Theater: Mich Walschaerts in het nachtblauw

© Sien Verstraeten
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Onder de maan wrijft Mich Walschaerts de sterren uit zijn ogen en ziet hoe zijn gezinnetje in sleur dreigt te verdrinken. Sleur én ontrouw. Tijd om zijn hart al zingend te (ver)luchten en te sterken in Duizend Man Sterk

The Play = Duizend Man Sterk

Gezelschap = Mich Walschaerts

In een zin = Duizend man sterk is vooral sterk wanneer Walschaerts groots en gevaarlijk vertelt over de ridder-indiaan in zichzelf én over de kleine versie van die ridder-indiaan aan wie hij tedere, mooie maar vooral ook rauwe verhaaltjes voor het slapengaan vertelt.

Hoogtepunt = Walschaerts staat te midden zijn muzikanten op een klein podiumpje-op-het-podium en weet met niets meer dan wat pianogetokkel, accordeonmuziek en zijn verteltalent de illusie te wekken dat we samen met hem door een ondergesneeuwd prairielandschap waden.

Score = * * *

Quote = ‘Onder de maan wrijf ik de sterren uit mijn ogen’

Zelden zo een mooie, rauwe en tedere versie van Billy Joels Honesty gehoord als de versie die Mich Walschaerts brengt in Duizend Man Sterk. Hij heeft dan net een stomende, in nachtblauw licht badende dansscène achter de rug waarin hij een uitje in een discotheek én een ontmoeting met een fris, groen blaadje vertolkt. Het is hoogst verleidelijk om dat blaadje te plukken nu de relatie met zijn vriendin eerder op een verlept blaadje lijkt.

Althans, dat laat de jongste helft van het cabaretduo Kommil Foo ons graag geloven in zijn solovoorstelling. Hij staat als zichzelf op de scène. Net zoals hij dat ook doet wanneer hij samen met zijn broer Raf de planken bespeelt. En de zo typische Kommil Foo-mix van liefdesperikelen, melancholie en zachte humor met een absurd kantje vormt ook hier de ruggengraat. Maar er is meer. Mich Walschaerts waagt zich ook aan enkele covers, waaronder het bloedmooie Honesty. Toepasselijk in een voorstelling over het moment in een relatie waarop de liefde een leugen wordt. En hij is op zijn best wanneer hij de groteske toer opgaat. Dansen op de benauwde dansvloer van een donker café wordt hilarisch kronkelen en zwieren alsof hij zich voorbereidt op een sessie limbodansen. De meest overtuigende groteske zet is echter de bevrijdende, fantasievolle wending in zijn verhaal. Ineens vertelt hij over de ‘ridder-indiaan’ in zichzelf. Pas dan krijgt het spel lucht en krijgt de man die door het leven in het nauw is gedreven en zich als een gewond nachtdier terugtrekt op een (zeer) wankel podiumpje vleugels. Vleugels die hem misschien niet uit de relationele ellende helpen maar wél uit het te voorspelbaar toneeltje tillen.

Walschaerts blijft net iets te lang steken in het (weliswaar uitermate grappig en sappig) vertellen over een vermolmde relatie waarin het spannendste wat er gebeurt niets méér meer is dan wandelen op het kerkhof met het zoontje of taart vreten bij de schoonmoeder. Een typische uitgebluste relatie waarin een mens te ongezond vaak verlangt om alleen thuis te zijn. Met zijn viool en prachtige zangstem omwikkelt hij – samen met beide muzikanten die elk langs een zijde van het podiumpje zitten – zijn relaas met schitterende, sfeervolle muziekkleuren. Het geeft Duizend man sterk een concertante tint (wat ook uit de belichting blijkt die soms te weinig Walschaerts’ mimiek accentueert).

Maar Duizend man sterk is vooral sterk wanneer Walschaerts groots en gevaarlijk vertelt over de ridder-indiaan in zichzelf én over de kleine versie van die ridder-indiaan aan wie hij tedere, mooie maar vooral ook rauwe verhaaltjes voor het slapengaan vertelt.

Els Van Steenberghe

Meer info: www.michwalschaerts.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content