Els Van Steenberghe

Theater: TAZ – Ambitieus jeugdtheater

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Jongere toeschouwers krijgen zwaarwichtige maar pittig vertelde verhalen geserveerd tijdens TAZ.

Ook de jongere toeschouwers worden op hun gulzige én kritische wenken bediend tijdens deze editie van TAZ. Vorig jaar kregen we een overdaad aan al te goedkoop en oppervlakkig jeugdtheater in de maag gesplitst. Dit jaar trakteert het festival op een uitgebalanceerd menu van luchtiger en steviger kost.

De luchtigere hapjes bespelen de openluchttribune in het Leopoldpark. Daar is ook een verleidelijke speelhoek geïnstalleerd, inclusief bonte woonwagens (van vzw Alles Loopt Op Rolletjes) en onder toeziend én olijk oog van acteurs Mout Uyttersprot en Sebastien Dewaele. Die luchtige hapjes doen waar ze goed in zijn: animeren.

Op verschillende locaties in Oostende doen de iets sterkere voorstellingen waar zij goed in zijn: jong én oud ontroeren en prikkelen met gedegen artistieke kwaliteit en fijnbesnaarde verhalen.

Appelblauwzeeziek ( * * * oe)

De meest voor de hand liggende speellocatie tijdens een festival aan de kust is – hoe raadt u het – de zee. Dat dachten theatermakers Gregory Caers, Joris Hessels en Tom Ternest ook. Naast de liefde voor jeugdtheater, deelt dit trio een liefde voor de zee én voor literatuur over de zee. Zoals Alessandro Baricco’s roman Oceaan van een zee (1993).

De roman was een inspiratiebron voor deze Appelblauwzeeziek maar leverde de uiteindelijke verhaallijn niet aan. In de voorstelling speelt het jongetje Victor de hoofdrol. Hij is bang van water (en dus ook van de zee) sinds een ontluisterende jeugdervaring. Die ontluisterende gebeurtenis zou zich wel eens kunnen herhalen…

Acteur Tom Ternest is Victor. Gregory Caers speelt de mysterieuze man/wetenschapper die de zee wil onderzoeken, temmen en verleiden. Joris Hessels is de verteller van dienst, die we niet zien maar enkel te horen krijgen. De voorstelling laat zich beleven als een uurtje mijmeren aan zee. Het publiek zit, met koptelefoons, op een grote strandbank die enkele tientallen meters van de zee staat. Vlak aan de vloedlijn staat acteur Tom Ternest. Via de koptelefoons hoort het publiek wat hij denkt, zegt, droomt en beleeft.

Het gehele verhaal én de ingenieuze soundscape (van Gerrit Valckenaers) – zeegeruis, luisterspelgeluiden, pittige popmuziek en de stemmen van de drie acteurs – werd in een studio opgenomen. Hierdoor krijgt de toeschouwer een perfect luisterspel in de oren gegoten, terwijl de ogen op een poëtisch en speels tafereel vergast worden. Dat tafereel verliest soms een beetje aan spankracht in de scènes waarin Victor en de vreemde man elkaar leren kennen en begrijpen. Maar het geheel blijft desalniettemin de aandacht vasthouden dankzij een virtuoos bespelen én vormgeven van de immense strand- en zeeruimte.

Met dit klein maar aangrijpend (beeld)verhaal voor iedereen vanaf 8 jaar diepen de makers het beste uit zichzelf én hun locatie op. Het resultaat is ontredderend theater dat de poëtiek van de locatie onderstreept én de kracht van de zee huldigt. Tevens is de creatie een verontrustend uitdrukken van de ellende die zoveel mensen in emmertjes naar de zee dragen. Zonder dat die handeling hen lijkt te ontlasten. Soms is een verlies te groot en de pijn te zwaar om het naar de zee te dragen. Wat er dan rest, wordt in Appelblauwzeeziek ijzersterk en erg indringend verbeeld…

Dit is jeugdtheater op zijn scherpst en gewaagdst: de fantasie wordt als troef gehanteerd om de grootste pijn in een mensenleven onverbloemd en toch gracieus te verbeelden: het verlies of gemis van een (ge)liefde.

Derwazeens ( * * )

Evenmin luchtig was de tweede creatie van het jonge collectief De Nietjesfabriek. Dit collectief wordt gevormd door Freek Mariën en Sarah Van Overwaelle. Met poëtische beelden en teksten wil dit duo de grote thema’s in het leven aankaarten voor de kleine mensen. In Derwazeens voeren ze een doodziek meisje op dat – niet bijster origineel – in haar fantasiewereld vlucht, samen met haar vriend. Daar is ze helemaal niet ziek.

