Guido Lauwaert
Theater: Van de pot gerukt
NTGents ‘Candide’ is klaar. Om afgevoerd te worden…
Voltaire [1694-1778], de zoon van een welgestelde Parijse notaris, nam geen blad voor de mond. Zijn ironie werd gevreesd. Toen een ridder van de hogere stand minachtend Voltaire behandelde, reageerde de filosoof scherp: ‘Mijn naam komt op met mij, de uwe gaat met u ten onder.’ Uitspraken als deze waren goed voor een passage langs de Bastille. Voltaire heeft dus meermaals ondervonden dat de menselijke daad verschilt met de aristocratie van de geest. Tegen deze achtergrond is Candide ou l’optimisme, zoals de volledige titel luidt, ontstaan. De filosoof is 64 als hij deze novelle schrijft. Ondanks zijn leeftijd zit er een odeur in die ruikt naar rebelse jeugdigheid. Het verhaal is in wezen simpel. Spannend door zijn ontspannend toontje, en totaal ongeloofwaardig, wat de aandacht maar verscherpt. De ondergeschikte Candide wordt door zijn rijke broodheer buiten geschopt, omdat hij diens beeldschone dochter had gekust. Wat is daar in godsnaam fout aan? Zeker als de jongedame de kus had uitgelokt. Maar goed, het ontslag is een goede reden voor een reis die Candide naar allerlei steden en landen voert. Over land en water. Lissabon, Venetië, Suriname, Bordeaux, Constantinopel. En laat hem belanden in de meest vreemde situaties. Geliefden en vrienden sterven om wat later fris en opgewekt weer op te duiken. Waarom de doden verrijzen en de levenden verdwijnen om aan de andere kant van de wereld koudweg vol te houden dat ze er altijd en overal zijn geweest, wordt in dertig schetsen brutaal bij elkaar gefantaseerd. De fantasie wordt de kapstop om kritiek te spuien op de politiek, filosofische wijsheden te etaleren en culturele beschouwingen te poneren. De novelle is door zijn puntige dialogen uitermate geschikt om er een toneelstuk van te maken. De vertaling van Hans van Pinxteren helpt een handje mee. Hij bekt heel wat beter dan die van Hannie Vermeer-Pardoen. Koen Haagdoorns heeft de verbale ruwbouw gemaakt, Christoph Homberger is de muziekmeester en voor deze productie dacht het NTGent in de Zwitser Michel Schröder de geschikte regisseur te hebben gevonden. De productie is patchwork. Kan leuk zijn. Wanneer echter een minimum aan smaak ontbreekt, loopt er heel wat fout. En dat is bij Candide ( * ) van het NTG het geval. Het is zo erg dat van een totale mislukking mag worden gesproken. Als de productie op het laatste moment was afgevoerd, zou dat minder schadelijke gevolgen voor de naam van het gezelschap hebben gehad. Voltaire is verkracht en van Candide blijft niet veel meer over. Wie het boek niet gelezen heeft, snapt van het samenraapsel geen bal. Wie dat wel heeft gedaan, ziet dat de mistoestanden van de 21de eeuw dezelfden zijn als die van de 18de. Maar hij zou dan ook weten dat de levenshouding van de nieuwe mens, gevormd door de Verlichting, te hoog gegrepen was. Een hersenschim. Wel, Voltaire had gelijk, en heeft dat nog. Deze productie ontbreekt een verlichte geest. De filosofische beschouwingen zijn tot een minimum herleid en zijn ondergeschikt gemaakt aan vulgaire vertoningen. Anale, verbale scènes bulkend van vulgariteit, volgen elkaar in snel tempo op, zijn van de pot gerukt en lopen elkaar voor de voeten. Uiteraard mocht een blote kont niet ontbreken en wie was daar beter geschikt voor dan de jongste acteur, een stagiair, net uit een schoolbank getuimeld. Daarenboven, zijn lichaam mag er zijn, maar van acteren heeft Benjamin Cools geen kaas gegeten. Hem de hoofdrol toespelen was en is een blunder van formaat. De onvolwassenheid en het gebrek aan coherentie was af te lezen aan de gezichten van de acteurs. Ann Miller, Lien Wildemeersch, Chris Thys en Louis van Beek acteren houterig en onzeker. Enkel Wim Opbrouck heeft er duivels plezier in, maar ja, zijn voorliefde voor schuine moppen en scheve seks was al vroeger bekend en wint bij elke productie aan kracht. De kerel moet zich toch eens herpakken en de vulgaire insinuaties dumpen voor meer gestileerd acteerwerk. Dat de artistiek directeur van muziek houdt is mooi. Er zijn echter grenzen. Candide van het NTG weegt muzikaal te zwaar. Had de regisseur het gehouden bij de live zang was de ergernis beperkt gebleven. En dan zouden ze de productie een meerwaarde hebben gegeven. Nu verdringen de opgenomen muzikale interventies de gezongen liederen. Regisseur Michel Schröder heeft een zwak voor videoprojecties. Hij zal er wel een bedoeling mee hebben gehad. Het nut ervan was helaas met de beste wil van de wereld niet te achterhalen. Afvoeren, dit wangedrocht. Het zou getuigen van eerbied voor wat theater echt moet zijn: een mélange van een concept met stijl, respect voor de acteur[s] en aandacht voor boodschap van het oorspronkelijke werk. Want de auteur komt op de eerste plaats, gevolgd door de acteur. Elke regisseur die zich boven hen plaats bewijst enkel dat hij een sukkelaar is. Man, man, man, ik had echt te doen met het gezelschap. En velen met mij, zo bleek na afloop op de receptie. Guido Lauwaert CANDIDE – naar Voltaire – productie NTGent – tot 11 november in de eigen schouwburg – info: www.ntgent.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier