom van reality-tv over ons heen. Eerst waren dat nog programma’s die redelijk vergelijkbaar zijn met het oerformat, zoals De bus of Expeditie Robinson, later kwamen er shows waar nog een extra element aan toegevoegd werd: datingreality (The Bachelor of Boer zkt. vrouw), verbouwingsreality (The Block of De werf), ‘maatschappelijk verantwoorde’ reality (Witte raven, De grote oversteek), en reality die onder geen enkele noemer te vatten is (Temptation Island).
Toen reality aan haar opmars begon, hoorde je twee compleet tegenovergestelde toekomstvisies. Sommigen geloofden dat Big Brother en consorten vanzelf weer zouden verdwijnen, dat reality niets meer was dan een rage die zou uitdoven zodra de nieuwigheid er voor de kijkers af was. Anderen – en dan vooral de tv-makers die zich niet met reality inhielden – waren bang dat het nieuwe genre het volledige tv-landschap in zou palmen. Een realityprogramma is immers relatief goedkoop, zeker in vergelijking met fictie, en als de zenders zouden merken dat ze met minder geld evenveel kijkers aan konden trekken, zou de keuze snel gemaakt zijn.
Tien jaar later zien we dat geen van beide voorspellingen is uitgekomen. Reality heeft niet voor de dood van de andere genres gezorgd – zowel in Vlaanderen als in Groot-Brittannië of de VS worden er vandaag zelfs meer dramareeksen gemaakt dan tien jaar geleden – en is zelf evenmin gestorven. Big Brother is wel niet meer de publiekstrekker van voorheen, zeker niet in onze contreien, maar er zijn meer dan genoeg opvolgers: als je de schema’s van de Vlaamse zenders overloopt, vind je – van Komen eten over The Block tot De Pfaffs – elke dag wel een realitygetint programma terug.
Wat wel een stille dood is gestorven, is het hele debat over reality-tv. Het eerste seizoen van Big Brother lokte controverse uit, simpelweg omdat het programma er was, ook al gebeurde er op het scherm weinig wereldschokkends. Bart en Katrijn die onder de lakens de liefde bedreven, of Betty die uitgebreid vertelde over haar vibrator Tarzan, dat was het zowat. De volgende seizoenen gingen veel verder: de makers selecteerden steeds meer ‘kleurrijke’ kandidaten – een biseksueel, een geheim koppel, een zwangere vrouw die op tv wilde bevallen – en maakten ook de formule harder. In het tweede seizoen stond er bijvoorbeeld al een isoleercel in het huis, tegen de zesde reeks moesten de bewoners aan de leugendetector. En toch was er veel minder rond het programma te doen. In vergelijking met Temptation Island, waar de makers met behulp van montagetrucjes en uit de context getrokken uitspraken koppels uit elkaar proberen te spelen, is het hele concept van Big Brother dan weer redelijk onschuldig. Alles went.
Misschien komt het ook doordat onze visie op privacy in de afgelopen tien jaar aan verandering onderhevig is geweest. Enkele maanden vóór Koen Raes zijn aanklacht tegen Big Brother publiceerde, verscheen in de krant een al even kritisch opiniestuk van hem waarin hij waarschuwde voor de gevolgen van de gsm op onze privacy. Als je die tekst nu herleest, voelt hij eigenlijk stukken gedateerder aan dan die over Big Brother. Wie ligt er immers nog wakker van dat men via onze gsm altijd te weten kan komen waar we zijn als we op websites als Facebook of Twitter zelf ons leven aan de wereld blootgeven?
In het geval van Facebook kun je nog aanhalen dat je daar je vrienden op de hoogte houdt, al is ook dat relatief. Uit een recent onderzoek bleek bijvoorbeeld dat de gemiddelde Amerikaan 110 Facebookvrienden heeft maar dat je slechts zeven van hen echt als vrienden kunt bestempelen. Bij Twitter kun je dan weer helemaal niet zelf kiezen door wie je gevolgd wordt en kunnen compleet onbekenden alles lezen wat je de wereld instuurt. Dat houdt gebruikers echter niet tegen. De eerste tweets waarin iemand meegeeft dat hij net seks heeft gehad, zijn al gesignaleerd en in de VS was er onlangs nog ophef over een vrouw die via haar account had laten weten dat ze een miskraam had gehad. Een van de nieuwste hypes op Twitter is ‘Tweet What You Eat’: je houdt op de site nauwkeurig bij wat je overdag in je mond stopt, zodat jouw followers kunnen zien of je je wel netjes aan je dieet houdt. Big Brother is overal, en in iedereen schuilt een Big Brother-kandidaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier