Guido Lauwaert

Theater: Rêve d’automne, Théâtre de la ville

Guido Lauwaert Opiniemaker

Een indrukwekkende kennismaking met de vrij onbekende Noorse theaterauteur Jon Fosse. Met dank aan DeSingel.

Een man en een vrouw.

Leeftijdsverschil één generatie.

Ze hebben ooit wat met elkaar gehad.

Ze ontmoeten elkaar opnieuw.

Op de begrafenis van de grootmoeder van de man.

Plaats: het kerkhof.

Op de achtergrond doolt de grootmoeder.

In de typische kledij van een rusthuis.

Nonchalant. Nachtkleed en lichte kamerjas.

Na een lange aftastende periode raken ze aan de praat.

Schoorvoetend. Korte zinnen. Lange stiltes.

Emoties koel en kaal. Suggestie van verbondenheid.

Hun verhouding ontbladert.

Zij is alleen. Hij is, nog steeds, getrouwd. Heeft een zoon.

En ouders. Die een voor een verschijnen.

Zich gaandeweg mengen in het gesprek.

Relaties raken verstrengeld. Een kluwen.

Verleden en toekomst gaan op in het heden.

Langzaam wordt een beeld scherp.

‘Ils viennent rechercher leurs bonbons.’

Weggestopt in droom en daad van het bestaan.

De opstaande diagonalen van een gelijkzijdige driehoek.

Liefde en dood. Droom en daad. Elkaar raken.

Eén eenheid. Die verdort. Telkens opnieuw. In de herfst.

Wanneer het sterven begint en de liefde versteend.

Enkel details overblijven. Die geen details bleken te zijn.

Rivierbeddingen. Eens wild en warm. Nu koud en kaal.

En toch. Toch is er dat bestaan. Dat geweest is.

Om dood te kunnen gaan. – En de liefde?

Geen vraag over de liefde heeft een antwoord.

Heeft enkel een omcirkelende beweging.

Die de vraag verstikt.

Een zin die de zin van het bestaan verklaart.

Voor Jon Fosse. De auteur:

‘Misschien is het de liefde die de doden verlost.’

Misschien. L’amour c’est la vie de la mort.

‘Grafdelver’ komt thuis in museum

Regisseur Patrice Chéreau is een grafdelver. Hij haalt uit de grond van een toneelstuk, een opera de vruchtsteen te voorschijn en breekt die open om de pit te vinden waarmee de auteur, de componist het vruchtvlees van zijn schepping heeft gemaakt. Waarmee hij vervolgens aan de slag gaat. Voor Rêve d’automne ( * * * * * ) heeft hij het kerkhof verlaten en heeft hij gekozen voor een ander soort begraafplaats, een museum. Ook in een museum worden de doden gewekt. Door de liefde voor de kunst. Wat lag meer voor de hand dan het Louvre, het museum dat in Parijs haast naast zijn deur is gevestigd. Binnen loopafstand. Samen met zijn vaste scenograaf Richard Peduzzi hebben ze gekozen voor de Denon-vleugel als decor. Hij is nagebouwd vanuit een schuin gezichtspunt. Dat perspectief levert de basis voor de relativiteit van de tijd, een verzinsel van de mens. De naambordjes naast de [uitgeleende?] schilderijen worden de opschriften van de grafstenen. De samenkomst, in het stuk al door het opgaan van de tijden in elkaar onrealistisch, wordt door Chéreau nog aangedikt tot zij een verrijzenis is. Maar Fosse is zo zwartgallig in zijn stukken dat over de doden niets dan slechts kan worden gezegd. Liefde is valse haat.

Verwante meesters

In het majestueuze decor dolen de acteurs rond als geesten. Chéreau is zeer ver gegaan in zijn regie. Dat blijkt al door de keuze van het decor. Maar ook de beweging van de acteurs heeft hij tot in de finesse geregeld. Het lichaam is taal voor hem. Het kleedt de pauzes en verwarmt de dialogen. Ten bate van de emoties, die stroef zijn bij aanvang en aan het eind loodzwaar. Extra glans aan Jon Fosse’s Draum om hausten uit 1999 geeft Chéreau door de Franse spreektaal zijn van nature zangerige toon te ontdoen. De spelers heeft hij hun naturel laten gehouden, wat diepte geeft aan hun rol. Een keur aan spelers trouwens.

Na Nooit van elkaar is Rêve d’automne het tweede stuk van Jon Fosse dat in een week tijd in DeSingel wordt vertoond. Boven het cadeau dat de theaterliefhebber wordt gegeven, de kennismaking met een hier te lande zo goed als onbekende auteur, is het extra weldadig dat twee verwante regisseurs te gast waren in DeSingel. Verwant, zeer zeker, want Patrice Chéreau was de grote leermeester van Ivo van Hove. Om die koppeling moest deze [niet voorziene] recensie geschreven worden. Als ode aan Fosse, Chéreau, Van Hove en DeSingel. Een kunstencentrum dat zich meer en krachtiger dan het al was manifesteert als het theaterhuis waarin stijl en klasse de boventoon voeren.

Guido Lauwaert

RÊVE D’AUTOMNE – Jon Fosse – productie Théâtre de la Ville [Parijs], De Singel en Musée du Louvre – www.desingel.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content