Guido Lauwaert
Theater: Rammelend rommeltje
NTGent’s ‘Cyrano’ is geen cent waard. Volkomen mislukt op elk gebied. Ondanks kranige acteerwerk van Bert Luppes en An Miller.
Edmond Rostand [1868-1918] is de man van één toneelstuk, al heeft hij er een handvol geschreven. De eerste drie vielen als een baksteen; het vijfde kwam niet van de grond. Slechts met Cyrano ( * ) is hij de toneelgeschiedenis ingegaan. Na de première op 28 december 1897 is Rostand van de ene op de andere dag een nationale held. Op 1 januari 1898 komt Felix Faure, de president van de Franse republiek, met zijn gezin naar de voorstelling en wordt Rostand benoemd tot Ridder in het Legion d’Honneur. Terecht. Cyrano is een blijspel met schitterende oneliners, verende dialogen en een driehoeksverhouding, want de brede basislijn wordt gedragen door het titelpersonage.
Geen gezelschap dat het niet om de tien à vijftien jaar op de affiche zet. In een kader gelieerd aan de tijd. En daar past uiteraard een bewerking bij. Het NTGent heeft die klus toevertrouwd aan Bernard Dewulf. Hij heeft van het stuk een gelijkzijdige driehoeksverhouding gemaakt, met als basis Cyrano, en als opstaande zijden zijn nicht Roxane, waarop hij verliefd is, en de jonge schone edelman Christian. Wat er behouden bleef zijn sterk vermagerde dialogen. De vrouw die nat wordt van mooie praatjes en liefdesbrieven, de jongeling verliefd op haar schoonheid en uitstraling maar kromtaal schrijft en over zijn eigen zinnen struikelt als hij oog in oog met haar staat, en haar oom die zijn liefdesbrieven schrijft en hem het lijmproces influistert om haar in zijn bed te krijgen; dat is pas liefde voor de geliefde in overtreffende trap.
De acteurs hebben moeite met het skelet dat Dewulf gefabriceerd heeft. Wat is een stuk waard waarvan het vlees is weggehaald? Romeo en Julia heeft zijn succes te danken, niet zozeer aan de liefdeshistorie maar aan de vete die leidt tot de zelfmoord van de tieners. Het is niet toevallig dat Shakespeare het een tragedie noemde. Dood van een handelsreiziger van Arthur Miller verliest zijn ziel door de valsheid van de American Dream, alle stukken van Bertolt Brecht hun kracht zonder de sociale strijd van het interbellum. Cyrano speelt zich af tussen 1640, de eerste vier bedrijven, en het vijfde in 1665. Alle toneelstukken hebben een geheime boodschap. Bij Cyrano is hij de 30-jarige godsdienstoorlog van Frankrijk en Spanje waarin Vlaanderen een belangrijke rol speelt.
Zwaaien met een floret en een kostuum uit de late Renaissance, is wat er rest van het historisch kader. Voor Dewulf, in samenspraak met regisseur Julie Van den Berghe, was dat voldoende. Waarschijnlijk onder druk van het beperkte budget. Jammer en triest. Een auteur mag nooit toegeven. Hij moet in gedachten houden dat de zot de waarheid spreekt, waarmee bedoeld wordt dat de toneelauteur de context moet bewaren. Zo niet, dan blijft een grap over die men vergeet eenmaal men uitgelachen is. Julie Van den Berghe heeft getracht er een hedendaags bijspel van te maken. Daar is ze niet in geslaagd. De locatie is een caravan en de handeling een liefdesgeschiedenis tijdens de vakantieperiode in Camping Cosmos. Beide elementen zijn belegd met of worden gesteund door een irritante muziekscore en een belachelijk belichtingsplan. Voorbeeld. Cyrano kijkt naar boven en zegt: ‘De nacht valt.’ Waarop de belichting tot de helft wordt teruggebracht. Door de smos ontbreekt het geheel vaart en dimensie.
Alle respect voor de spelers, An Miller en Bert Luppes in het bijzonder. Helaas worden ze, naast het rammelend rommeltje gehinderd in het kleuren van hun personage door een tergend langzaam tempo. Als je mordicus een komedie wil maken, is een lekkere föhn noodzakelijk. Waaraan het schmieren zijn plaats en vorm ontleent.
Cyrano van het NTGent is een volkomen mislukte productie, een voorstelling geen cent waard. Op geen enkel gebied.
Guido Lauwaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier