Els Van Steenberghe

Theater: Niets is echt moeilijk, WAK

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

WAK presenteert ‘mannenpoëzie’ van erg primitief, behoorlijk acrobatisch en (soms) grappig niveau.

Herinnert u zich nog die spierbundel-op-beentjes alias Sylvester Stallone? Voor zijn gevechtsfilm Rocky III (1982) bestelde hij bij de rockband Survivor een liedje over de man als heldhaftige krijger. Het resultaat, The Eye of the Tiger, werd een popklassieker.

Die klassieker levert een van de topmomenten tijdens WAK’s locatievoorstelling over leeghoofdige macho’s à la Rocky: Niets is echt moeilijk ( * * oe). Het tegendeel is waar. Want vinnig locatietheater over domoren maken, blijkt niet gemakkelijk te zijn…

In a box

De voorstelling beleefde onlangs haar Belgische première in de Zomerfabriek van de Zomer van Antwerpen en is eigenlijk de debuutvoorstelling (uit 2008) van WAK. Dit Nederlands locatietheatergezelschap bestaat uit Toon Kuijpers, Dorus Van der Meer en Bart Strijbos. Het trio bestempelt ‘mobiel locatietheater’ als hun waarmerk.

Wat houdt dat in?

Meestal begint het met een vraag: hoe ziet ‘niets’ er uit? Of: wie bepaalt er eigenlijk wat recht is en wat scheef? Bij die vraag bedenken we een ruimte die we vervolgens zelf bouwen. Voor Niets is echt moeilijk maakten we bijvoorbeeld een volmaakt lege ruimte uit één materiaal, voor Rechtniet een ruimte waar alles scheef loopt.

Daarna gaan we onze mobiele locatie verkennen: hoe voelt het daarbinnen? Wat kan je er doen en wat niet? Hoe ver kan je gaan en wat gebeurt er als je nog net iets verder gaat? Zo ontstaat al improviserend dé voorstelling die bij deze ruimte hoort.

Die improvisatie maakt deel uit van elke opvoering. Elke opvoering is, aldus het trio, steeds anders en steeds intiem.

Niets is echt moeilijk speelt zich af in een houten box waarin het publiek op een krappe, houten tribune zit. Intiem!

Alles is van hout. Behalve de metalen trekken en de pijlers die als een geraamte de houten panelen stutten. Tijdens de acrobatische klimpartijen zijn die metalen staven broodnodig.

De drie zijn virtuoze acrobaten. Al lieten ze dat tijdens de opvoering die wij bijwoonden niet bijster vaak zien. Jammer. Net iets meer acrobatisch vuurwerk had de voorstelling pittiger gemaakt en de titel een virtuoze glans gegeven.

Oppervlakkige mannen

Waar gaat de voorstelling over? Over ‘mannenpoëzie’ en over niets volgens WAK. Vooral over niets, volgens ons. Of beter: over het niets in het hoofd van geile oermannen. Dat levert soms poëtische, schattige, onstuimige maar iets te vaak knullige en te rafelige scènes op.

De voorstelling is uiterst eenvoudig (zelfs wat voorspelbaar) opgebouwd. Een bewegend lampje kondigt leven in de black box aan. Vervolgens tuimelen, sluipen, vallen en klimmen de mannen langs alle hoeken en kanten de box binnen.

Na een poosje onwennig stoethaspelen (waarbij de mimiek van de drie soms te uitgesproken is), komt er vaart in de voorstelling. De heren gaan over tot het ‘portretteren’ van clichémannen en drijven de spot met krolse Sylvester Stallones, joggende papzakken, televisiekijkende Onslows en aan de toiletpot gekluisterde Homer Simpsons. Dat soort mannen – of beter: dat soort mannelijke trekjes – vergroot het trio met graagte uit. Best leuk, ware het niet dat die uitvergrotingen amper de aanleiding vormen tot theatraal (of acrobatisch) spannende en inventieve scènes.

Zo verzamelen deze drie enthousiaste performers een guitig allegaartje oelewappers. Die presenteren ze soms verrassend, soms bloedstollend acrobatisch. Maar in het karakteriseren en uitwerken van de typetjes blijven ze in het evidente steken. Ook de overgangen tussen de verschillende scènes zijn slechst matig inventief. En die scènes zelf zijn meestal grappig, soms acrobatisch maar te oppervlakkig en weinig origineel. De hilarische jogscène op de tonen van The Eye of the Tiger) is een te zeldzaam hoogtepunt. De creatie eindigt in een chaotische apotheose waarin de man als onverbeterlijk primitief wezen gekarikaturiseerd wordt.

Voilà, dit is – volgens WAK – ‘mannenpoëzie’. Ondanks de momenten van vervaarlijke slapstick en enige vleugjes kwetsbaarheid is Niets is echt moeilijk vooral een vermakelijk maar wat oppervlakkig uitgewerkte mimeact. Een acrobatisch vluggertje. We hopen en vermoeden dat WAK veel meer in zijn mars heeft dan vluggertjes van en met leeghoofdige mannen te presenteren.

Els Van Steenberghe

Niets is echt moeilijk, WAK. Gezien op 6 juli 2011 tijdens de Zomer van Antwerpen.

Meer info: www.zva.be en www.theatergroepwak.nl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content