Met deze voorstelling bewandelt het makerduo allerminst nieuwe wegen. Afgelopen seizoen gingen, bijvoorbeeld, HETPALEIS en Laika hen voor in deze thematiek met Kleine Sofie. Ook het spel is soms iets te houterig en te popperig om te beklijven. (Waarom denken jonge makers toch altijd dat jeugdtheater betekent dat ze overdreven duidelijk en stereotiep moeten acteren? Het tegendeel is waar.)

De sterkte van de voorstelling is haar vormgeving, geïnspireerd op uitvouwkaarten en dito boeken waarin zesjarigen zo graag verdwalen. Dat bleek ook tijdens deze voorstelling. De jongste toeschouwers genoten met volle teugen van de reis van de ziekenkamer naar het paleis: het ziekenbed wordt als een reuzengrote vouwkaart opengevouwd tot een paleis.

In zulke knappe vormvondsten schuilt de kracht van dit jonge productiehuis. Als het duo ondertussen ook werk maakt van een vinniger en originelere dramaturgie en van sterker spel, dan kan de Nietjesfabriek een te duchten collega worden van bestaande productiehuizen voor kinderen, zoals 4Hoog of luxemburg.

Gek van liefde ( * * * )

Wie van de vorm van jeugdtheatervoorstellingen zowat zijn levenswerk maakt, is Paul Contryn. De man is een telg van het Contryngeslacht dat het poppentheater in de genen geeft. Na grootvader Jef Contryn en vader Louis Contryn, zet Paul Contryn die traditie verder. En hij doet méér: hij verlegt per creatie zijn grenzen als poppen- en decorontwerper door constant te experimenteren met de expressiekracht van nieuwe (nochtans soms erg alledaagse) materialen.

Sinds Willem Verheyden in 1997 het artistieke leiderschap overnam van Louis Contryn, vaart Figurentheater De Maan (tot dan het Mechels Stadspoppentheater) een veel eigentijdsere en gewaagdere koers. Zonder de corebusiness te verloochenen: toegankelijk en poëtisch poppentheater voor kinderen maken. De Maan creëert poppentheater waarin aandacht is voor de maatschappelijke problemen en levensvragen zonder al te zwartgallig uit de hoek te komen of de hoop te verliezen.

Hoewel. Met Gek van liefde wagen Verheyden en Contryn zich, samen met de jonge acteur Ward Kerremans, aan een minder optimistisch en hoopvol verhaal. Meer bepaald: de roman “De jongen die gek werd van liefde” van de Chileense auteur Eduardo Barrios.

In de voorstelling zit Kerremans op lichtgevende witte kubussen. Rond hem zit het publiek. Kerremans’ personage let niet op hen. Hij heeft alleen maar oog voor ‘zijn’ Anna. De jongen beseft steeds minder dat zijn Anna hem nog als een jongetje ziet en zijn prille verliefdheid simpelweg ‘schattig’ vindt. Hij vindt zichzelf veel meer dan schattig: hij vindt zichzelf een ernstige partij voor Anna. De jongen verliest de pedalen. Het publiek is daar getuige van door het videodagboek dat de jongen live bijhoudt en – zodoende – deelt met het publiek.

Naast de videocamera vormt ook geplastificeerde ijzerdraad de speelpartner van Kerremans. Contryn plooide meters ijzerdraad tot wonderlijke portretten, silhouetten, poppen, objecten, … waarmee Kerremans de wereld van de verliefde jongen verbeeldt.

Al is de acteerstijl van de jonge acteur nog wat te pril en onvoldragen, Kerremans overtuigt. Hij weet zich perfect overeind te houden te midden de meesterlijk vormgegeven rekwisieten van Paul Contryn.

Met deze creatie toont De Maan zijn kracht én zijn belang als figurentheatergezelschap dat bovenal zoekt naar inventieve vertelvormen die de overtuigingskracht van een verhaal versterken en de sfeer ervan intensifiëren. De hoop wordt in deze voorstelling niet langer gezocht in een (te) zoet verhaaleinde maar in de (troostende en frisse) enscenering van het verhaal zelf. Een gouden en beloftevolle zet van De Maan.

Els Van Steenberghe

Meer info: www.theateraanzee.be , www.alleslooptoprolletjes.be ; www.kopergietery.be ; www.nietjesfabriek.be ; www.demaan.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content